Door Roland de Bonth
Soms flauw, soms grappig, soms absurd. Dat zijn de sketches van het BNNVARA-programma Sluipschutters, waarin Ronald Goedemondt, Bas Hoeflaak, Leo Alkemade en Jochem Otten uiteenlopende typetjes spelen. Eén van mijn favoriete sketches speelt zich af in de winkel van – met ‘ambachtelijke’ spelling – Vleeschhouwerij en Poeliersbedrijf Korrel. Daar ontspint zich de volgende dialoog tussen slager (Jochen Otten) en klant (Bas Hoeflaak), daarbij gadegeslagen door een andere klant (Leo Alkemade). De bijbehorende beelden zijn hier te vinden.
Slager: “Zegt u het maar.”
Klant: ‘’Heeft u ook vleesvervangers?”
Slager: ‘’Nee, ik heb alleen vlees.”
Klant: “Groenteburgers?’’
Slager: ‘’Nee”
Klant: ‘’U verkoopt toch wel tofuproducten?’’
Slager: “Nee, wat ik zeg, alleen vlees.”
Klant: ‘’Soja? Iets met soja?’’
Slager: ‘’Hé, ben jij vegetarisch?”
Klant (opgewonden): ‘’Aha, nee, ik ben vegetaríër, ik éét vegetarisch. Niemand ís vegetarisch. Die fout wordt heel vaak gemaakt door mensen. Dus?”
Slager: ‘’Eh, dus ik bén vegetariër, ik éét vegetarisch.”
Klant: ‘’Nou, dat vind ik heel raar voor een slager, maar ik ben blij dat we het even hebben besproken, Korrel.”
Herkomst van het woord vegetariër
In het Nederlands komt het woord vegetariër al bijna anderhalve eeuw voor. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) geeft als oudste bewijsplaats ervan een citaat uit 1875. De vroegste attestatie van vegetariër kan door Delpher met vijf jaar vervroegd worden. Het woord wordt in De locomotief: Samarangsch handels- en advertentie-blad namelijk al op 16 augustus 1870 aangetroffen. In die krant wordt verslag gedaan van een vergadering in Berlijn van een vereniging om mensen terug te brengen tot een natuurlijker wijze van leven: ‘’De leden van deze vereeniging noemen zich vegetariërs, omdat zij slechts groenten eten.’’
Het Nederlands heeft het woord vegetariër ontleend aan het Duits, waar het voorkomt als Vegetarier (1852). Op zijn beurt heeft het Duits leentjebuur gespeeld bij het Engels. Daarbij is het oorspronkelijke achtervoegsel vervangen door het suffix –ariër: het Engelse woord luidt namelijk vegetarian (1839) en bestaat uit een samenvoeging van veget – afkomstig van vegetable ‘planten-‘ – en de uitgang –arian. (Zie hier voor uitgebreidere etymologische informatie.)
Vegetariërs
Zoals we in de sketch van de Sluipschutters hebben gezien, is het onderscheid tussen vegetariër en vegetarisch lang niet voor iedereen duidelijk. Ook de term vegetariër geeft vaak aanleiding tot misverstanden. Dat zou niet nodig zijn als we de betekenis positief zouden omschrijven: een vegetariër is ‘iemand die alleen plantaardig voedsel eet’. Maar meestal wordt bij de definitie vermeld wat een dergelijk persoon niet eet. Een vegetariër wordt dan omschreven als ‘iemand die geen dierlijke producten eet’. Die keuze heeft uiteraard grote consequenties voor het voedingspatroon: vegetariërs eten geen vlees, geen vis, geen eieren én geen zuivel.
Naast deze zogenoemde totale vegetariërs of totaalvegetariërs bestaan er ook mensen die zich wél vegetariër noemen maar er toch een minder strikt eetpatroon op nahouden. De grootste groep daarbinnen is die van de lacto-ovovegetariërs. Deze mensen eten geen vlees en geen vis, maar wel zuivelproducten (het woorddeel lacto verwijst naar het Latijnse lac ‘melk’) en eieren (het woorddeel ovo is afkomstig van het Latijnse ovus ‘ei’). Als we het in het dagelijks taalgebruik hebben over vegetariërs, bedoelen we meestal deze groep. Twee iets minder strenge groepen vormen de lactovegetariërs (geen eieren, wel zuivelproducten) en de ovovegetariërs (wel eieren, geen zuivelproducten).
Semi-vegetariërs
Als je vertelt dat je vegetariër bént (of vegetarisch éét), krijg je van je gesprekspartners vaak te horen dat zij steeds minder en niet elke dag vlees eten. Ze behoren tot de steeds groter wordende groep van de parttime vegetariërs of semi-vegetariërs. De redenen om minder dierlijke producten te gebruiken verschillen van persoon tot persoon. Voor de één is dat de gezondheid, voor de ander het milieu, het dierenwelzijn, de overbevissing en/of een eerlijke voedselverdeling.
Tegenwoordig duiden we mensen die een of meer dagen van de week geen vlees of vis eten, vaak aan met de term flexitariërs. Deze betekenis is minder strikt dan de omschrijving die in de Engelstalige wereld wordt gegeven aan een flexitarian. Door de American Dialect Society, die het woord flexitarian in 2003 uitriep tot het handigste woord van het jaar, wordt zo iemand gedefinieerd als ’een vegetariër die af en toe vlees eet’.
Geen vegetariërs in de eigenlijke zin van het woord zijn ook de pescotariërs (ook wel pesco–vegetariërs genoemd) en de pollotariërs. De eerste groep eet geen vlees, maar wel vis, schaal- en schelpdieren. Het woorddeel ‘pesco’ geeft aan dat iemand (incidenteel) wel vis eet, maar zich doorgaans aan een vegetarisch menu houdt; de e in pesco– maakt het waarschijnlijk dat niet het Latijnse piscis ‘vis’ maar het Italiaanse pesce eraan ten grondslag ligt. De tweede groep – die van de pollotariërs – eet geen vis en geen zoogdieren, maar neemt wel gevogelte tot zich. Dat is terug te zien in het woorddeel pollo, dat in het Italiaans en het Spaans ‘kip’ betekent.
Vissetariër
Enkele weken geleden kwam ik het woord vissetariër tegen. Ik had het nog niet eerder gelezen en evenmin horen zeggen. Een zoekopdracht in Google wees uit dat het woord al een jaar of vijftien op het internet voorkomt, waarbij opvalt dat het woord voornamelijk te vinden is op internetfora. Enkele voorbeelden:
- Ik ben een vissetarier [gevolgd door een lachende smiley, RdB] M’n ouders eten heel vaak vis en ik kan dat gewoon niet aanzien! (Tin, 29 april 2002)
- me pa is dan iets van vissetarier, hij eet geen vis (maar das meer omdattie et ranzig vind) (karnivoor, 30 augustus 2002)
- Dieren die onder water leven moet ik niks van hebben. Je zou me ook wel een vissetarier kunnen noemen ofzo. (Paco de Taco, 14 juli 2005)
Uit de manier van formuleren – de lachende smiley, ‘’iets van’’, ‘’ofzo’’ – zou je voorzichtig kunnen concluderen dat de gebruikers onafhankelijk van elkaar menen dat zij de bedenkers van het woord vissetariër zijn.
Oudere vindplaatsen dan 29 april 2002 heb ik via Delpher niet kunnen vinden. Het woord vissetariër komt daar slechts drie keer voor, bij de ‘Externe krantenpagina’s’. Alledrie de gevallen zijn afkomstig uit de Provinciale Zeeuwse Courant (28 september 2009 [p. 58], nogmaals 28 september 2009 [p. 63] en 12 juni 2010). Overigens betreft het hier drie keer – in iets andere bewoordingen – hetzelfde ‘ikje’ waarin vissetariër wordt gebruikt. Eigenlijk levert Delpher dus maar één vindplaats van het woord op.
Twitter kan evenmin helpen om na te gaan wanneer het woord vissetariër voor het eerst is gebruikt, omdat deze internetdienst pas beschikbaar kwam in 2006. Daar staat tegenover dat dit sociale netwerk wel goede diensten bewijst om eenvoudig en snel het gebruik en de betekenis van woorden te bestuderen. Zo heb ik met de zoekterm vissetariër 78 tweets gevonden, terwijl zoeken op vistariër 35 keer resultaat oplevert.
Het doornemen van deze 113 tweets laat zien dat het niet voor alle twitteraars duidelijk is wat onder een vissetariër wordt verstaan. Is dat iemand die wél of juist géén vis eet? De volgende tweets illustreren dat:
- vissetarier? Wat is dat hihi dat je alleen vis eet? (Aicha Cherif, 29 juni 2013)
- ben ik een vissetariër als ik geen vis eet? (Voltiqz, 13 november 2018)
- Betekent vissetariër trouwens dat je wel (pescotariër) of geen vis eet? Ken de benaming niet 🙂 (Volg Schaap, 18 oktober 2013)
De meeste gebruikers evenwel gebruiken vissetariër om aan te geven dat iemand geen vis eet:
- ik ben een vistarier – ik eet geen vis #nieuwwoord (Sabina Paradise, 4 september 2011)
- Uitspraak van de dag: ‘dus jij eet nooit meer vis? Ben je vissetariër geworden?’ (Bas verwater, 9 oktober 2011)
- ik ben vissetarier geworden dus ik eet nu geen vis meer;) (Bapke, 3 mei 2012)
- Mn broertje: ik eet wel vlees maar geen vis, ik ben een vistariër. HAHAHAHAHA (Christa Verhoeven, 16 oktober 2013)
In sommige tweets lezen we welke redenen mensen hebben om geen vis te eten – en dus vissetariër te worden:
- “Ik ben vissetarier. Hahahah, ik vind het zielig voor de visjes & ik vind vis viess.’’(Kika, 4 september 2011)
- Als je niet wilt dat vis lijdt onder hun vangst: eet het niet en roep anderen op dat voorbeeld te volgen. #Vistariër. (Lukas Teijema, 15 februari 2015)
En – iets minder principieel:
- Normaal ben ik een trouwe vissetarier maar voor vissticks maak ik een uitzondering. (annemay, 26 november 2012)
Principiële redenen zijn echter in de minderheid. Meestal is het de smaak of de geur die mensen ervan weerhoudt vis te eten; soms spelen echter ook fysieke eigenschappen van vissen een rol:
- Ik ben vissetariër.. Ze zijn zo flubberig en slijmerig.. (Anne, 7 augustus 2012)
- bah zalm dat is vis ik ben vissetarier hahaha (Marisca, 8 november 2011)
- Ik lust geen vis, ik ben vissetariër. (Maaike, 3 maart 2012)
- Mijn zoon is vissetarier. Hij lust geen vis. (Jacqueline Keuning, 14 april 2012)
- klaar met eten. vieze vis ;c ik word vissetariër (ieke, 12 januari 2012)
- Vieze vis ja doei ga k niet eten ben vistarier . (lisa, 5 november 2012)
Bijzonder woord
Om twee redenen kunnen we het woord vissetariër (of vistariër) een interessante toevoeging aan de Nederlandse woordenschat noemen.
Morfologisch gezien is het interessant omdat het anders dan de hierboven besproken woorden niet vertaald is uit of ontleend is aan een buitenlandse taal maar in het Nederlandse taalgebied gemunt is. Het is opgebouwd uit het Nederlandse zelfstandig naamwoord vis en de uitgang –ariër, ‘aanhanger van het door het grondwoord genoemde –arisme’. Daardoor is de kans klein dat het woord overgenomen zal worden in andere talen.
Nu is het zo dat de t in vegetariër (vegetarian) behoort tot het woorddeel veget– (van vegetable). In de uitspraak vormt deze t samen met de a van –ariër (of –arian) één lettergreep en daarom is men de t gaan opvatten als een onlosmakelijk onderdeel van de uitgang: –tariër (of –tarian). Dit zou kunnen verklaren waarom vergelijkbare woorden als pollotariër, pescotariër en flexitariër ook een –t voor de eigenlijke uitgang –ariër hebben.
Net als vegetariër – en bijna alle andere bekende ‘-tariërs’ – telt vissetariër vijf lettergrepen. Niet alleen is dit woord door toevoeging van de tussenklank –e gemakkelijker uit te spreken dan vistariër, ook wordt hierdoor de samenhang met andere ‘-tariërs’ beter tot uitdrukking gebracht. Toch komt ook het slechts vierlettergrepige woord vistariër voor.
Maar het meest bijzondere aan het woord vissetariër (of vistariër) ligt toch wel op het semantische vlak. Geven alle hierboven beschreven woorden op –(t)ariër aan dat iets wél wordt gegeten, met het woord vissetariër wordt aangegeven dat de betreffende persoon juist géén vis eet. Ik vermoed dat dit komt omdat de meeste taalgebruikers bij het woord vegetariër vooral denken aan ‘iemand die geen vlees eet’ en niet zozeer aan ‘iemand die uitsluitend plantaardige producten eet’. Daarmee wordt een X-tariër ‘iemand die X niet eet’. Het ligt dan voor de hand om een vissetariër te beschouwen als ‘iemand die geen vis eet’. Daarmee zijn de vissetariër en de pescotariër antoniemen van elkaar.
Het is nu nog wachten op de lexicograaf die het woord een plaats durft te geven in een woordenboek. Sandra heeft er al een op het oog. In een tweet van 30 maart 2015 schrijft zij:
- Misschien haalt “vissetariër” de dikke van dale nog eens @VanDaleUitgever Ik zeg nieuwe trend
Rob Alberts zegt
Veel voorkomende vraag is dan of een vegetarier vis eet …
Vredelievende groet,
rolanddebonth zegt
Klopt, hoor ik zelf ook vaak. Meestal antwoord ik – lacto-oo vegetariër – dat ik ‘niets met oogjes’ eet. Dat is voor de meesten duidelijk. In restaurants is het wel verstandig om aan te geven dat je eieren en zuivel eet.
Jos Houtsma zegt
De vraag is: schoten de Sluipschutters raak? Ik betwijfel dat. Je kunt zeggen ik ben vegetariër (zn), maar ook ik ben vegetarisch (bn). Net zoals je kunt zeggen Bosniër maar ook Bosnisch, enz.
(Maar niet zo gemakkelijk parlementarisch.) (Wat ik ook niet ben.)
rolanddebonth zegt
De Nederlandse vegetariersbond geeft wel definities voor de termen vegetariër en vegetarisch, maar over de gebruiksmogelijkheden van deze woorden in combinatie met mensen laten ze zich niet uit. Het is misschien mee te gaan in wat zij over de verschillende benamingen voor soorten vegetariërs opmerken: “Wij vinden dat iedereen zich zo moet noemen waar hij of zij zich prettig bij voelt en verliezen ons liever niet in discussie over wanneer je je precies wel vegetariër mag noemen en wanneer niet. Wel houden we graag de definitie van wat vegetarisch is duidelijk, zodat als je een vegetarische maaltijd bestelt je zeker weet dat je geen vis, kip of slachtafval krijgt.’’
https://www.vegetariers.nl/bewust/veelgestelde-vragen/welke-definitie-hanteert-de-vegetariersbond-voor-vegetarisch-en-voor-een-vegetarier
Peter-Arno Coppen zegt
Het lijkt me niet zozeer het woord maar de woordsplinter ‘-tariër’ die zich een plaats aan het verwerven is. Ik signaleer ook al ‘kippetariër’, ‘koeietariër’ en ‘piggietariër’ voor mensen die resp. geen kip, geen rund of geen varken eten. En niet te vergeten de flexitariër.
Over woordsplinters schreef Matthias Hüning in 2008 een artikeltje in Onze Taal (ook op kennislink).
rolanddebonth zegt
Lastig is de demitariër, die 50% procent vlees uit en 50% niet.
‘Tariër’ komt overigens ook al als zelfstandig naamwoord voor, in de betekenis ‘vegetariër’. Gebruikers zijn zich er wel bewust dat dit geen normaal woord is:
@uitweb 17.01.17: Als ’tariër’ Steven uiteten gaat is het altijd geitenkaas of paddenstoelenrisotto.
@johnhermse1 22.02.17: Ik was weer eens erg flexi-, als tariër. Sorry, beestjes (maar jullie waren best lekker).
Zelfs als persoonsvorm 1e persoon enkelvoud is tariër al gesignaleerd:
@rijsberman 19.05.17: Ik ’tariër nu flexi, daar zul je het even mee moeten doen.
Lucas zegt
Wat een onduidelijke splinter is dat dan. Bij vegetariër eet je juist wel groente (vegetables), een flexitariër is juist een flexibele vegetariër (dus een samentrekking waarin -tariër nog steeds onderdeel is van vegetariër), maar bij die andere termen—die ik nog nooit gehoord heb—is het juist het tegenovergestelde.
Al die arme koks die daar rekening mee moeten houden.
Rob Alberts zegt
Preciezen of rekkelijken: een dier zou er van duizelen.
Mijn advies: wil je hetzelf doden, kun je hetzelf doden, zou je het dan ook willen eten.
Diervriendelijke groet,
Gerard van der Leeuw zegt
Gelukkig is de splinter ‘-tariër’ en niet ‘ariër’ en ‘arisch’. ……….
DirkJan zegt
Opvallend dat de meest gangbare en juiste definitie van een vegetariër ontbreekt, namelijk dat het iemand is die geen producten van dieren eet die hiervoor gedood, geslacht worden. Daardoor eet een vegetariër vanzelfsprekend ook geen vis, maar weer wel zuivelproducten als melk, boter, kaas en eieren.
Een groter misverstand is dat mensen en media denken dat er steeds meer mensen minder vlees eten. Dat beweren ze wel, maar in de praktijk blijkt de vleesconsumptie al een paar jaar niet af te nemen. Zo’n 4 op de 100 mensen zijn slechts vegetariër. Mensen zijn te veel verslaafd aan hun bal gehakt en worstenbroodje.
[ En de begrippen pectotariër, fishtariër, vistariër en vissetariër komen zo weinig voor dat mijns inziens nu moeilijk valt te voorspellen welke nog eens het populairst wordt. ]
rolanddebonth zegt
De betekenis die u geeft komt overeen met wat er in een citaat in het WNT bij het lemma vegetariër wordt gegeven:
De Nederlandsche Vegetariërsbond (beschouwt) … diegenen als vegetariërs: wier voedsel bestaat uit voortbrengselen van het plantenrijk, desverkiezende met toevoeging van eieren, melk, boter, honing, enz. doch die zich onthouden van al zulke voedings- en genotmiddelen, tot welker voortbrenging of bereiding het dooden van dieren gevorderd wordt, Chr. Encyclop. 5, 542 b [1929].
Niet elk woordenboek is even precies. Van Dale Online omschrijft een vegetariër als ‘iemand geen vlees of vis eet’. Het Algemeen Nederlands Woordenboek schrijft bij het lemma: ‘’[Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een aanhanger van het vegetarisme
[Gedrag] eet hoofdzakelijk of uitsluitend plantaardig voedsel; volgt een vegetarisch dieet; eet geen vlees en geen vis; eet nauwelijks vlees en vis’’
DirkJan zegt
De online Van Dale is zeer beperkt en mijn definitie komt overeen met die uit de Dikke van Dale editie 14: ‘iem. die geen producten eet die middels het slachten van dieren zijn verkregen’.
Gerard van der Leeuw zegt
Met deze aantekening dat hij alleen kaas eet als die gestremd is met een plantaardig product en niet met leb uit de lebmaag van een gedood kalfje.
DirkJan zegt
Strikt genomen is kaas met dierlijk stremsel niet vegetarisch, maar wordt er vaak wel toe gerekend omdat voor het stremsel niet het dier speciaal wordt gedood, maar het een bijproduct van de slacht is. Geldt ook voor gelatine. Rekkelijken en preciezen.
rolanddebonth zegt
“Vegetarische voeding is voeding waar niets in zit van het gedode dier. Dit betekent dat er geen vlees, vis, insecten of gevogelte in zit. Daarnaast zit er in echt vegetarisch eten ook geen slachtafval, zoals gelatine of niet-vegetarisch stremsel (in kaas) of ander verstopt vlees in het eten”, aldus de vegetariersbond op hun website.
Wil je er echt van overtuigd zijn dat geen van de bovenstaande ingrediënten in voedsel zit, vertrouw dan op het V-keurmerk (het groen-gele logo met een plantje, in de vorm van een v), waarvan er een voor vegetariërs en een voor veganisten bestaat.
DirkJan zegt
Strikte vegetariërs letten daar op en weten dat ook wel, maar er is een verglijdende schaal van toch kaas eten met dierlijk stremsel of bijvoorbeeld wel mosselen eten (want daar zitten geen oogjes aan! :-).
En het blijft altijd wat hypocriet, want een legkip gaat ook na anderhalf jaar naar de slacht en een melkkoe kan ook niet van een oude dag genieten en sterft geen natuurlijke dood en eindigt ook voortijdig in het slachthuis. Als je heel principieel bent voor dierenwelzijn word je veganist, maar ja, dat is wel een hele rigoureuze stap.
Evelyn zegt
Ik realiseer me dat dit artikel gedateerd is, maar aangezien ik, voor iemand die niet wist wat het begrip “pescotariër” inhield, een kort stukje tekst zocht waarin dit duidelijk werd omschreven, kwam ik via Google bij dit artikel terecht. En dan vind ik het toch wel pijnlijk om deze zin te lezen: “De tweede groep – die van de pollotariërs – eet geen vis en geen zoogdieren, maar wel gevogelte tot zich.” Zeker op een site die neerlandistiek.nl heet.
Roland de Bonth zegt
Beste Evelyn,
Dat is natuurlijk niet goed. Dank voor de oplettendheid. Ik zal de zin verbeteren.
Met vriendelijke groet,
Roland de Bonth
BertH zegt
Leuke post! Al een poos ben ik bezig met deze zelfde vraag. En heb ook gezocht naar een benaming. Vooral jouw uitleg over de semantiek van het woord is waar ik ook tegenaan ben gelopen. Daarom noem ik mijzelf terratariër en terratarisme. Alles wat op het land leeft en groeit. En dan krijg je de eeuwige vraag of je dan gevogelte eet? Ja. Want vogels strijken regelmatig neer. Wellicht is terratarisme dus de juiste benaming.