Het wit en wankel kind
Het wit en wankel kind weemoedig als de meeuwen
verzeilt verzinkt in slaap midden de bloemenzee
wier vlokken vederschuim als kussen nedersneeuwen
zijn kusbesneeuwde slaap wil met het water mee
de wimpers die zijn oog met schaduwen beschermen
schuilen de schimmen weg die nevelig en groot
aan de zeegroene kim van zijn dromen zwermen
of sterven soms aan boord van een gebroken boot
wanneer de warme mond die hem zijn naam zal noemen
de wimpervlinders wekt der ogen van het kind
daalt zacht de stilte van hun vleugels op de bloemen
die bloeien blauwbedauwd en ziek van avondwind
dan plukt het kind de bloem die sterreblauwe geuren
giet op zijn gouden hoofd en op zijn wangenrood
het drinkt de toverdrank der klanken en der kleuren
het weet noch wenst een woord het drinkt en droomt zich dood.
Bert Decorte (1915-2009)
uit: Germinal (1937)
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter