Door Lars Bernaerts, Iris van Erve, Jan Konst, Henriette Louwerse, Jelica Novakovic , Els Stronks en Johan Vanparys
Is het opheffen van de studie Nederlands door de Vrije Universiteit een voorbode van een kwade storm? Dit bange vermoeden bekruipt je als je de voorlopige conclusies van de commissie-Van Rijn bekijkt. Deze commissie, ingesteld door minister Van Engelshoven, moet voorstellen doen voor een nieuw (budgetneutraal) bekostigingsmodel voor het hoger onderwijs. De commissie rapporteert eind april. Inmiddels lekte via ScienceGuide uit wat de denkrichting van de commissie lijkt te zijn: hevel binnen het budget 150 miljoen euro over naar de technische universiteiten en haal dat geld vooral weg bij de geesteswetenschappen. Met zo’n verschuiving zal de VU de eerste opleiding Nederlands in een reeks sluitingen zijn.
De neerlandistiek heeft het nu al lastig. Nog geen 200 eerstejaars in heel Nederland, terugloop in de studentenaantallen in Vlaanderen en een universiteit die het onderwijs in de landstaal- en letterkunde stopzet. De verontwaardiging is groot, de emoties lopen hoog op en de verklaringen tuimelen over elkaar heen. Op school is het vak Nederlands saai en kweekt het geen liefde voor taal en literatuur; de nadruk op exacte vakken is doorgeslagen; er is een dalende trend in de interesse voor talenstudies in het algemeen enzovoort.
Ongetwijfeld tellen al deze factoren mee. Maar er speelt ook een politieke reden: we hebben het Nederlands tot een taal met weinig status gemaakt, een leuk taaltje voor thuis, maar ongeschikt voor serieuze zaken of om serieus bestudeerd te worden. Gaan we die politiek met de commissie-van Rijn weer een stap verder doorgevoerd zien worden?
Nederlands wereldtaal
De Internationale Vereniging voor Neerlandistiek denkt dat het anders moet. Wie aan de hand van het kasboekje het belang meet, wie de eigen taal geen plaats gunt in een internationale context, die doet zichzelf ernstig te kort. De eerste stap is dan ook het afwerpen van de Calimero-mentaliteit. Want het Nederlands ís helemaal geen kleine taal. Gemeten naar het aantal moedertaalsprekers staat het Nederlands ergens rond plaats 50 – van de naar schatting 6.000 talen die er zijn. Bovendien studeren wereldwijd nog eens ruim 14.000 studenten Nederlands, aan meer dan 200 universiteiten in 45 landen. Nederlands is dus een wereldtaal met een mondiaal (opleidings)netwerk.
Daarnaast wordt het tijd dat we het Nederlands de status geven waar het recht op heeft: als zelfbewuste taal in een internationale context. Als bestuur van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek pleiten wij voor een radicaal internationaliseringsoffensief: een internationaal curriculum, een verblijf in het buitenland voor iedere student Nederlands en het combineren van Nederlands met andere vakken binnen een breder Liberal Arts-curriculum. Plaats de Nederlandse taal en literatuur tegen de achtergrond van internationale onderzoekstradities; onderzoek de dynamiek tussen het Nederlands en andere talen en culturen; maak gebruik van het mondiale onderwijs- en onderzoeksnetwerk waarover Nederland en Vlaanderen beschikken.
Zelfbewuste specialisten
Hier hoort ook bij dat de Nederlandse en Vlaamse overheden erkennen dat de neerlandistiek buiten de taalgrens onderdeel uitmaakt van Nederlands als internationale taal. Door intensieve samenwerking kunnen onze aankomende neerlandici uitgroeien tot zelfbewuste, globale specialisten die kunnen aansluiten bij en opereren in het wereldwijde netwerk. Zo pakken we het kleindenken dat de neerlandistiek traditioneel wordt opgedrongen bij de wortel aan: de docenten van de toekomst hebben ervaring met Nederlands in een internationale context.
Het is de hoogste tijd dat ook wij investeren in de neerlandistiek. In het studiejaar 2017-2018 worden in Nederland zo’n 200 studieplaatsen voor eerstejaars gefinancierd. Het bedrag dat daarmee gemoeid is, staat in geen verhouding tot de middelen die bijvoorbeeld Duitsland voor het wetenschappelijke onderwijs in de moedertaal opbrengt. In dit jaar studeren daar aan de gezamenlijke universiteiten rond de 70.000 (!) studenten germanistiek. De cijfers voor de internationale neerlandistiek laten eenzelfde beeld zien. De Taalunie mag zo’n 10 miljoen besteden aan taal-infrastructuur en taal-activiteiten. De begroting van Oostenrijk (een kleiner land) voor deze activiteiten bedraagt 31 miljoen.
Gestrande opleidingen en extreem lage studentenaantallen – dat er iets moet gebeuren, daarover zijn alle betrokkenen het eens. De IVN denkt dat een structurele investering in de internationalisering van de neerlandistiek een adequaat middel is om jonge mensen voor een studie in de neerlandistiek te winnen. Deze mensen zijn dringend nodig, al was het maar om de toekomst van het schoolvak Nederlands veilig te stellen. Of staat de overheid op het punt de opleiding van leraren Nederlands te outsourcen en komen middelbare schooldocenten Nederlands in de toekomst uit Barcelona, Keulen en Londen?
Dit stuk verscheen eerder in NRC Handelsblad.
Bas Jongenelen zegt
Het is een eenzijdige benadering van ‘Nederlands studeren’. Alsof dat slechts aan een universiteit kan. Dit is niet het geval, ook op het HBO wordt Nederlands gestudeerd. Daar loopt ook het aantal studenten terug en ook dat is zorgelijk. Als er een reddingsplan moet komen, dan mag dat reddingsplan niet gericht zijn op de universiteiten. Dan moet dat reddingsplan er ook komen voor de HBO’s. Tweedegraads leraren Nederlands die lesgeven op het VMBO, MBO en de onderbouw HAVO-VWO moeten er ook zijn. De redding van de neerlandistiek zit hem niet in de universitaire student alleen. Er moeten ook meer havisten Nederlands gaan studeren. Ik ken weinig universitair geschoolden neerlandici die lesgeven aan basis- en kaderklassen (om maar een voorbeeld te noemen), terwijl die kinderen ook recht hebben op goed onderwijs. Het zijn met name de afgestudeerden van de tweedegraads lerarenopleidingen die met volle overtuiging daar les geven. Ook zij verdienen de aandacht van de IVN, ook zij dienen betrokken te worden bij reddingsplannen en maatschappelijk debatten over de Nederlandse taal, literatuur en moedertaalonderwijs.
Esther Bouma zegt
Het zou ook wenselijk zijn dat de Taalunie een navenant en dus groter budget kreeg om bijv. docentennascholingen aan te bieden aan een grotere groep docenten Nederlands buiten het Nederlands taalgebied. Nu kunnen alleen universitaire docenten van dit aanbod gebruik maken en je kunt je afvragen waarom iemand die evt. één module Nederlands aanbiedt per semester op een willekeurige universiteit wél zo´n nascholing kan krijgen terwijl iemand die op bijv. een Duitse VHS (volksuniversiteit) werkt zich daar niet voor kan aanmelden. Op mijn eigen Berlijnse VHS hadden wij de afgelopen acht jaar zo´n 5000 (ja, drie nullen) aanmeldingen en geven met drie docenten ca. 70-75 cursussen per trimester. In alle onbescheidenheid, wij zijn taal- en cultuurambassadeurs par exellence, zet daar ook eens op in.
Esther Bouma zegt
Kleine toevoeging: Dat Nederland op handelsgebied ook bepaald geen Calimero is, is bekend maar ook dat Nederland voor Duitsland, na China, de belangrijkste handelspartner is? https://aussenhandel.makronom.de/key-facts/mit-welchen-laendern-tauscht-deutschland-die-meisten-waren-aus/. Ironisch genoeg werd ik daar door Duitse diplomaten op gewezen (aan wie ik Nederlands geef op hun ministerie en die vanzelfsprekend intensief Nederlands leren voordat ze naar Nederland of Brussel worden uitgezonden.)
Henriette Louwerse zegt
Terecht stelt Bas Jongenelen dat ‘Nederlands studeren’ ook op het HBO kan, en zijn bijdrage lijkt me een belangrijke toevoeging die onze oproep tot investeren en ‘opwaarderen’ alleen maar versterkt.
Buiten het taalgebied wordt Nederlands gezien als volwassen taaloptie. Nu moeten we de minister ervan overtuigen dat het Nederlands meer is dan een huis-tuin- en keukentaal. Dat wie niet investeert in taal- en het cultuuraanbod een duidelijk signaal geeft over de waarde en positie van de taal. Jongeren die zich ‘internationaal’ voelen, pikken uiteraard op dat de onderliggende boodschap is dat Nederlands er niet ‘echt’ toe doet. Dat het klein en onbeduidend is. Maar juist dat complex – en dat excuus – moeten we afwerpen. Nederlands staat in de wereld en is van de wereld. Het is een rijke taal met perspectief, en studenten op het HBO en het WO en buiten het taalgebied moeten ervaren dat hun keuze voor Nederlands ertoe doet. En ja, die waardering moet je ook financieel uitdrukken, niet alleen met de mond belijden. Anders moeten we van het Nederlands gewoon een soort Luxemburgs maken: een taal die belangrijk is voor familie- en vriendenkring en noodzakelijk voor participatie in het buurthuis, maar daarbuiten van nul en generlei gewicht. Want laten we eerlijk zijn: met het huidige beleid stevenen we daarop af.
DirkJan zegt
“Buiten het taalgebied wordt Nederlands gezien als volwassen taaloptie.” Ik heb het al vaker geschreven, Nederlands in het buitenland studeren is geheel iets anders dan Nederlands studeren in Nederland. Ook wordt er steeds gewezen op de grote aantallen buitenlandse studenten die in hun eigen land Nederlands studeren, maar vaak wordt vergeten dat het doorgaans om een bijvak gaat. Dat maakt Nederlands in mijn ogen niet direct tot een prominente wereldtaal. Maar er worden wel meer dingen geschreven die volgens mij net even bezijden de waarheid zijn.
Zoals ook in de brandbrief die vandaag in de Volkskrant stond over de verkwanseling van het Nederlands aan de universiteiten. Ik heb gelijk gereageerd en schreef:
In de brandbrief van wetenschappers en prominenten over de verengelsing van het hoger onderwijs, die vrijdag in de Volkskrant stond afgedrukt, lees ik, “De verwaarlozing van het Nederlands aan onze universiteiten leidt niet alleen tot een dramatische daling van het aantal studenten dat kiest voor de studie Nederlands …”.
Hier wordt een verband gelegd dat volgens mij totaal niet bestaat. De grote terugloop voor de studie Nederlands komt niet door de verwaarlozing van onze taal of door de verengelsing aan universiteiten, maar heeft geheel andere oorzaken die vooral bij het onderwijs op de middelbare school en andere cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen bij jongeren moeten worden gezocht. De bachelorfase van de studie Nederlands wordt nergens in het Engels gegeven, maar daarentegen kiezen veel studenten wel bewust voor andere studies bijvoorbeeld omdat die juist in het Engels worden onderwezen. Ik heb ook zo mijn zorgen, maar alleen al om deze ridicule bewering had ik de brief niet ondertekend.
Gerard van der Leeuw zegt
Beste Dirk-Jan,
Zo ridicuul is die bewering natuurlijk niet. Je gaat Nederlands studeren (ik ben musicoloog, dus geen Neerlandicus) omdat je interesse hebt in die taal. En die leer je je leven lang, dus ook – en misschien wel intensiever dan elders- op de Universiteit….. Als je dagelijks omringt wordt door mededelingen in het Engels verleer je je moerstaal best wel snel. En krijg je er nooit lol in. Natuurlijk moet er op de middelbare scholen beter Nederlands worden gegeven, maar hoe motiveer je leraren als die op de Universiteit constant door Engels worden omringt…. Het leidt tot Anglicismen en -inderdaad – neerkijken op je eigen taal. De Universiteit zou lezingen, werkgroepen, leesclubs moeten opzetten en het gebruik van het Nederlands op alle mogelijke manieren moeten bevorderen. Straks zijn we wat onze haalbetreft wetenschappelijk gezien helemaal een bananenrepubliek.. En wat dat bijvak Nederlands op buitenlandse universiteiten betreft: de studenten daar spreken meestal beter Nederlands dan onze politici……..