Door Yves T’Sjoen
In de zomervakantie strijken weer 120 buitenlandse studenten Nederlands neer in Gent. De deelnemers zijn in overleg met en op voorstel van buitenlandse docenten geselecteerd. Zoals de voorbije drie jaar is de Universiteit Gent de gastinstelling in de Lage Landen voor de nieuw gemodelleerde Taalunie Zomercursus Nederlands – taal, cultuur en beroep. De cursus loopt van 4 tot 17 augustus 2019.
Eerst wordt een programma aangeboden met workshops, lezingen, interactieve seminaries. Studenten kiezen voor een leerlijn. Er is van meet af aan, sinds de hervorming van de zomercursus Nederlands als vreemde taal (NVT), voor gekozen met vier professionele sectoren te werken, respectievelijk media en politiek, kunst en literatuur, zakelijk en literair vertalen én didactiek en taalkunde. In de tweede week hebben de jongeren een bedrijfsbezoek en bereiden een poster voor, een presentatie of een blogtekst. Met het oog op het bedrijfsbezoek, beroepservaring in het Nederlandse taalgebied en vooral de verdieping van de Nederlandse spreek- en schrijfvaardigheid zijn weer tal van organisaties en bedrijven bereid gevonden de studenten enkele dagen te ontvangen. Het Universitair Centrum voor Talenonderwijs (UCT) van Universiteit Gent bereidt het verblijf van de studenten voor: op dit moment worden de voorbereidingsprogramma’s klaargestoomd. Op taalunieversum.org is sprake van “een voortraject met webcolleges, interactieve discussies en kennisclips”.
Voorbereidingsprogramma en twee weken taalbad
Het UCT werkt met een vast docententeam en nodigt experts uit om aan de hand van referaten, werkseminaries met discussiesessies en andere leervormen de studenten kennis en kunde bij te brengen. Participatie en interactiviteit zijn de pijlers van het didactisch concept. Universiteits- en hogeschoolstudenten, met Nederlands als hoofdvak of als keuzetraject, discussiëren met elkaar over onderwerpen die in de lesweek en tijdens excursies aan bod komen. Gezien de verschillende achtergronden levert een gesprek altijd geanimeerde en verrijkende debatten op. De sprekers van de eerste cursusweek worden gekozen volgens vier onderscheiden beroepscategorieën. De leertrajecten representeren de sectoren waarin de meeste studenten na het behalen van hun diploma NVT terechtkomen. Ieder jaar is het een huzarenstuk van de collega’s van het UCT om samen met buitenlandse neerlandici, de zogeheten contactpersonen, studenten een uitgekiend voorbereidingsprogramma aan te bieden. Aan hun thuisuniversiteit worden ze door hun docenten en taallectoren klaargemaakt voor het taalbad in de Lage Landen. Er wordt elk jaar naar gestreefd in de studentenpopulatie geografische spreiding in acht te nemen: deelnemers zijn verspreid over de herkomstlanden en de docentschappen.
Alumnidatabank van buitenlandse studenten Nederlands
Van deze aankondiging maak ik gebruik om drie opties voor de nabije toekomst te formuleren. Nu de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de UGent een strategische beleidskeuze i.v.m. alumni gemaakt heeft, kan samen met UCT worden gewerkt aan een alumnidatabank. De internationale studenten zijn ambassadeurs van het Nederlands in de wereld. Gezien de voorgeschiedenis van de zomercursus Nederlands gaat het over honderden alumni die eerst in Zeist, Diepenbeek en Gent, thans alleen nog in Gent, het getuigschrift hebben gehaald. Het verdient aanbeveling een alumniwerking op poten te zetten en de oud-studenten, buitenlandse neerlandici die momenteel professioneel actief zijn, bij de organisatie van de zomercursus te betrekken. Met de steun van de facultaire alumniwerking kan de UGent daar de volgende jaren werk van maken.
Interculturele contacten
Nog een desideratum. Tijdens de periode waarin buitenlandse cursisten in de stad aanwezig zijn, is er aan de UGent zomerreces en is het bijzonder stil in het faculteitsgebouw. Moedertaalsprekers Nederlands, onder anderen studenten taal- en letterkunde én toegepaste taalkunde, genieten dan van een welverdiende vakantie. Er valt veel voor te zeggen niet-moedertaalsprekers in contact te brengen met Gentse studenten. Vorig jaar is al een bescheiden poging ondernomen, maar het kan dus béter. Buiten de leszaal kunnen bijvoorbeeld met de hulp van Gentse studentenkringen, en waarom de zusterverenigingen in Antwerpen, Leuven en Brussel hier niet bij betrekken, internationale en interculturele ontmoetingen worden georganiseerd. Door moedertaalsprekers te betrekken bij extracurriculaire activiteiten, zoals museumbezoek, deelname aan de Gentse poëzieroute of een theateravond (maar dus ook een avond in het café), kan de zomercursus nog optimaler worden ingebed in de werking van de universiteit. De betrokkenheid van vakgroepen, naast die van privé- en institutionele donateurs, bestaat uit een toelage die minder gegoede studenten in het buitenland in staat stelt deel te nemen aan de cursus. Docenten van de UGent en elders begeleiden de internationale groep. Nu kunnen ook belangstellende moedertaalstudenten bij de opleiding worden betrokken.
Taalunie en universitaire opleidingen
Tot slot nog een voorlopig laatste wens. De Taalunie spant zich al vele jaren in om de zomercursus mogelijk te maken. Medewerkers en staf beschouwen het initiatief terecht als een van de cruciale opdrachten van de Taalunie: de verspreiding van het Nederlands in de wereld. De werkopdracht en het internationale belang van de verdragsorganisatie genieten weinig bekendheid bij binnen- en buitenlandse studenten Nederlands. Toch zijn ook zij, behalve taalambassadeurs, de megafoon voor de Taalunie in de wereld. In ieder geval zullen de studenten Nederlands in Gent vanaf volgend academiejaar toelichting krijgen bij de missie van de Taalunie. Het zou deel moeten uitmaken van elk universitair curriculum van neerlandici in en buiten het moedertaalgebied. De algemeen secretaris en/of stafmedewerkers kunnen aan onze universiteiten worden uitgenodigd om de visie, de interne organisatie en het buitenlandbeleid van de Taalunie toe te lichten. Ambassadeurs moeten ook worden geïnformeerd. Niet dat deze bewering op enquêtes gestoeld is: ik veronderstel dat weinig studenten Nederlands aan onze universiteiten weten waar de Taalunie voor staat, wat ze onderneemt, welke maatschappelijke rol zij vervult, hoe internationaal haar actieradius is.
Zoals wij in Gent studenten Nederlands, meestal met fondsen van de opleiding taal- en letterkunde (Internationalisation@Home), introduceren in de cultuurhuizen (KB Den Haag, Albertina (Brussel), Literatuurmuseum, Letterenhuis, Poëziecentrum, KANTL enzovoort), zo kan de Taalunie zich aan universiteiten in Nederland en België, en aan zusterinstellingen in het buitenland, méér presenteren. Proactief beleid heet zoiets. Ik denk dat er nog vele mooie kansen liggen om het fundamentele belang van het instituut voor het Nederlands, hier en in de wereld, ten aanzien van studenten en dus de docenten van morgen een platform te bieden. Opleidingen Nederlands aan hogescholen en universiteiten, in alle constellaties en omvang, kunnen nauwer worden betrokken bij de Taalunie als kennis- en beleidsorganisatie voor het Nederlands.
Dit artikel verscheen eerder in Neerlandia, jaargang 123 (2019), nr. 2, pp. 36-37. Neerlandia is het tijdschrift van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV).
Laat een reactie achter