Wat je ook vaak hoort als je je inzet voor een goed doel: waarom kies je nu uitgerekend dát doel?
Is het niet intens slecht om je in te zetten voor het hoger onderwijs? Waar waren al die professoren toen de zorg werd uitgekleed? Wat deden ze voor de collega’s in het primair en secundair onderwijs?
Het is allemaal waar. De héle publieke sector is de afgelopen decennia uitgekleed, en steeds op dezelfde manier. De mensen die er werken worden in onderlinge competitie geplaatst omdat het bedrijfsleven zogenaamd ook zo werkt. Ieder voor zich moet voortdurend bewijzen dat hij of zij wel hard genoeg werkt, door steeds meer formulieren in te vullen. Ieder voor zich moet al het werk tot in detail plannen. En als allen dan voldoende tegen elkaar zijn opgezet, én iedereen het gevoel heeft het veel te druk te hebben, wordt er gehakt.
Zodat niemand nog tijd en energie heeft om te protesteren. En bovendien bang is dat eventuele protesten vooral degenen helpen die niet protesteren maar wel keihard doorwerken.
Zoals het binnen iedere sector gaat, zo gaat het ook tussen de sectoren. Ze worden tegen elkaar opgezet. Als er geld bij de zorg moet, kan dat alleen door het af te romen van de politie of het onderwijs, want alles is een zero sum game.
De critici hebben gelijk dat de hoogleraren zich daarom de problemen in al die andere sectoren meer moeten aantrekken. Hun strijd? Onze strijd! (Internationale solidariteit.)
Maar iedereen heeft zijn moment van bewustwording, en ik hoop dat dit het moment is dat academici ook hun verantwoordelijkheid gaan nemen. Dat ze hun rol van publiek intellectueel serieuzer gaan nemen, en ook openlijker kritiek gaan uiten op alle andere aanslagen op de publieke sector.
Je kunt mensen het beste aanspreken nadát ze gedemonstreerd hebben: waarom komen jullie nu je eigen hachje gered is niet op voor de nieuwe groep? Vanaf nu mag je dat doen bij de leden van WO in Actie.
Maar eerst dat eigen hachje, waarover we recht van spreken hebben.
Wouter van der Land zegt
Het is duidelijk dat ‘uitkleden’ schadelijk is en niet voldoende zorgt voor de gewenste marktwerking. Over de zorg: vandaag was in het nieuws dat de minister onderzoek laat doen naar peperdure medicijnen. De hoofdreden hiervoor zijn niet boosaardige multinationals, maar de overheid zelf, die monopolies creëert door middel van patenten.
Ik denk dat meer concurrentie tussen universiteiten een goede zaak zou zijn. Leiden zou bijvoorbeeld met Delft kunnen concurreren op het gebied van taal-AI, dankzij de combinatie van taalwetenschap, psychologie en Informatica die daar op fietsafstand van elkaar zitten. Dit kan geld opleveren met bijvoorbeeld opleidingen aan werkenden.
Het geldprobleem kan opgelost worden wanneer onderwijs nu ECHT onderdeel wordt van de verkiezingen. Asscher (hoog in de peilingen) doet al mee, want hij wil de salarissen van het basisonderwijs gelijktrekken. Dat kost een paar miljard, dus dan gaat er sowieso meer naar onderwijs.
Lucas zegt
Concurrentie is er genoeg in de wetenschap. Ik heb redelijk wat vrienden die zijn gepromoveerd in natuurkunde e.d. en daar is de concurrentie tussen vakgroepen moordend. Net iets sneller zijn met de nieuwste ontwikkelingen kan een carrière maken of breken (sorry voor dit anglicisme).
Maar binnen de geesteswetenschappen en humaniora is er veel minder geld. En dan bedoel ik ordes van grootte. Ik sprak gister met een vriendin die sterrenkunde doet, en het grootste congres in haar vakgebied heeft iets van 7000 deelnemers. Het grootste congres waar ze ooit geweest was, had er meer dan 20.000!! Dat is binnen onze disciplines niet voor te stellen. Er is dus geen noodzaak om te concurreren binnen disciplines, want er is voor ieder meer dan genoeg om te onderzoeken.
Concurrentie zie je ook op niveau van de onderzoeker. De overheid stelt via NWO een beperkte pot geld ter beschikking en we zijn vele tientallen, zo niet honderden uren per jaar kwijt met elkaar bestrijden om die pot geld. Uiteindelijk heeft soms minder dan 10% succes en het grootste deel van de investering is dus verspilde moeite. Hoeveel meer concurrentie wil je werkelijk hebben. Tot hogere kwaliteit leidt het alleen niet meer, want de beste 20-30% is vaak geen onderscheid meer tussen te maken. Subisidies zijn een loterij op dat niveau.
En opleidingen concurreren nu natuurlijk ook al. Je moet aan standaarden voldoen, maar opleidingen zijn redelijk vrij in hoe ze de invullen. Een studie Nederlands in Nijmegen is dus anders dan een studie Nederlands in Groningen.
En meer geld moet ergens vandaan komen. Gaan we dan minder investeren in zorg, defensie, infrastructuur, o.i.d. of gaan de belastingen omhoog? Je mag kiezen.
Marc van Oostendorp zegt
Toen ik promoveerde was samenwerking tussen universiteiten in de bestuurlijke mode. Overal werden gezamelijke onderzoeksscholen opgericht; ik zat in die voor de taalkunde van Tilburg en Nijmegen (CLS) en de UvA, VU en Leiden werkten samen in HIL.
Toen raakte ineens concurrentie in de mode. De net opgetuigde en goed functionerende scholen moesten lokaal worden en met elkaar concurreren. Het is allebei goed maar van het ene naar het andere veranderen is een enorm tijdverlies.
Nu begint de slinger de andere kant op te bewegen en zijn er bestuurlijke pogingen om juist weer samenwerking of zelfs fusie tussen universiteiten te stimuleren (in het extreme geval is dit het voorstel alle universiteiten bij elkaar te voegen tot campussen van de Universiteit van Nederland). Je krijgt de indruk dat het aantrekkelijke van dit project voor sommige bestuurders is dat het weer een heleboel toestanden en tijdverlies gaat opleveren.
Wat dat betreft komt je voorstel voor meer concurrentie pakweg 15 jaar te vroeg. Kom rond 2035 nog eens terug, dan zal er een nieuwe generatie niet kunnen wachten om de mouwen op te stropen en concurrentie tussen alle campussen te gaan organiseren.
Lucas zegt
Bestuurders moeten vernieuwen, want hoe kunnen ze anders indruk maken en laten zien dat ze werk verzetten…