Verwarwoordenboek Vervolg (101)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
alcoholicus / alcoholist
Er is geen verschil in betekenis, wel soms een klein verschil in taalsfeer.
alcoholicus alcoholverslaafde
Hij schreef ooit over zichzelf: “Ik ben alcoholicus, verslaafd aan drugs én een genie.”
alcoholist alcoholverslaafde
Ik ben geen alcoholist – nou ja, wel een stevige drinker.
Het woord alcoholicus klinkt wat deftiger: een academicus is eerder alcoholicus, en een arbeider alcoholist. Hoewel, het standsverschil verdwijnt wanneer ze elkaar ontmoeten op een AA-avond (van anonieme alcoholisten).
Met een duidelijk betekenisonderscheid tussen de uitgangen –icus en –ist wil het niet zo vlotten. De uitgang –icus is van oudsher gereserveerd voor woorden van niet-Germaanse herkomst. Daarom zeggen we geen bloemicus maar bloemist, en geen chemist maar chemicus. Soms is er in beroepsaanduidingen wel een heel subtiel verschil. Vergelijk botanicus en botanist, neerlandicus en neerlandist. Bij de vormen met –icus denk je iets eerder aan ‘afgestudeerd in’ en bij de vormen met –ist iets eerder aan de ‘beoefenaar’.
Maar bij alcoholverslaving gaat het niet om een beroepsaanduiding. Dus hier is dat onderscheid niet relevant. Wel komt het woord alcoholist veel vaker voor dan alcoholicus, dus de vorm met –icus zal op den duur wel verdwijnen. Tenzij we natuurlijk een sterker onderscheid kunnen maken dat wel navolging krijgt. Er is al een interessante suggestie gedaan. Alcoholist ben je als je je patiënt voelt, als je niet kunt stoppen zonder hulp en je omgeving tot last bent. Alcoholicus ben je als je eigenlijk wel weet dat je heel veel drinkt, maar als je daar goed mee kunt leven. En dan kunnen beide woorden in één zin: Nee, ik noem mezelf geen alcoholist maar alcoholicus, want ik functioneer prima.
Nog een vraagje: hoe spreekt u de tweede –o– uit? In alcoholicus is het de o van ‘dool’ en van ‘holistisch’, maar in alcoholist de o van ‘dol’ en van ‘alcohol’. Vreemd, die lange klinker in alcoholicus. Dat komt natuurlijk door die ene -l-, vergelijk ‘dolen’ en ‘dollen’. Maar waarom dan niet in alcoholist? Nou ja, u hoort het verschil waarschijnlijk niet meer wanneer u wat meer gedronken hebt.
Bert Mostert zegt
In het verleden ben ik lange tijd als psychiater werkzaam geweest in de verslavingszorg. De suggestie die in het artikel gedaan wordt om het genoemde onderscheid te maken, komt mij vreemd voor. Geen van de mensen die ik behandeld heb of van wie ik de behandeling heb gesuperviseerd, of zij nu verslaafd waren of niet, zou dit verschil zo maken. Ook degenen die werkzaam zijn in de zorg maken dat niet. Alcoholist is in die zin het enige gebruikte woord. Het woord “alcoholicus” werd/ wordt in medische kringen als wetenschappelijk synoniem voor “alcoholist” gebruikt. Het eerste wordt ook als (zuiver Latijns) adjectief gebruikt bv. “foetor alcoholicus”.
Joke van Overbruggen zegt
Bert Mostert heeft helemaal gelijk: onderscheid maken slaat taalkunidg gezien nergens op
DirkJan zegt
Ik ken ook nog het wat onbekendere synoniem ‘alcoholieker’ dat een Vlaamse herkomst heeft. Ik heb me altijd afgevraagd of de uitgang ‘lieker’ een verbastering is van het Engelse ‘liker/liken’: een alcoholieker, iemand die van alcohol houdt/liked.
Ton van der Wouden zegt
Alkoholiker is Duits
DirkJan zegt
Daar had ik niet aan gedacht en in Vlaanderen eindigen meer persoonswoorden op ‘ieker’ zoals, mechanieker of politieker. En mijn suggestie was ook wat gekscherend bedoeld, ik vond het wel aardig: een alcohol-liker/lieker.
[ Marc van Oostendorp hield vandaag op Twitter een poll over de uitspraak van alcoholist en een krappe meerderheid spreekt de tweede o uit als in kok. Verrassend, maar dat zegt mogelijk ook wat over zo’n poll, misschien doen juist mensen mee die het zo uitspreken. Ik heb het evenwel net als de reageerders hier nog nooit anders dan met een lange o gehoord. Er deden 342 mensen aan de poll mee. ]
Manfred zegt
Politicus, graficus, neerlandicus, alcoholicus. Dat *-us duidt op een soort geleerdheid, het heeft iets respectabels. Je moet enige moeite doen om deze status te bereiken. Het is daardoor een hoedanigheid van een individu.
Communist, fundamentalist, ietsist, alcoholist. Dit zijn ismes, ideologieën, wereldbeelden, leefwijzen. Die beleef je niet in je eentje, dit zijn groepsactiviteiten.
(Ik heb een borrelglaasje met de opdruk: I’m not an alcoholic. I’m a drunk. Alcoholics go to meetings.)
M. Helder zegt
De tweede o in ‘alcoholist’ kort, zoals in ‘alcohol’? Bij mij is hij lang, en ik heb het woord ook nooit horen uitspreken met een korte o. Is de korte o hier misschien iets van bepaalde groepen of regio’s?
Peter Nieuwenhuijsen zegt
In niet-Germaanse leenwoorden zijn de onbeklemtoonde klinkers vaak wat tweeslachtig: galopperen – gallopperen – galloperen (?); illegaal – ilegaal, enz. Niettemin: ook bij mij is de tweede o in alcoholist de o van rood, dat wel.
Bert Mostert zegt
De korte tweede o heb ik ook nog nooit gehoord in mijn woonplaatsen in Holland en Limburg.
Peter-Arno Coppen zegt
Is het niet zo’n gereduceerde lange o, zoals in ‘modern’, die bij informele uitspraak een beetje naar een sjwa toegaat (‘medern’)? Dat is in mijn beleving bij ‘alcoholist’ wel wat sterker dan bij ‘alcoholicus’.
Henk Wolf zegt
Ik heb de neiging om ‘alcohol’ uit te spreken als [‘ɑlkɔl]. Ik herinner me zelfs dat ik erg verbaasd was, toen ik er als kind achter kwam dat het woord werd geschreven alsof het drie lettergrepen zou hebben.
Ik kan me voorstellen dat dat voor meer mensen geldt en dat ze ‘alcoholist’ uitspreken als [alkɔ’lɪst] en dat op basis van het woordbeeld (her)interpreteren als /ɑlkɔhɔ’lɪst/. Bij ‘alcoholicus’ sluit de beklemtoonde [o.] die herinterpretatie uit.
Met mijn tweede voornaam ‘Abraham’ werkt het bij mij net zo. Ik spreek die doorgaans uit als [‘a.brɑm]. De grootvader naar wie ik vernoemd ben, werd ‘Bram’ genoemd’.