80 jaar Gerrit Komrij
26-07-2024
Zeker, ik ben altijd erg verlegen geweest. Maar ik zeg nu dat ik mensenschuw ben, dat klinkt zo allemachtig veel interessanter, dat heeft zoiets misantropisch. Een mens moet toch vóór alles zijn best doen om interessant te lijken. (1978)
Bron: ‘Interviews’ in De buitenkant (1995)
25-07-2024
Wat niet weet wat niet deert. Tot mijn zestiende of zeventiende dacht ik dat ik de enige homoseksueel op de wereld was. In zo’n dorp, in de jaren vijftig, kon een dergelijke naïviteit lang standhouden: je had er nooit van gehoord, dus het was geen probleem. (1978)
Bron: ‘Homoseksualiteit’ in De buitenkant (1995)
24-07-2024
’t Spijt me dat ik het weer moet zeggen, Nederland is een lief land, het is nijver en dapper en wat niet al, maar het lijkt er wel elke dag 1 april. (1986)
Bron: ‘Nederland’ in De buitenkant (1995)
23-07-2024
Ik voel me eigenlijk nergens zo koloniaal als in Nederland. Als ik daar ben, heb ik voortdurend het idee tussen geestelijke onderhorigen te lopen. (1985)
Bron: ‘Nederland’ in De buitenkant (1995)
22-07-2024
Heb je wel eens uitgebreid en lange tijd omgang met dieren gehad? Ik bedoel in het nette, hè? Dan weet je wat er mis is met mensen. (1993)
Bron: ‘Dieren’ in De buitenkant (1995)
21-07-2024
Ik zou niet weten waar men het beschavingspeil van een land het beste aan kan afmeten, maar zeker eerder aan de mildheid van zijn gevangenissysteem dan aan het feit dat de politieke leiders er met mes en vork kunnen eten. (1992)
Bron: ‘Beschaving’ in De buitenkant (1995)
20-07-2024
Mensen gaan door een moeras van verblinding en eigendunk en maken zichzelf maar wat wijs. De meeste mensen ontdekken hun ware aard pas als ze begraven zijn. (1983)
Bron: ‘Arrogantie’ in De buitenkant (1995)
19-07-2024
Er is maar één manier om mij tot zwijgen te brengen. Als al mijn vijanden in staat zijn een miljoen voor mij bijeen te brengen, dan zal ik zwijgen als het graf. (1994)
Bron: ‘Geld’ in De buitenkant (1995)
18-07-2024
Waarom ik schrijf? De voornaamste behoefte is je te uiten. Maar dat is van zo’n zwaarwichtige vanzelfsprekendheid – dat hoef ik niet eens erbij te zeggen. De echte behoefte is natuurlijk: proberen je geld te verdienen, aan de kost te komen en dan onafhankelijk. Ik heb altijd een sterke behoefte gehad om mijzelf te redden. (1978)
Bron: ‘Geld’ in De buitenkant (1995)
17-07-2024
Mijn hele leven lang heb ik mij omringd met opdrachten, met deadlines en afspraken, zodat ik wel moet. Anders zou ik niets doen. Ik schrijf niet voor mijn plezier. Als ik het voor mijn plezier zou doen, schreef ik geen letter. (1986)
Bron: ‘Deadline’ in De buitenkant (1995)