Door Marc van Oostendorp
Deze zomer was er een vreemd programma te zien bij de publieke omroep. Er werden Nederlandse jongeren (‘millennials’) in aan het woord gelaten over ‘morele dilemma’s’. De titel van het programma: Change Your Mind.
Ja, dat is Engels, maar dat was niet het vreemde. Er zijn zoveel Nederlandse programma’s met een Engelse naam, want dat is nu eenmaal modern. Het vreemde was dat alle deelnemers er Engels in spraken.
Je kunt het programma zien als een demonstratie van hoe welbespraakt moderne Nederlanders kunnen zijn in die taal. Vrijwel iedereen komt makkelijk uit zijn woorden en blijkt in staat genuanceerde gedachten te uiten in deze vreemde taal.
Maar het programma heeft ook iets ongemakkelijks.
Waarom spreekt iedereen Engels? Natuurlijk, dat is de moedertaal van de presentator, Michael Sandel, maar waarom is hij dan de presentator? Goed, ik meen ook een paar niet-Nederlandse accenten te bespeuren en in die zin is de serie een aardige representatie van wat er in menige collegezaal gebeurt, heden ten dage. Maar waren er ook geen buitenlandse millenials te vinden die even vloeiend Nederlands spraken?
Ik bedoel dat niet als een bezwaar. Ik heb geen oordeel over wat voor programma’s de NPO wel of niet moet maken, dat mogen ze lekker zelf uitmaken. Het gaat me meer om het gevoel dat je krijgt als je dit bekijkt. Een ongemakkelijk gevoel, alsof hier iets raars gebeurt. Het is vreemd dat Nederlanders praten voor andere Nederlanders, maar dat niet doen in het Nederlands.
Nu ben ik geen millennial, maar ik ken ook geloof ik geen millennials die dat niet raar vinden. Zo snel gaan zulke sociologische verschuivingen ook niet dat de meeste Nederlanders ineens het Nederlands niet meer als hun eigen taal beschouwen. Ik heb niet kunnen vinden wat de kijkcijfers van Change Your Mind zijn, maar het lijkt me geen formule om een kijkcijfercanon te genereren.
Ik heb trouwens wel ook een echt bezwaar:: dat het allemaal zo Angelsaksisch is. De Nederlanders zijn er letterlijk te gast in een internationale wereld, die geleid wordt door een Angelsaksische professor. Ik vermoed dat zo’n programma niet snel gemaakt zal worden met pakweg een Spaanse, Nigeriaanse of Chinese filosoof. Het programma draagt bij aan een beeld van de wereld waarin je enorm internationaal bent als je je op de Engelstalige wereld richt.
Met dank aan Margot van Mulken en Lotte Jensen voor een interessante discussie.
msvandermeulen zegt
Ik vraag me af of de titel van het programma gerelateerd is aan de afkorting ‘CMV’, Change My View, een voorbehoud dat mensen vooral op Reddit maken als ze openstaan voor discussie.
Marcel Plaatsman zegt
Ik heb zelf geen tv, maar toen ik onlangs in een vakantiehuisje was, in Duitsland, ben ik even naar BVN gegaan voor het Nederlandse nieuws. Daar zag ik toen dit programma. Dat was zo mogelijk nog raarder, want BVN is Nederlandse en Vlaamse televisie voor wie in het buitenland verblijft, de doelgroep zal dus bestaan uit mensen die af en toe Nederlands willen horen. En dan krijgen ze dus Engels.
Als ditzelfde programma met een Duitse presentator was opgenomen, zouden ze dan genoeg Nederlandse millennials hebben kunnen vinden die in het Duits discussiëren? Ik vrees toch van niet. Dat vind ik eigenlijk ook best verontrustend. Het is inderdaad veel te eenzijdig Angelsaksisch geworden en dat lijkt me een verarming.
Marc Kregting zegt
Zowel Reddit als BVN zijn me onbekend, maar van Change Your Mind heb ik één uitzending gezien. Ik was onder de indruk. Natuurlijk is Michael Sandel bepaald niet de eerste de beste, zijn boeken geven aanschouwelijke theorie over complexe ethische vraagstukken, maar ik had nooit echt geloofd dat iemand in de praktijk zo nuchter en vriendelijk tegenstrijdigheden en generaliseringen in redenaties kon aanwijzen, de scoop kon verbreden en bovenal: mensen met elkaar in gesprek kon brengen – in tijden dat er over en weer linkse dan wel rechtse complotten worden blootgelegd, op het haartje van de bewijsvoering na.
Maar misschien heb ik iets gemist sinds Rondom Tien.
Ik weet niet of het Angelsaksische van Change Your Mind nu zo’n onoverkomelijk probleem is. Het belangrijkste bezwaar tegen dit programma voor de Lage Landen dunkt me, dat deelnemers die voor het dienstdoende ethische vraagstuk potentieel interessant zijn maar het Engels per ongeluk niet beheersen bij voorbaat uitgesloten zijn van het debat. Daar staat tegenover dat in deze opzet Nederlandstaligen minder makkelijk aan kretologie kunnen doen en ander reflexmatige taaluitstoot, omdat ze onvermijdelijk, al is het een seconde, moeten nadenken over hoe ze hun antwoord formuleren.
Weer anders gezegd: bij dit evenement van Michael Sandel ben ik uitzonderlijkerwijs dankbaar dat er een Esperanto is opgekomen dat Engels heet.
Wouter van der Land zegt
“Ik heb trouwens wel ook een echt bezwaar:: dat het allemaal zo Angelsaksisch is.”
Op de publieke omroep is wel degelijk veel aandacht voor andere denkwijzen, waaronder bijvoorbeeld religieuze wereldoriëntatie. Angelsaksisch in de zin van de Amerikaans-Engelse traditie kun je ook moeilijk een eenzijdige blik op de wereld noemen. Bij Harvard doceerden bijvoorbeeld zowel John Rawls als Robert Nozick…
Wat betreft het gebruik van het Engels: ook in Nigeria als in China is het Engels de internationale taal. Bij College Tour kwam een Chinese kunstenaar langs, die ook Engels sprak. Ook de Dalai Lama spreekt in het Engels… De ‘Engelstalige wereld’ is bijna de hele wereld, het is inderdaad het moderne Esperanto. Dat daar bezwaren tegen in te brengen zijn, wil niet zeggen dat deze groter zijn dan de voordelen. ‘Angelsaksisch’ is imho ook een ongelukkig begrip. Een klein percentage van de Engelse woorden is van de Angelen/Saksen afkomstig. Amerikanen zijn ook maar deels van deze stam, Seidel is volgens Wikipedia bijvoorbeeld van joodse komaf.
Tot slot is Harvard een toonaangevende universiteit op veel vlakken, waaronder de rationele fundering van politiek en ethiek. Dat is een stroming die de moeite waard is om te bestuderen en te bediscussiëren. Het zou raar zijn om een Spaanstalige filosoof uit te nodigen puur ‘omdat Harvard al zo vaak aan bod is gekomen en we al zoveel Engels horen.’
Marc van Oostendorp zegt
Je reactie is voor mij een goede illustratie tegen het soort bezwaar dat ik voel tegen het ‘Angelsaksische’. Ik proef het idee dat er twee lagen in de wereld zijn: een lokale (in ons geval Nederlandstalige) en een internationale, Engelstalige. Er is in die visie ook een rangorde tussen de twee: de tweede is interessanter dan de eerste.
In Amerika, Engeland en Australi”e vallen die twee echter stomtoevallig in deze visie samen, zodat daar de lokale cultuur toevallig wel heel interessant is en we bijvoorbeeld geboeid zijn door de vraag wie er in de Amerikaanse Hoge Raad zit zonder dat we zelfs maar willen weten hoe het Duitse rechtssysteem werkt. Dat is een groot verschil met het oorspronkelijke Esperanto-ideaal, waarin de internationale taal anders is dan enige lokale taal of cultuur en dus niet de ene cultuur ‘kosmopolitischer’ en interessanter is dan het andere.
Amerika is natuurlijk niet representatief voor de hele wereld omdat er mensen uit allerlei landen naartoe zijn gemigreerd. Op Harvard wordt helemaal niet in ieder mogelijk standpunt voorzien, of althans niet meer dan in Frankfurt. Dat stellen wat mij betreft van een gebrek aan nieuwsgierigheid naar de werkelijke variatie in denken en communiceren. Een eenvoudige vergelijking van Change Your View met een Duits programma over filosofie volstaat om te zien wat een wereld van verschil er nog steeds is tussen de twee vormen van presentatie en aanpak.
Dat de Angelsaksische wereld niet louter bevolkt wordt door Angelen en Sakse wil niet zeggen dat die wereld niet gekenmerkt wordt door een eigen (en deels gemeenschappelijke stijl) die kennelijk steeds meer als ‘neutraal’ wordt ervaren, als de gewone, internationale manier van doen.
Ik vind heel veel dingen in de Angelsaksische cultuur zeer bewonderenswaardig, ik ben een groot voorstander van internationalisering, maar het ruecksichtslos gelijkstellen van het een aan het ander vind ik een betreurenswaardige verarming.
Wouter van der Land zegt
@MarcvanOostendorp,, ik ben het natuurlijk met je eens dat ook andere denkstromingen aandacht verdienen en dat het vreemd is dat we in Nederland onze Europese buurculturen verwaarlozen.
In het politieke denken is de invloed van de Amerikaanse denkstroming echter zeer beperkt. Gezien de verkiezingsuitslagen is een duidelijke meerderheid voorstander van een staat die een sterke invloed heeft op bijna alle onderdelen van het leven (bijv. onderwijs), terwijl in Amerika een grote groep voorstander is voor een kleine overheid.In dat verband zijn de Harvard-denkers een heel interessante sparringpartner voor ons.
Vergelijkbaar waren na WOII juist Franse existentiedenkers interessant, omdat we toen zochten naar een nieuw fundament voor zingeving. Die Fransen leunden weer sterk op Duitsers zoals Heidegger. En in de slipstream daarvan kwamen Oosterse denkwijzen onder de aandacht en dat zijn ze nog steeds. Zelfs hier in het dorp zit een Zendo. We hebben echt geen intellectuele monocultuur. De nu ook populaire Pikety is overigens ook weer Frans.
Marc van Oostendorp zegt
Allemaal tot je dienst, maar bij mijn weten is Piketty hier pas populair geworden nadat zijn boek in Amerika de aandacht trok. Iets soortgelijks is ook gebeurd (in een heel andere hoek) met de in het Italiaans geschreven boeken van Elena Ferrante. Dat is een heel curieus verschijnsel – dat zelfs (sommige) Europese werken tot ons komen via een Atlantische omweg.
Marcel Plaatsman zegt
Dat verschijnsel doet zich ook met tv-series voor. De nu zo populaire Scandinavische series werden eerst in de Engelstalige pers opgepikt en vervolgens hier ook gewaardeerd. Sterker: ze worden onder Engelse titels (“The Killing”, “The Bridge”) uitgezonden, dat blijf ik toch wel heel opmerkelijk vinden.
En naar Tatort kijkt natuurlijk niemand meer.
Marc Kregting zegt
Update vanuit België, op verkiezingsdag. De Waalse schrijver en cultuurjournalist Jérôme Colin krijgt naam in Vlaanderen dankzij een Nederlandse vertaling bij een Amsterdamse uitgeverij. In een interview bekent hij voor het eerst van Lize Spit te hebben gehoord toen ze vertaald werd in het Frans. Hij zegt dat Dimitri Verhulst, Hugo Claus en Tom Lanoye in Wallonië bekend zijn geworden dankzij Franse uitgaven.
Marc Kregting zegt
Mij lijkt Piketty een schoolvoorbeeld van verengelsing, al zeg ik het zelf (http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/05/09/jouw-piketty-of-de-mijne-1)! Wel een vraagje: welke Nederlands- of andertalige intellectueel zou, zoals Michael Sandel, een debat over ethiek weten te leiden dat toegankelijk én complex blijft?