De Multatulileescursus (41)
– Misschien had Multatuli dít boekje beter Divagatiën over zeker soort van liberalismus kunnen noemen en niet Nog eens: Vrye Arbeid in Nederlandsch Indië.
– Je bedoelt dat dit boekje veel meer over het liberalisme gaat dan het vorige? Maar dan toch alleen over de politieke variant?
– Die wordt hier dan ook zeer zorgvuldig ontleed. Precies het probleem dat mensen tegenwoordig aan het neoliberalisme verbinden, bestond voor Multatuli toen al: liberalen zeggen allerlei mooie idealen na te streven – vrijheid voor allen –, maar als je beter kijkt gaat het om rauw kapitalisme, de vrijheid om over de ruggen van anderen geld te verdienen.
‘Ik zal (…) wyzen op de byzondere soort van vryheid, die de party der liberalen voor den Javaan wenst te verkrygen: de vryheid om te arbeiden voor particulieren.
– Kun je uitleggen wat de kwestie was?
– Multatuli legt het zelf vrij goed uit, dus je zou ook Nog eens Vrye Arbeid kunnen lezen, maar in het kort gezegd komt het op het volgende neer. Nederland had een cultuurstelsel in Nederlands Indië, hetgeen betekende dat er boven het traditionele Indonesische regeringssysteem een Nederlands bestuur was geplaatst. Indonesiërs werkten voor hun hoofden en residenten, en de opbrengsten daarvan vloeiden deels toe aan de Nederlandse staat. De liberalen wilden dat vervangen door ‘vrije arbeid’. Ondernemers konden zich vrijelijk in Indië vestigen en de ‘inlanders’ mochten dan voortaan zelf kiezen voor wie ze zouden werken.
– Dat klinkt toch niet slecht? Die mensen hadden dan de kans om uit die verstikkende feodale structuren te treden en voor zichzelf een inkomen op te bouwen. Als ze dat hadden gedaan was Nederlandsch Indië bovendien een van Nederland onafhankelijk land geworden. Tel uit je winst! En Multatuli, de man die geprezen wordt om zijn vroege afkeer van het kolonialisme was daar tegen?
– Ja, zeker. Hij dacht dat er binnen de kortste keren chaos zou ontstaan, en bloedige opstanden overal…
– … het traditionele argument van de conservatief tegen iedere democratisering: dat kan het volk helemaal niet aan…
– Het was inderdaad zijn belangrijkste argument voor het cultuurstelsel: alleen door te bouwen op de traditionele autoriteitsgevoeligheid van ‘de Javaan’ was Nederland er altijd in geslaagd met betrekkelijk weinig mensen zo’n gigantisch en her en der dichtbevolkt land te besturen:
Ieder Nederlander, tenzy hy Indië een lastpost vinde, moet dus – ook by volkomen absentie van oordeel overigens – a priori ingenomen zyn met de middelen waardoor een zo zeldzaam voorkomend kleinood werd verkregen en behouden. Hy moet huiverig zyn voor het aanwenden van andere middelen. (….) Twintig millioen zielen kunnen enige duizenden lichtelyk wegdringen. Waarom doen zy het niet?
– Hij wijst er bovendien op dat al die cowboys …
– … hij verwijst een paar keer letterlijk naar Amerikaanse toestanden, inderdaad…
– … dat al die cowboys natuurlijk al snel zelf baron willen zijn, en dat je een eilandenrijk krijgt met allerlei kleine heersertjes, en helemaal niet zoveel rechten voor de Javaan.
Men mag niet voorstellen als offer, wat louter winstbejag is, noch staat- en zedekundige betekenis willen verbinden aan een streven dat men met elken marskramer gemeen heeft.
– Nee, wat dat betreft is zijn kritiek op de liberalen misschien wel interessanter dan zijn verdediging van het conservatisme. Hij legt echt de vinger op de zere wonde van al dat zogenaamde vrijheidsstreven: het is uiteindelijk altijd vrijheid in eigen belang.
– De liberalen bekritiseerden het cultuurstelsel ook omdat het de Javanen achterlijk hield. Er was geen enkele prikkel om de mensen beter te scholen.
– Multatuli wijst er terecht op dat je voor betere scholing van de massa’s waarschijnlijk toch ook de Hoofden mee zou moeten hebben.
– Maar hij gaat veel verder, hij pleit wel degelijk tegen opleiding voor die Javanen, in misschien wel de schokkendste passage van dit pleidooi: Nederland heeft anno 1870 veel te veel eigen problemen om zich te bekommeren om wat er precies in Indië gebeurt:
Dat gezond verstand schryft voor, zich te bemoeien met de dingen die naby zyn en voor de deur staan, niet zyn krachten te verspillen aan de hersenschimmige taak om vér van ons iets onbereikbaars na te jagen, waardoor wy de middelen verliezen zouden, die we zo hoog nodig hebben om wel te verrichten wat ons de omstandigheden te doen geven in onze nabyheid.
– Het is vind ik sowieso op zijn minst vreemd hoe hij zelfs geen enkele keer de vraag stelt wat Nederland eigenlijk in Indië te doen heeft. Hij staat lang stil bij hoe het mogelijk is dat die Indonesiërs ons zo lang dulden, maar op geen enkel moment lijkt de mogelijkheid maar in hem op te komen dat wij die mensen met rust laten.
– Dat was natuurlijk in sommige opzichten het programma van de liberalen.
– Behalve dat zij er, zoals hij vermoedelijk terecht zegt, vanuit gingen dat ondertussen de overheid die vrije jongens als het even moeilijk werd nog steeds te hulp zou komen.
– Nog steeds het systeem van het huidige kapitalisme: de markt moet vrij zijn, behalve als dat problemen voor de grote bedrijven oplevert. Dan kan de staat niet met genoeg middelen te hulp schieten.
– Hoe dan ook is het inderdaad wonderlijk hoe vanzelfsprekend Multatuli het kolonialisme vond. Je kunt dan natuurlijk zeggen dat men toen ‘nu eenmaal’ zo dacht, maar hij stelde natuurlijk juist allerlei veel grotere vanzelfsprekendheden ter discussie. Waarom deze dan niet?
– Ik heb er ook over nagedacht. Racisme was het in ieder geval niet, hij stelt Javanen op geen enkele manier onder de Europeanen. En voor zover hij verschillen ziet, zijn dat altijd culturele verschillen.
Dat antwoord is: door acht te slaan op den, by den Javaan zo byzonder scherp afgetekenden volksaard van den Oosterling, en door zyn religieus ontzag voor de autochthone Hoofden dienstbaar te maken aan ons doel.
(…)
Wie den Javaan dom noemt, heeft slechts gelyk in zoverre als zekere gebreken in het denkvermogen allen mensen aankleven. Dommer echter dan zyn standgenoten in Europa is hy gewis niet.
– Ja, maar door zulk oriëntalisme ontkent hij dus wel dat die Javaan net zo goed behoefte heeft aan ontwikkeling, aan de ‘vrije studie’ die hij zo nuttig vond voor ieder mens, naar het streven om ‘mens te zijn’ dat vooral bestond uit zulke vrije studie. Dat was, weten we sinds vorige week, expliciet zijn vorm van liberalisme, en ook in dit boek zegt hij weer dat hij in die zin een echte liberaal is. Indirect zegt hij dan toch dat die Javaan met zijn ‘volksaard’ en zijn cultuur, niet echt een mens is, want die hoeft kennelijk niet vrij te studeren.
– Dat is het eeuwige dilemma van het westen: die mensen hun eigen cultuur laten behouden betekent ook hen in hun eigen sop gaar laten koken. Hen helpen een beter leven te bereiken betekent ook hun een andere cultuur opleggen.
– Multatuli koos dus voor het eerste, maar zonder ze tegelijkertijd in hun sop gaar te laten koken: dat was die Nederlandse bestuurslaag bovenop de traditionele, die voor rechtvaardigheid moest zorgen.
– Ben jij nu Douwes Dekkers kolonialisme aan het verdedigen?
– Helemaal niet, ik probeer te begrijpen hoe hij een en ander kon verenigen met zijn eigen idee van ‘liberalisme’.
– Volgens mij kunnen we de discussie moeiteloos volgende week weer oppakken als we Duizend-en-enige hoofdstukken over specialiteiten lezen.
gnjager zegt
Mij werd op school nog bijgebracht dat bekritiseren een contaminatie is.
Daarentegen is ‘in zover als’ een welkom nieuwtje.