Polyphemus
Toen ik een kind was, speelde ik in mijn dromen
de hoofdrol uit de sprookjes die ik las.
Ik vond het huis tussen de donk’re bomen,
ik vocht met draken, reuzen, maar ik was
bang in het donker dat ze zouden komen.
O jeugd voorbij! Toen ik, nog eens bezield,
de reus het ronde oog wist te doorsteken,
heb ik de spiegel van mijn droom vernield;
en met mijn angst is mijn geluk geweken.
Nu ben ik, vrij van reuzen en van dwergen,
mijzelf niet meer en nu begrijp ik pas
hoe niemand zich in niets meer kan verbergen.
J.W. Schulte Nordholt (1920-1995)
uit: Levend landschap (1950)
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter