De Multatulileescursus (44)
– Wat een eigenaardig boekje was dit, over Multatuli als schaker!
– Ja, de auteur vond het kennelijk ook een beetje mal, om ter gelegenheid van de 150e verjaardag van Multatuli (in 1970) een boekje te maken over iets dat nu toch niet echt centraal stond in het leven van de schrijver.
– Ik ben daar dol op! Alles weten over één persoon, die helemaal in beeld brengen! Inclusief zijn hobby’s van de oude dag.
– Ik wist niet dat jij zo’n fan was van Multatuli.
– Je hoeft toch ook geen fan te zijn. In zekere zin is Multatuli óók een toevallige voorbijganger, die allerlei interessante kanten had, die zich goed kon uiten, en tegen wie je dus op verschillende manieren kunt aankijken. Het gaat er niet om dat we hem bewonderen, maar dat we hem kunnen bekijken.
– Wat zou hij dat afschuwelijk hebben gevonden!
– Niks mee te maken. Hij is dood en vindt het dus niet meer afschuwelijk.
– Hoe dan ook, die Lodewijk Prins…
– … ook al dood…
– … die Lodewijk Prins was zich van deze problematiek ook wel bewust. Getuigt een boekje over Multatuli als schaker, terwijl hij eigenlijk maar een heel middelmatig speler was, niet van al te grote eerbied?
Keert onze held zich bij verschijning er van niet om in zijn graf, deze Eduard Douwes Dekker, die zijn gal over ophemeling uitstort in een exegese van ‘dankie wel, Juffre Pieterse, m’n Koppie is omgekeerd, dat zieje wel!’ en die al in 1866 uit Keulen aan Busken Huet schrijft: ‘Onlangs las ik in een politiek artikel eene aanhaling uit den Wallenstein: Gy komt…. maar gy komt wat laat. – Wat ’n diepte, niet waar? En wat is ’t makkelyk schryven, niet waar, als men gelezen wordt door een volk dat zo’n regel tot een sentenz verheft. (…) Ik wou dat het vleesch en de kamers hier zoo goedkoop waren als de roem.
– Het is ook wel een beetje een samengeraapt boekje. Het belangrijkste wat we weten van Multatuli als schaker blijkt uit een paar partijen die hij per briefkaart heeft gespeeld en die zijn tegenstanders hebben bewaard. Omdat dit een beetje weinig is heeft die Prins er maar een aantal dingen aan toegevoegd, die er niet zoveel mee te maken hebben…
– Zoals een kleine bloemlezing van andere Nederlandse schrijvers die iets over schaken hebben gezegd. Ik vond dat wel aardig.
– Het viel mij op dat Multatuli ook echt een voorkeur had voor schaken per briefkaart tegenover wat hij noemde ‘schaken uit de hand’:
Ik houd zeer veel van schaken. Zelfs vind ik hierin de eenige uitspanning die ik my veroorloof. Ze komt me nuttig voor, zoowel ter afleiding van verdriet, als om door verandering der soort van inspanning, te doen uitrusten van verdrietiger zorg.
Doch zie, partyen uit de hand, gelyk ik hier spelen kan zooveel ik wil, behagen my niet. Het komt me voor, dat ze zelden interessant zyn, en grootendeels beheerscht worden door toeval.
Wanneer A. byv., zes zetten vooruit ziet, doch zich in den zevenden vergist, dan zal B. die ’t heele plan niet eens had opgemerkt, kunnen winnen, omdat hy minder ver zag dan A. In ’t leven is dit ook zoo. Sommigen zyn gevrywaard tegen fouten die boven hun sfeer liggen. Wie niet rekenen kan zal zeker geen Zon-eklips verkeerd berekenen.
– Echt het standpunt van een schrijver. Niet zomaar spontaan wat doen, maar eerst nadenken en het dan opschrijven, in plaats van de zet echt te doen.
– Ja, ook over biljarten zegt hij ergens dat hij niet zo goed is in al dat gedoe met stoten en zo, maar wel in ’theoretisch biljarten’. In die zin is correspondentieschaak een soort ’theoretisch schaken’.
– Het verschil is natuurlijk dat ’theoretisch schaken’ uiteindelijk wel hetzelfde oplevert als gewoon schaken, namelijk een rij zetten.
– En het mooie is dat we die partijen daardoor deels nog hebben. Die correspondenten, en daar zaten belangrijke schakers tussen…
– …zoals Van der Lelie aan wie Multatuli schreef wat jij net voorlas, en die Nederlands kampioen zou worden…
– …belangrijke schakers, en die hebben hun partijtjes soms ook als curiositeit gepubliceerd.
– Onwillekeurig vraagt iedereen zich dan natuurlijk af of je iets van de schrijver terug ziet in die schaakpartijen.
– Gelukkig hebben mensen de wedstrijden van Switzar tegen Douwes Dekker omgezet in PGN-bestanden, zodat we ze gemakkelijk kunnen naspelen. Kijk:
– Wat leuk!
– Eerst even, wie was die Switzar?
– Prins zegt dat hij een ‘gelovig katholieke apotheker’ was, die ‘destijds tot de beste schakers van Nederland moet hebben behoord’: hij eindigde vierde in de nationale wedstrijd. Verder kun je nergens informatie vinden, behalve dan die schaakpartijen op internet. Maar Prins zegt dat hij met de kleinzoon van Switzar heeft gesproken, dus die zal het wel hebben geweten.
– Uit die partijen blijkt in ieder geval dat hij een stuk sterker was dan Multatuli.
– Ja, en het is toch ook niet gek om te zeggen dat Douwes Dekker er echt als een dolle te keer gaat. Zeker in de eerste partij, hierboven, gaat hij meteen in de aanval, en hakt driftig om zich heen. Switzar doet dan allerlei heel beheerste zetten die de aanval niet alleen maar afslaan, maar ook zijn eigen positie versterken.
– Je kunt daarvan tegenwoordig de computer een analyse laten maken. Hier is het verloop volgens de bekende moderne schaakcomputer Stockfish, die duidelijk laat zien dat al vanaf een vrij vroeg moment in het spel Switzar (die wit had) steeds beter komt te staan. Multatuli geeft op op het moment dat hij eigenlijk al een tijdje heel slecht staat (Stockfish geeft hem een score van -11, dat is gelijk aan een dame en twee pionnen achterstaan, dat wil zeggen dat je normaliter niet meer kunt winnen tenzij je tegenstander iets idioots doet).
– Hier zijn ook nog de annotaties door de computer, die precies uitlegt waar de spelers fouten hebben gemaakt:
1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bc4 Bc5 4. c3 Nf6 5. d3 { C53 Italian Game: Classical Variation, Giuoco Pianissimo } d5? { (0.12 → 1.19) Mistake. Best move was d6. } (5… d6 6. b4 Bb6 7. Bb3 O-O 8. Nbd2 Ne7 9. Nc4 c6 10. Nxb6) 6. exd5 e4? { (1.39 → 2.84) Mistake. Best move was Nxd5. } (6… Nxd5 7. Qb3 O-O 8. Bxd5 Na5 9. Qd1 Qxd5 10. b4 e4 11. dxe4) 7. dxc6? { (2.84 → 1.83) Mistake. Best move was dxe4. } (7. dxe4 Ne7) 7… exf3 8. Qxf3 Bg4 9. Qg3 Qe7+ 10. Be3 b5 11. Bb3?! { (2.42 → 1.67) Inaccuracy. Best move was Bxb5. } (11. Bxb5 Bd6 12. Qh4 O-O 13. O-O Rfb8 14. a4 a6 15. Bc4 Rxb2 16. Nd2 Qe5 17. d4 Qh5) 11… O-O-O?! { (1.67 → 2.36) Inaccuracy. Best move was O-O. } (11… O-O 12. Na3 Bd6 13. Qh4 Bxa3 14. bxa3 Rfe8 15. O-O Qd6 16. Rfe1 Qxc6 17. h3 Be6 18. Bd4) 12. O-O Bxe3 13. fxe3 Rxd3?! { (2.25 → 2.82) Inaccuracy. Best move was Be2. } (13… Be2) 14. Rxf6 gxf6 15. Qxg4+ Kb8 16. Qe2 Rhd8?! { (3.08 → 3.84) Inaccuracy. Best move was Qxe3+. } (16… Qxe3+ 17. Qxe3) 17. Nd2 Qc5 18. Nf3 Rxe3 19. Qf2 Rde8 20. Nd4?! { (4.78 → 3.80) Inaccuracy. Best move was Bxf7. } (20. Bxf7 R8e7 21. Rd1 a6 22. Nd4 R3e4 23. Bb3 Re8 24. Bc2 Re3 25. Bf5 Qe5 26. Bxh7 Qh5) 20… Qg5? { (3.80 → 5.37) Mistake. Best move was Qe5. } (20… Qe5) 21. Rd1? { (5.37 → 4.08) Mistake. Best move was Bxf7. } (21. Bxf7) 21… a6 22. Bxf7 Rd8? { (3.94 → 5.30) Mistake. Best move was Rd3. } (22… Rd3 23. Rb1) 23. Bb3 Rde8 24. a4 bxa4 25. Bxa4? { (5.12 → 4.07) Mistake. Best move was Bc4. } (25. Bc4 Qg4 26. Ra1 Qe4 27. Bf1 Re1 28. Rxa4 Rd1 29. Rb4+ Kc8 30. h3 Qe3 31. Qxe3 Rxe3) 25… R8e4?? { (4.07 → 7.70) Blunder. Best move was Qe5. } (25… Qe5 26. Bc2 Re1+ 27. Qxe1 Qxe1+ 28. Rxe1 Rxe1+ 29. Kf2 Rh1 30. Kg3 h5 31. h4 a5 32. Bg6) 26. Rf1? { (7.70 → 5.54) Mistake. Best move was Nc2. } (26. Nc2 Rxa4 27. Nxe3 Qc5 28. Rd8+ Ka7 29. h3 Re4 30. Nc2 Qxf2+ 31. Kxf2 a5 32. Rc8 Kb6) 26… Qd5? { (5.54 → 7.17) Mistake. Best move was Rd3. } (26… Rd3 27. Qc2 Qe3+ 28. Kh1 Rdxd4 29. cxd4 Rxd4 30. Bb3 Rd2 31. Qc4 Rxb2 32. Qg8+ Ka7 33. Qxh7) 27. Qxf6? { (7.17 → 6.02) Mistake. Best move was Bc2. } (27. Bc2) 27… Rg4? { (6.02 → 8.03) Mistake. Best move was Re1. } (27… Re1 28. Qf8+ Ka7 29. Bc2 Re8 30. Qb4 Rxf1+ 31. Kxf1 Qf7+ 32. Bf5 Rb8 33. Qc5+ Ka8 34. b4) 28. Qf2?! { (8.03 → 7.16) Inaccuracy. Best move was Qf8+. } (28. Qf8+ Ka7 29. Qf2 Rge4 30. Bc2 Re8 31. Bxh7 Qe5 32. Nc2 Qc5 33. Bg6 R8e6 34. Nxe3 Qxe3) 28… h5? { (7.16 → 8.28) Mistake. Best move was Re8. } (28… Re8 29. Bc2 Rg7 30. Bf5 Rf8 31. Qe2 Rxg2+ 32. Qxg2 Rg8 33. Bg4 Qxg2+ 34. Kxg2 Rxg4+ 35. Kh3) 29. Bd1 Rg5? { (8.23 → 11.26) Mistake. Best move was Re8. } (29… Re8 30. Bxg4 hxg4 31. Qf7 Qxf7 32. Rxf7 Rh8 33. Rg7 Rh5 34. Rxg4 Ka7 35. Rg7 Kb6 36. Rg8) 30. Nf3? { (11.26 → 7.99) Mistake. Best move was Bb3. } { Black resigns. } (30. Bb3 Qe4 31. h4 Rxg2+ 32. Qxg2 Ka7 33. Qg5 Qe5 34. Qxe5 Rxe5 35. Bc2 Re7 36. Rf8 Rg7+) 1-0
– En tegen het einde van deze partij schrijft Multatuli bij wijze van zijn commentaar de in-treurige zinnen:
De ondergeteekende is niet op zyn gemak, en houdt de party voor verloren. Dat ik nu de pion E 6 opgeef, na reeds twee pions achter te zyn (’n Kasteel voor 5 gerekend, en Uw officieren ieder voor 3) is niet uit weelde. Maar ’n arm mensch doet wat hy kan, en niet wat hy gaarne zou willen.
– In latere partijen wordt ook die Switzar wel wat driester. Hij durft kennelijk meer. Multatuli wint zowaar twee keer.
– En toch zouden we nu waarschijnlijk niets meer van Switzar weten als hij niet tegen Multatuli had gespeeld. En als Lodewijk Prins zijn kleinzoon daarom niet vijftig jaar geleden was gaan opzoeken.
– En wat is ’t makkelyk schryven, niet waar, als men gelezen wordt door een volk dat zo’n schaakpartytje tot een boek verheft.
– Die Prins was trouwens ook zelf een interessante figuur voor de schaakgeschiedenis. Hij was een aartsvijand van Jan-Hein Donner, de schakende vriend van Harry Mulisch. In Nederland zijn de schaakgeschiedenis en de literatuurgeschiedenis toch al vrij nauw verweven.
– Genoeg! Volgende week, zoals afgesproken, terug naar Multatuli de schrijver: Vorstenschool!
Henk Smout zegt
Donner schreef over Prins onder meer ongeveer het volgende (ik citeer uit het hoofd): “Moet deze wonderlijke stoethaspel zich niet eens afvragen wat Multatuli van hem zou hebben gevonden?”
Willem Kuiper zegt
https://www.schaaksite.nl/2017/11/23/top-40-nederlandse-schakers-14-lodewijk-prins/
DirkJan zegt
Douwes Dekker mag dan een bedachtzame, langzame schaker zijn geweest, maar dat staat dan wel haaks op de snelheid waarmee hij bijvoorbeeld de Max Havelaar schreef en die hij in nog geen vijf weken voltooide.
[ Sinds de computer de officieuze wereldkampioen is, lijkt de belangstelling voor schaken helemaal ingezakt. Ik heb nog meegemaakt dat schaken redelijk populair was en ik was zelf een gemiddelde huis- tuin- en keukenschaker. Ik deed aan combinatieschaak, maar kon de analyses en annotaties van partijen niet volgen. Toch las ik altijd de schaakrubrieken in de dag- en weekbladen. Een groot genoegen om allerlei wetenswaardigheden en roddels rondom schakers en toernooien te lezen. De partij-analyses las ik ook, maar dan meer uit onbegrepen verwondering: e2-e4. ]