Geluk is steentjes
nooit een kei –
Narcissus had teentjes,
die stootte hij –
ook Echo had ze
maar die kwijnde weg
geluk, vergat ze
daar is ’t eind van weg
en waar het einde weg is
is ook geen begin –
gelukschoentjes met eeuwig
steentjes erin.
*
Afscheid
Er staat een plant begonia vaarwellis
in het venster; hij zal niet omkijken
niet zien – ik plant een hagepreek
van lieve woorden om hem heen;
hij wil wel luisteren maar voor ’t laatst.
zo ga ik langzaam over in een oude vrouw,
een oudere zuster der vitrages,
met plotseling een zoon maar hij is weg,
en met een kat imaginair, niet te verjagen.
Wilfred Smit (1933-1972)
———————————–
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Wim Voskuilen zegt
Het eerste gedicht werd in 1988 gepubliceerd in De Gids met een inleiding van Jan Kostwinder. https://www.dbnl.org/tekst/_gid001198801_01/_gid001198801_01_0081.php Er is daarna nog een andere, latere versie van het gedicht gevonden. Dit gedicht werd in 1999 verstuurd als nieuwjaarsgeschenk door Wouter Voskuilen (1927-2010) en Liesbeth Voskuilen – Diaz (1931-2012), met een kopie van het handschrift.
x x x
Geluk is steentjes.
nooit een kei;
Narcissus had teentjes
die stootte hij –
ook Echo had ze
maar die kwijnden weg.
geluk, vergat ze,
daar is ’t eind van weg –
en waar ’t einde weg is
is ook geen begin:
geluksschoentjes eeuwig
met steentjes erin.
Wilfred
‘Eind december 1961 kregen wij dit gedicht van Wilfred Smit (1933-1972) ter gelegenheid van ons huwelijk.
Het is aan mijn aandacht ontsnapt bij het door Frans van Houten (1929-1995) en mij bezorgde Verzameld Werk, in 1983 verschenen bij Athenaeum – Polak & Van Gennep.
Liesbeth en ik wensen je aan het eind van dit millennium het beste toe voor het volgende.
Wouter’