Door Peter Nieuwenhuijsen
Behalve de uitroep ‘oh!’, waarover ik eerder publiceerde op Neerlandistiek, vermeldt Van Dale (15e dr.) ook de uitroep ‘ah!’. Die zie je dan ook geregeld voorkomen in teksten: ‘Ah. Op de paal!’. Het is de ongespannen a van bak, al maakt Van Dale dit deze keer niet duidelijk met een fonetische notatie. Wel wijzen de woorden die het woordenboek opsomt als ‘betekenisomschrijving’ ondubbelzinnig in die richting: verwondering, toorn, ongeduld, droefheid, verdriet. Het gebruik van de h is een slimme manier om met behulp van een medeklinker een gesloten lettergreep te schrijven, waarin (dus) een ongespannen a klinkt, zonder dat die medeklinker zelf te horen is.
Zoals je van uitroepen kunt verwachten, wordt ah nogal eens danig uitgerekt: ‘Ahhh! Dat kán toch niet?’ ‘Aàààh! Tegen de lat!’ Niet zelden krijg ik echter de indruk dat met ah helemaal niet de a van bak wordt bedoeld. Wat zeg je bijvoorbeeld als je naar iemand uitkijkt die te laat is, op het moment dat je hem of haar eindelijk in het vizier krijgt: 1 of 2?
- Ah! Daar zul je haar hebben!
- Aah! Daar zul je hem hebben!
Ik denk dat we dan 2 zeggen, maar ik weet dat de uitroep ook dan vaak als ah wordt genoteerd:
- Ah, meneer Grunberg, ik heb nu een colbertje voor u dat gegarandeerd… (Voetnoot, de Volkskrant)
- Ah! Het Italiaanse leven! Welke pareltjes hebt u al ontdekt? (Voyages SNCF)
- Ah, nu weet ik het weer (D.A. Kooyman, De Revisor, jrg. 6)
- “Ah,” zei hij, en zijn gezicht klaarde op. (Marc van Oostendorp, Neerlandistiek, 7 mei 2019)
Ik zou hier een lange lijst kunnen geven, maar ik zie daarvan af. Goed, de schrijfwijze aah van zinnetje 2 zou dus meer recht doen aan wat we zeggen. Maar nu valt op dat aah wel een zeer onhandige manier is om de gespannen klinker a van aas weer te geven. Waarom niet gewoon a, zoals we naast oh ook o hebben?
Van Dale somt een flink aantal gebruiksmogelijkheden van het woord ‘a’ op, maar een uitroep is er niet bij. En inderdaad, het ziet ernaar uit dat de meest voor de hand liggende en meest efficiënte schrijfwijze van deze uitroep nauwelijks voorkomt. Ik let hier nu al een paar jaar op, maar pas zeer onlangs zag ik voor het eerst gewoon A als weergave van de uitroep A:
Via persoonlijke communicatie leerde ik dat ook tekenaar Valkema eerst ‘ah’ had geschreven, maar dat zijn collega dit had verbeterd. Ik vind dus een medestander in de heer Hercules als ik bepleit de uitroep ‘A!’ voortaan ook te schrijven als ‘A!’.
Scholieren en studenten die spelfouten maken, grijpen soms naar een verdediging van het type ‘oké, misschien moet het dan x zijn, maar ik vind y veel mooier staan!’ Eerlijk gezegd verwacht ik dat de meeste tegenwerpingen tegen dit pleidooi van ditzelfde type zullen zijn.
Gerard van der Leeuw zegt
Steek je tong eens uit en zeg eens ‘a;!
Wouter van der Land zegt
Een mogelijk argument tegen ‘a’ is dat er in zowel het Engels als het Nederlands een door spellers intuïtief aangevoelde basisregel lijkt te zijn dat woorden niet uit één letter mogen bestaan. Engelstaligen schrijven bijvoorbeeld geen u, maar ewe, you en yew. Uitzonderingen zijn zeer frequente woorden al a en I (in het Engels) en u in het Nederlands. Wanneer je ah al a gaat spellen, maak je een nieuwe uitzondering die kinderen dus apart uit het hoofd moeten gaan leren. Wanneer de klank van ah niet duidelijk is, kun je bovendien accenten toevoegen.
nieuwenhuijsen zegt
In het Nederlands zijn ‘o’ en ‘u’ heel gewoon. Het is inderdaad niet gewoon om ‘e’ en ‘i’ te schrijven, maar die woorden bestaan ook niet. Meer klinkers bevat het alfabet niet, of het zou de IJ moeten zijn. Dus om nu te spreken van een regel en van uitzonderingen…?
Over ‘u’ nog dit. Lang is dit met een hoofdletter geschreven, wat behalve met eerbied ook te maken gehad kan hebben met het idee van ‘uitzondering op de regel’. Wat zien we nu: bijna niemand schrijft ‘u’ nog met een hoofdletter en geen mens heeft er ook maar de minste last van.
Overigens: net als ‘o’ is ‘a’ een uitroep en op schrift wordt het vaak omringd of gevolgd door een komma.
Over apart uit het hoofd leren gesproken: het is precies omgekeerd. Elk kind weet hoe je A moet uitspreken en dat Ah anders klinkt dan bah is vervelend.
Wouter van der Land zegt
‘Meer klinkers bevat het alfabet niet, of het zou de IJ moeten zijn.’
Er zijn ook nog medeklinkers. We schrijven bijvoorbeeld mmh in plaats van m, ’t in plaats van t, ‘k ipv k en ssst in plaats van s.
DirkJan zegt
Het is denk ik niet de schuld van de woordenboekenmakers dat we ah (en oh) op twee manieren uitspreken. Dat vinden we kennelijk heel vanzelfsprekend en natuurlijk en afhankelijk van de context weten we wat we moeten zeggen. Het zijn eigenlijk homoniemen. Ik pleit dan ook niet voor een aparte spelling A als tussenwerpsel, maar de Van Dale zou deze uitspraak en betekenis wel moeten opnemen onder hun lemma ah.
DirkJan zegt
In het WNT is een lemma AH. Beetje onduidelijk allemaal, en veel is verouderd, maar hier lees ik toch wel dat beide uitspraken correct waren/zijn. Opmerkelijk is dat er wordt geschreven dat met ah, als A, vaak ha wordt bedoeld.
http://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?wdb=WNT&actie=article&uitvoer=HTML&id=M003189