Uit Bibbervlees, een prentenbundel met ietwat griezelige en ietwat gruwelijke gedichten (ietwat in de geest van Roald Dahl) voor kinderen – van de Vlaamse actrice Karin Jacobs.
De neuskeuteltjesboom
Mijn moeder heeft me bang gemaakt.
Ze gaf me weer eens op mijn kop.
Gewoon omdat ik af en toe
mijn vinger in twee gaatjes stop.
Ik peuter immers in mijn neus
en vis er alle beestjes uit.
Die stop ik rechtstreeks in mijn mond
en eet ze als een stukje fruit.
Zo heerlijk pulken met mijn pink
tot boven in mijn reukorgaan,
vind ik het leukste wat er is.
Ik kan er echt niet aan weerstaan.
Die keutels smaken lekker zout,
zijn heerlijk sappig bovendien.
Maar moeder zegt: ‘Dat is heel vies!
Ik wil geen neusgepulk meer zien!
Straks groeit er in je buik een boom
vol neuskeutels en grijsgroen snot.
Die scheurt je maag en ook je darm
vanbinnen helemaal kapot.
Zijn takken steken na een tijd,
dat klinkt misschien wat mysterieus,
volledig door je longen heen
en schieten verder door je neus.
Zijn wortels groeien uit je bips.
Die hou je ook niet meer in toom.
Al gauw besta je zelf niet meer,
ben jij één neuskeuteltjesboom!’
Toen werd ik toch een beetje bang
want stel je zoiets nu eens voor.
Voortaan eet ik alleen nog maar
het gele oorsmeer uit mijn oor!
Karin Jacobs (1960)
uit: Bibbervlees (2019)
—————————–
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter