Klaas Dijkhoff (VVD) suggereerde deze week dat het heel erg zou zijn als migrantenkinderen pas op hun 4e voor het eerst in aanraking komen met het Nederlands. Hoe zit dat?
Mag ik een vervolgvraag stellen: wat als een kind tweetalig wordt opgevoed? Mij lijkt het een enorme rijkdom.
En om een vervolgvraag te stellen: zou het uitmaken of het verwante (Indo-Europese) talen zijn of niet-verwante talen (Nederlands en Arabisch, Nederlands en Turks)?
Twee- of zelfs meertaligheid is over het algemeen geen enkel probleem; de menselijke geest lijkt daar helemaal op toegerust, en nog steeds is het in grote delen van de wereld de normale gang van zaken.
Vaak wordt wel een van de talen dominant, en ontstaan er in ieder geval wat de woordenschat betreft, verschillen. Wie thuis overwegend taal A spreekt en op school alleen taal B, zal allerlei alledaagse woorden alleen in A kennen en allerlei schoolvakken alleen in taal B begrijpen. De woorden voor hagelslag of voor goniometrie komen niet zomaar aanwaaien als je ze nooit hebt gehoord. De thuistalen (‘heritage languages’) hebben daardoor, als er generaties aan wordt vastgehouden, uiteindelijk een wat beperktere structuur. Wat nog steeds niet betekent dat je ze beter niet aan kinderen kunt leren, want voor de eerste jaren van het leven volstaan ze nog steeds.
Bij mijn weten is er, zeker bij heel vroege meertaligheid, ook geen verschil of de talen typologisch dichtbij liggen of ver weg.
Jona Lendering zegt
Mag ik een vervolgvraag stellen: wat als een kind tweetalig wordt opgevoed? Mij lijkt het een enorme rijkdom.
En om een vervolgvraag te stellen: zou het uitmaken of het verwante (Indo-Europese) talen zijn of niet-verwante talen (Nederlands en Arabisch, Nederlands en Turks)?
Marc van Oostendorp zegt
Twee- of zelfs meertaligheid is over het algemeen geen enkel probleem; de menselijke geest lijkt daar helemaal op toegerust, en nog steeds is het in grote delen van de wereld de normale gang van zaken.
Vaak wordt wel een van de talen dominant, en ontstaan er in ieder geval wat de woordenschat betreft, verschillen. Wie thuis overwegend taal A spreekt en op school alleen taal B, zal allerlei alledaagse woorden alleen in A kennen en allerlei schoolvakken alleen in taal B begrijpen. De woorden voor hagelslag of voor goniometrie komen niet zomaar aanwaaien als je ze nooit hebt gehoord. De thuistalen (‘heritage languages’) hebben daardoor, als er generaties aan wordt vastgehouden, uiteindelijk een wat beperktere structuur. Wat nog steeds niet betekent dat je ze beter niet aan kinderen kunt leren, want voor de eerste jaren van het leven volstaan ze nog steeds.
Bij mijn weten is er, zeker bij heel vroege meertaligheid, ook geen verschil of de talen typologisch dichtbij liggen of ver weg.
Jona Lendering zegt
Dank je wel Marc.