Door Olga van Marion en Netty van Megen
Neerlandica en filosofe dr. A. Agnes Sneller-van Veen was een geliefde docent aan de Opleiding Nederlands in Leiden. Als oud-studenten en collega zijn wij zeer verdrietig dat ze 31 januari jl., na een waardevolle periode van afscheid nemen te midden van haar vier dochters en vele vriendinnen, in het Haagse Nolenshaghe is overleden.
In Leiden doceerde Agnes Sneller vanaf 1982 historische taalkunde, naast haar aanstelling als docent aan de Nutsacademie (nu Hogeschool) in Rotterdam. Generaties studenten hebben zich onder haar leiding verdiept in het vak Zeventiende-eeuws, en het enthousiasme nam alleen maar toe toen ze in de jaren negentig colleges Genderlinguïstiek gaf samen met haar collega Taalbeheersing Agnes Verbiest, met wie zij het cursusboek Wat woorden doen (2000) samenstelde. Ook wij behoorden in onze studententijd tot haar fans en we hebben ons onder haar leiding met plezier verdiept in historische taalkunde, taalvariatie en filologie tot en met het taalgebruik van P.C. Hooft in zijn Nederlantsche Historiën.
Het was Agnes Snellers gewoonte studenten zoals ons na hun studietijd te blijven betrekken bij haar stimulerende activiteiten en wetenschappelijke verrichtingen op het gebied van vrouwenstudies vroegmoderne tijd. Zo organiseerde ze jarenlang met een team de Annie Romein-Verschoorlezingen, schreef samen met vakgenoten de bundel Anna Maria van Schurman (1607-1678), Een uitzonderlijke geleerde vrouw (1992) en samen met ons De gedichten van Tesselschade Roemers (1994). Haar aandacht voor Van Schurman en Roemers keerde terug in haar proefschrift Met man en macht, waarop ze in 1996 in Utrecht bij Riet Schenkeveld promoveerde. Door naast het werk van vrouwen ook dat van Jacob Cats, Constantijn Huygens en Johan van Beverwijck te analyseren, wist ze aan te tonen op welke manieren het zeventiende-eeuwse, androcentrische taalgebruik vrouwen uitsluit. En dat terwijl vrouwelijke auteurs op een of andere manier toch hun ervaringen in die taal moesten uitdrukken.
Jarenlang heeft Agnes Sneller actief bijgedragen aan de debatten in ons vakgebied over taal, macht en gender, ook toen zij enkele jaren voor haar pensioen hoogleraar werd aan de Károli Gáspár Universiteit in Boedapest. Daar had ze een actieve rol in de neerlandistiek die toen ‘extra muros’ heette en ontwikkelde ze samen met haar Hongaarse collega Judit Gera de Inleiding literatuurgeschiedenis voor de internationale neerlandistiek (2010). Een ander waardevol boek voor de Neerlandistiek van haar hand is De Gouden Eeuw in gedichten van Joost van den Vondel (2014, verschenen in de Zeven Provinciën Reeks waar ze redacteur was), met veel aandacht voor gelegenheidspoëzie en de leefwereld rondom de dichter.
Haar interesse voor ‘vergeten’ talentvolle vrouwen bracht Agnes de laatste jaren tot uiting in haar activiteiten voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Daar was ze mederedacteur van de blog Dames in Data en nam ze het initiatief tot de feestelijke viering ‘125 jaar Vrouwen in de Maatschappij’ op 26 mei 2018, waarbij er voor het eerst in de geschiedenis van de MNL vier vrouwen tot erelid werden benoemd. Het mooie feest dat zij voor 16 november 2018 had georganiseerd – het symposium ‘Vrouwengeschiedenis als bron van inspiratie’ in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (t.g.v. 25 jaar Stichting Vrouwengeschiedenis Vroegmoderne Tijd) – heeft zij zelf door haar ziekte niet meer mee kunnen maken.
Agnes Sneller was een bekend gezicht op congressen en symposia in binnen- en buitenland. Er kon geen bijeenkomst op het gebied van vrouwengeschiedenis en vroegmoderne tijd plaatsvinden of ze was erbij en liet haar stem luid en krachtig horen. Daarmee heeft ze velen van ons geleerd altijd alert te blijven. Haar kritische houding ten opzichte van taal, macht en gender is als het ware in ons dna gaan zitten. Ze heeft daarmee een prachtige erfenis nagelaten, die we graag aan de volgende generaties doorgeven.
Laat een reactie achter