Vorige week honderd jaar geleden overleed J.A. Dèr Mouw – Bertram Mourits staat daar in het Literatuurmuseum bij stil. Het gedicht hieronder komt uit een na Dèr Mouw’s dood verschenen verzencyclus, waarin hij terugkeek op zijn jeugd.
God’s wijze liefde had ’t heelal geschapen:
vol lente, net als de appelbomen bloeien;
weldadig-groen liet voor het vee Hij groeien
het gras, voor ons doperwtjes en knolrapen,
’t varken om spek en ham, om wol de schapen,
om boter, kaas, melk, leer, vlees, been de koeien;
waar steden zijn, liet Hij rivieren vloeien;
het zonlicht spaarde Hij uit, als wij toch slapen.
De sterren schiep Hij, om de weg te wijzen
aan brave kooplui op stoutmoed’ge reizen;
Hij schiep kaneel, kruidnagels, appelsientjes,
het ijzer voor de ploeg, het hout voor huizen,
hij schiep het zink voor waterleidingbuizen,
En ’t goud voor ringen, horloges en tientjes.
J.A. Dèr Mouw (1863-1919)
uit: Nagelaten verzen (1934)
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter