Door Marc van Oostendorp
Hoe volwassen mensen aan een serieus initiatief een wanstaltige naam als cOAlition S kunnen geven, zal wel altijd een raadsel blijven. In dit geval zijn het zelfs 11 subsidieinstellingen uit allerlei Europese landen, waaronder Nederland (dat wil zeggen: NWO), én de Europese commissie die zich gezamelijk hebben overgegeven aan krankzinnige woordspeligheid, maar het is voor een goed doel.
De OA zijn in de naam namelijk in kapitalen gezet om duidelijk te maken dat het hier gaat om open access: al deze instellingen hebben zich ertoe verbonden om ernaar te streven per 1 januari 2020 alleen nog open access-publicaties te betalen, dat wil zeggen: publicaties die voor iedereen gratis toegankelijk zijn. De betaalmuren rondom de wetenschap moeten vallen; je zou kunnen verwachten dat als zoveel Europese landen dit beleid gaan implementeren, dit wereldwijd impact heeft. Vanaf 2020 kun je als je door bijvoorbeeld NWO wordt betaald niet meer in Science of Nature publiceren.
Het werd al een paar weken geleden, maar nog niet alle implicaties zijn duidelijk. Toch zitten er wel haken en ogen aan. Er gaat bijvoorbeeld gewerkt worden met ‘goedgekeurde’ tijdschriften die aan allerlei regels voldoen. Dat betekent dat NWO en consorten veel strenger worden in waar je precies mag publiceren. Het is niet helemaal duidelijk welke tijdschriften op die lijst komen. (Ik heb bovendien begrepen dat je mogelijk de eerste jaren nog steeds in alle commerciële tijdschriften mag publiceren, zolang je de artikelen dan maar zelf online kunt zetten.)
Voor sommige geesteswetenschappen lijkt me interessant wat er precies met boeken gaat gebeuren. De coalitie zegt nu dat ze snappen dat het open access maken van boeken misschien wat langer gaat duren dan januari 2020, maar er wordt in het ‘plan S’ nergens ingegaan op de vraag hoe het zit met publicaties die wetenschappelijk zijn en tegelijkertijd door een groot publiek gelezen kunnen worden – laten we zeggen: de boeken van Frits van Oostrom. Zulke boeken worden door een commerciële uitgever op de markt gebracht, en zouden vermoedelijk juist minder mensen gelezen werden wanneer Van Oostrom ze gratis online zette.
Althans, ik neem aan dat je wel met een commerciële uitgever mag gaan voor een gedrukt boek, zolang er maar een gratis e-bookversie van je boeken blijft bestaan.
Dat lijkt me ook eigenlijk wel een goede zaak. Je zou ergens dan een mooie bibliotheek van actuele en minder actuele geesteswetenschappelijke studies op niveau kunnen plaatsen, waar je steeds terecht kunt om de mooiste boeken op te halen, of in ieder geval in te zien voor je eventueel besluit om alsnog een papieren versie te kopen. Misschien moeten wij hier op Neerlandistiek eens nadenken over serieuze uitbreiding van onze boekenpagina.
Lucas zegt
Het lijkt me, zeker in de tijd van e-readers, vreemd als commerciële uitgevers akkoord gaan met een gratis ebook. Waarom investeren, als een boek zo eenvoudig gratis te krijgen is. Een boek van Frits van Oostrum krijgt nstuurlina toch wel genoeg aandacht, dus hoeft weinig marketing te kosten, maar juist kleine auteurs zouden kunnen profiteren van commerciële uitgevers. Maar ik zou me als uitgever wel twee keer bedenken voor ik een campagne opzet, wetende dat niemand hoeft te betalen voor het eindproduct.
Bij artikelen waarbij manuscripten online staan weet je tenminste dat bibliotheken een abonnement hebben. En met gold open access verdienen ze nog steeds grof geld.
Voor niets gaat de zon op. Alles open access is een leuk ideaal, maar misschien moeten we niet vergeten om vooral te zorgen dat het allemaal eens betaalbaar blijft (je betaalt straks nog steeds 1200 aan belastinggeld per artikel; probleem dus niet opgelost). Internet maakt het mogelijk om de macht van de grote uitgevers als Elsevier te breken, dat lijkt me een zinniger doel op de korte termijn. (De twee kunnen zelfs grotendeels samen gaan.)
Marc van Oostendorp zegt
Mijn vermoeden is dat dit over een paar jaar dus nog een probleem kan worden: strikt genomen kun je geen ERC of NWO-subsidie meer krijgen als je de resultaten niet open access publiceert. Het zou me niet verbazen als de universiteiten soortgelijke eisen gaan stellen aan de output. Dan doen zich dus de door jouw gevreesde effecten voor; maar nu heeft niemand het erover omdat men denkt dat een en ander nog ver weg is.
Overigens ben ik er ook wel degelijk voor dat er serieus wordt nagedacht over manieren om ook populair werk toegankelijk te maken. Als een van onze letterkundige collega’s in werktijd een literatuurgeschiedenis schrijft of een biografie van een schrijver, waarom moet de belastingbetaler dan eigenlijk betalen voor het product van die arbeid? Geldt hiervoor niet hetzelfde als voor open access-artikelen?
Anderzijds: vervuilen we daarmee dan niet de markt voor mensen die in hun eigen tijd onderzoek doen en daar alleen aan kunnen verdienen door een commercieel boek te publiceren? De problematiek is heel ingewikkeld, eeuwig zonde dat de wetenschap daar niet over discussieert en de beslissingen overlaat aan consortia van subsidiegevers.
In het plan S van de coalitie wordt wel degelijk rekening gehouden met de betaalbaarheid; een tijdschrift is alleen geschikt als er een redelijke ‘cap’ is op de kosten voor de auteurs. Of dat genoeg is om de kosten niet alsnog de pan te laten uitrijzen: de tijd zal het leren. In ieder geval zie ik dat welwillende uitgevers, zoals LingOA (verantwoordelijk voor o.a. Glossa en Laboratory Phonology) welwillend tegenover plan S staan.
Lucas zegt
Je hebt het al vaker gezegd, het zou helpen als wetenschappers de controle terugnemen van uitgevers. Ik heb totaal geen inzicht in de kosten voor het uitgeven van een journal; ik zie alleen dat Elsevier een winstmarge heeft van 37% wat echt van de zotten is. Kortom, het kan beduidend goedkoper.
Open Access is veelal ook niet behulpzaam. De kosten lopen gerust op tot $5.000 bij Cell, maar ook een journal als PLoS One vraagt zo $2.000. Hét journal in mijn vakgebied, Research on Language and Social Interaction, vraagt £1895! Of beter gezegd, de commerciële uitgever vraagt dat.
Het is beduidend goedkoper als je kijkt naar iets als Open Linguistics (€500)—valt ook onder een commerciële uitgever trouwens—en Glossa (£330).
Wat je feitelijk wil is dat societies en universiteiten het in beheer hebben en het dan tegen kostprijs doen of iets er boven. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen als een society iets meer rekent, als dat geld vervolgens geïnvesteerd wordt in subsidies voor studenten en minder bedeelden om (i) conferenties van de society te kunnen bezoeken, en (ii) eventueel gratis te kunnen submitten bij het journal.
Voor een promovendus, of een onderzoeker in een minder welvarend land in Afrika of Zuid-Amerika, is het misschien nog wel te doen om voor max 1000 vier artikelen te publiceren in vier jaar, maar er is geen beginnen aan om 8.000-20.000 af te tikken. Los van het feit dat het gewoon krankjorum is om zoveel belastinggeld daarvoor te gebruiken.
Bij boeken wordt het weer een ander verhaal natuurlijk. Populair-wetenschappelijke boeken zijn veelal natuurlijk voor een andere markt en worden tegen andere voorwaarden gedrukt en geschreven. Gewoon wetenschappelijke boeken geldt verder natuurlijk hetzelfde voor: kostprijs. En niet €130+ aftikken, wat vrijwel volledig naar de uitgever gaat, maar waar wel maanden aan door belastingen gefinancierd werk in zit.
Wouter van der Land zegt
De consequentie is dat door de staat betaalde wetenschappers niet meer populair mogen schrijven. Zulk gratis toegankelijk werk is dan namelijk valse concurrentie met dat van schrijvers die hun eigen broek ermee op moeten houden.
Het klinkt al behoorlijk orwell. Tot nu toe zei de nieuwslezer dat een onderzoek was ‘gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift Nature’. Nu wordt dat :’gepubliceerd in het goedgekeurde tijdschrift X’. Waarom wordt er niet gewerkt aan eenvoudige zelfpublicatie: de instelling publiceert zelf. Alles komt vervolgens in één grote database beschikbaar. Kwaliteitslabels kunnen in de vorm van een soort ‘likes’ worden ingebouwd en volgt deels uit het prestige van het instituut. Of beter nog: de wetenschapper publiceert zelf. Waarom zou je nog tijdschriften moeten publiceren?
Lucas zegt
Omdat aandacht krijgen voor je werk bijzonder lastig is als je niet al beroemd bent of de beroemde onderzoekers goed kent. Het voordeel van een tijdschrift is dat er selectie is, kwaliteitscontrole, en dat je weet dat mensen in je vakgebied het werk onder ogen krijgen. Het creëert een veel egalitairder speelveld. Als alles maar in één grote map komt, dan raakt iedereen het overzicht kwijt (want er is nu al waanzinnig veel, laat staan als die eerste checks wegvallen), en dan krijg je dus selectie op prestige. Wat absoluut niet wenselijk is; het is nu al kliekjesvorming.
Schaf journals af en binnen no-time komen er initiatieven om krachten te bundelen en kwaliteitscontrolers uit te geven en voor je het weet zijn de journals gewoon weer terug in een ander jasje.
Wouter van der Land zegt
@Lucas,
Er wordt dus gepleit voor een cru gezegd communistisch systeem (volstrekt monopolie op wetenschap door de overheid + eenheidsprijzen), waardoor de markt ondoorzichtig wordt. Om dat te corrigeren pleit je ervoor dat een oligarchie van goedgekeurde tijdschriften voor helderheid zorgt, met alsnog hoge kosten als gevolg.
Waarom pleit je niet juist voor marktwerking ?
Een van de sterke argumenten voor een vrije markt is dat prijzen automatisch voor helderheid zorgen. Als ik bij de Jumbo een fles wijn van 9 euro koop. weet ik vrij zeker dat die beter is dan eentje van 2 euro. Die helderheid zorgt voor dynamiek in de markt.
Ik kan me een academische wereld voorstellen waarin wetenschappers zelfstandigen zijn, die hun copyrights deels behouden en daar dus de vruchten van kunnen plukken. In combinatie met meer vrijer concurrerende instituten krijg je marktwerking. Stel dat alle wetenschappelijke artikelen worden gestreamd door een Sci-i-Fy en er per download wordt afgetikt. Dan komt de beste wetenschap toch beter bovendrijven dan met open science?
Lucas zegt
Ten eerste is er geen monopolie van de overheid en dat zou er onder het systeem ook niet komen. Er gaat nu al jaarlijks miljarden aan privaat geld in wetenschappelijk onderzoek, en de EU gaat dat echt niet verbieden.
Verder leg je me woorden in de mond: ik sta hier niet namens NWO of wat dan ook en pleit dus ook niet voor een oligarchie. Dus laten we even uit elkaar halen wie wat zegt.
Ten derde staat marktwerking helemaal niet ter discussie : tijdschriften zijn nota bene het resultaat van marktwerking. De journals zijn ontstaan als een dienst die wetenschappers niet zelf wilden uitvoeren. Uitgevers zagen een markt en zijn die dienst gaan leveren. Marktwerking 101: er is vraag en dan komt er aanbod.
Wat ik beschrijf is ook gewoon marktwerking. Stop met tijdschriften en de markt wordt volstrekt onoverzichtelijk. Het aanbod is gigantisch—het is nu zelfs in kleine vakgebieden al schier onmogelijk om overzicht te bewaren, laat staan wat er gebeurt als elke jan doedel een vodje in dezelfde database zet als fatsoenlijke wetenschap.
Om een markt werkbaar te houden is het noodzakelijk dat klanten afdoende kennis hebben om een goede beslissing te maken. Maar niemand heeft tijd om alle mogelijk relevante literatuur door te spitten (daarom hebben we nu ook systematic reviews). Het gevolg is dat wetenschappers dus niet in staat zijn om een weloverwogen besluit te maken over wat de beste wetenschap is. Dus grijpen ze naar handvatten, zoals wie kennen we, welk instituut is bekend, etc. Grote instituten en vakgroepen kunnen bovendien met (belasting)geld smijten om hun onderzoek in de kijker te krijgen.
Kleine en startende onderzoekers uit kleine instituten hebben geen kans. En als ze er al tussen komen duurt het onnodig lang voor hun onderzoek de noodzakelijke impact heeft. Net zoals jij geen supermarktketen kan starten die na zes maanden kan concurreren met Albert Heijn en Jumbo. (En voor de duidelijkheid, ik zeg dus niet dat dat wel zou moeten, voor je me weer onnodig van communisme beticht.)
Wat is de oplossing op zo’n moment: organisaties die daarop inspringen door orde te scheppen, ervoor zorgen dat elke individuele wetenschapper niet alle zooi door hoeft om uit te vogelen wat waardevol is. Kortom, organisaties die gerund door experts zeggen wat volgens hen wel goede wetenschap is en wat niet. Die hebben ook niet voor alles tijd, dus reageren ze op verzoeken om naar artikelen te kijken. Dat is ook gewoon marktwerking. Net zoals een Consumentenbond, de ANWB, filmwebsites, techniekreviewers, en al die andere organisaties passen in een vrije markt. Maar dat hebben we nu dus ook al in de vorm van tijdschriften.
Wat ik zeg, in plaats van dat we een systeem afbreken en op vrijwel dezelfde manier weer opbouwen, met alle zooi die daarbij komt kijken, hervorm het op een manier die werkbaar is. Dat scheelt zeeën van tijd en klauwen met geld.
Wouter van der Land zegt
@Lucas, dank voor deze uitgebreide toelichting. Excuses, ik schoof verschillende opvattingen op een hoop. Die functie van tijdschriften zou overigens ook de vorm van een review aan kunnen nemen. De artikelen uit de ‘grote hoop’ worden besproken door een vakdeskundige, terwijl de artikelen zelf door de instituten/wetenschappers beschikbaar worden gemaakt. Dit gebeurt nu al met boekbesprekingen.