De Multatulileescursus / Sprachwissenschaftliche Beihefte I
Er zou een aardige studie te maken zijn van de spelling van Multatuli. Er zijn natuurlijk de in het oog springende details – de y in plaats van ij (hy lydt) en het feit dat Douwes Dekker mens schreef voor mensch als hij even de kans kreeg –, maar interessanter nog zijn de details. Omdat hij zich niet sterk richtte op bijvoorbeeld de spelling van De Vries en Te Winkel, is niet altijd duidelijk waar hij zich op richtte.
Zo spelde hij altijd seuren. Het woord komt niet heel vaak voor in de Volledige Werken, maar toch wel af en toe, en voor zover ik heb kunnen nagaan, wordt het dan altijd met een s gespeld. Andere woorden die de meesten met een z schrijven, schrijft hij ook met een z. Multatuli’s tijdgenoten lijken niet dat systeem te hebben gevolgd: meestal schreven ze zeuren en zuur, al hield een enkeling ook vast aan het wat ouderwetsere seuren en suur. Dat doet vermoeden dat Multatuli een reden heeft gehad voor deze spelling, en de meest plausibele is dat hij seuren inderdaad met een s uitsprak.
Is er nog iets over van die specifieke uitspraak? Om dat uit te vinden, hield ik een Twitter-enquête (ik koos zuur als vergelijkingsmateriaal, omdat het ’t meeste lijkt op seur):
Hoe spreek je de volgende woorden uit:
— Marc van Oostendorp (@fonolog) July 30, 2019
Dit is dus misschien wel de meest mislukte Twitter-enquête ook. Er hebben weliswaar een paar mensen voor seuren/zuur gekozen, maar nog net iets meer mensen kozen zeuren/suur. Een onevenredig groot aantal mensen denkt dat ze, de hedendaagse standaardspelling getrouw, zeuren/zuur zegt (in plaats van seuren/suur) wat vermoedelijk vooral laat zien dat mensen geen idee hebben wat ze eigenlijk zeggen.
Enigszins hoopgevend was wel dat er eerst deze tweet kwam:
Als Amsterdammer spreek ik de zuur aanmerkelijk zachter uit dan de seur. Maar ik ben dan ook een Nieuwendammer Platkop en niet zo’n potsierlijke zure seur-Jordanees.
— Manfred (@mterburg) July 30, 2019
Bij navraag bedoelde de auteur dat Jordanezen niet ‘het echte Amsterdams’ spreken (zij zeggen vermoedelijk seuren/suur) en associeert hij seuren/zuur dus wel met authentiek, in ieder geval voor de regio. Waar het Amsterdams – overigens al heel lang – bekend staat als een dialect waarin wrijfklanken stemloos worden uitgesproken (ik heb de son in de see sien sakke), is er kennelijk óók nog een variant waarin er wel degelijk verschil wordt gemaakt, al is er één woord dat met een s klinkt: seuren. Er kwam ook nog bevestiging:
Ik ook! Hilversums met opa’s en oma’s uit Amsterdam…
— Sophie (@SophieteNuijl) July 30, 2019
Een bewijs van twee tweets – het is vermoedelijk niet genoeg voor een Nobelprijs, maar een voetnoot in de studie van het Amsterdamse dialect is het wel waard.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Het lijkt wel alsof hier de gedachte een rol speelt dat de s (i.p.v. standaard-z) iets exclusief Amsterdams is. Dat is niet zo.
Marc van Oostendorp zegt
Nee, die gedachte speelt geen rol.
Joris van Zundert zegt
Help hola, “geen idee hebben”?! In Brabant zeggen we zeuren met hartstikke zachte stemhebbende z, net als zeuven (7).
Joris van Zundert zegt
*help=hela
Marc van Oostendorp zegt
Ik bedoel natuurlijk niet dat *niemand* stemhebbende fricatieven heeft (ik heb ze zelf), maar wel dat het onwaarschijnlijk is dat 76% van mijn volgers die heeft.
Manfred (@mterburg) zegt
“Bij navraag bedoelde de auteur dat Jordanezen niet ‘het echte Amsterdams’ spreken (zij zeggen vermoedelijk seuren/suur) en associeert hij seuren/zuur dus wel met authentiek, in ieder geval voor de regio.”
Dat is een misverstandje. Ik bedoel dat er ooit twee soorten ‘Amsterdams’ werden onderscheiden (door wie ook weer?), het Jordanees en het Kattenburgs. De eerste is bekend geraakt door de volkszangers, toneelstukken en televisie, maar mijn uitspraak is waarschijnlijk door de laatste beïnvloed.
En de betekenis van de onderzochte woorden speelt een rol. Zoet, zacht, zuur hebben een neutrale of vriendelijke betekenis, maar seuren en sijken hebben een duidelijk negatieve betekenis en dat zal zorgen voor een scherpere uitspraak.
DirkJan zegt
Vaak met dit soort uitspraakonderzoekjes weet ik niet zeker hoe ik een woord uitspreek. Dat had ik nu ook. Als ik de woorden zeuren en zuur netjes los uitspreek, dan zeg ik dat met een z, maar ik denk in een lopende zin dat het ook weleens een s kan zijn. Dan hoor ik toch, Zit niet zo te seuren. Ik denk dat ik ook zeg, Krijg het suur. Ik heb het idee dat je voor de uitspraak met een z ook net wat meer moeite in je mond moet doen dan die met een s. Ik geloof niet dat het iets typisch Amsterdams of van een dialect is.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
In ‘Krijg het suur’ is sprake van assimilatie. Het is volkomen normaal dat de z daar een s wordt. Als de weerman of -vrouw ‘het (korte pauze) zuiden’ zegt, is dat hypercorrect.
Henk Smout zegt
De omgekeerde assimilatierichting bestaat ook en is de in het Nederlands overheersende, het wordt dan ‘Krijg udzuur’. Het valt aan te raden ‘Was ist das?’, Duits voor ‘Wat is dat?’ uit te spreken niet als ‘Wazzizdas?’ maar ‘Wassistas?’.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
‘de in het Nederlands overheersende’ . Dat bestrijd ik met klem. Todziens.
Henk Smout zegt
Mijn advies aan Nederlanders om hun Duits beter te laten klinken hier nog wat nauwkeuriger: zeg niet ‘Wazzizdaz? maar Vassistas?’.
Lucas zegt
Ik heb hetzelfde en ik durf dan ook nooit uitspraken te doen over mijn eigen uitspraak. Als ik één ding geleerd heb in mijn studies taalkunde is het wel dat zelfrapportage over alledaags taalgedrag notoir onbetrouwbaar is.
Ik zou gezien mijn naam graag claimen dat ik zeuren en seuren duidelijk onderscheid. Maar of ik dat daadwerkelijk doe… Iemand zal toch echt opnamen van mijn spraak moeten maken.
Jos Houtsma zegt
Er is ook een andere verklaring denkbaar, namelijk dat Multatuli dacht dat hij met de ‘seuren’-spelling het zeurderige van zeuren kon benadrukken.
Marcel Plaatsman zegt
De dialectbeschrijver S. Keyser, die met “Het Tessels” (1951) het eerste woordenboek over dat dialect schreef, maakte ook onderscheid tussen “s” en “z”, “f”en “v”, maar niet zonder daarbij in tegenspraak te zijn met andere bronnen en zichzelf (hij neemt bv. “sonde” en “zonde” naast elkaar op). Een minimaal paar “befòòlle” (baren) – “bevòlle” (behagen) geeft nog wel aanleiding om een stijlverschil te vermoeden: het eerste woord, met “f” en de voor het Tessels typische langgerekte klinker, hoort dan bij de thuistaal, de gevoelstaal, terwijl het tweede woord, met een meer standaardtalige uitspraak, bij een hoger stijlregister hoort. Keyser zou het dus best góed kunnen hebben gehoord (hij is verder ook wel heel precies in z’n notatie van de uitspraak) en trof hij z’n Tessels dan in een soort overgangssituatie aan (wat de tegenspraak met andere bronnen zou verklaren).