Door Jos Joosten
Vanochtend haalde Peter-Arno Coppen in zijn column in Trouw een fraai verhaal aan van de vermaarde Nijmeegse taalkundige Maarten van den Toorn over pseudo-etymologie. Mij deed het meteen denken aan een anekdote uit de colleges Middelnederlands van zijn collega, de ook al wijlen Jo Heymans.
Heymans legde in zijn eerste college een aantal basiskenmerken uit van het middeleeuwse Nederlands:
- veel kleine woorden zijn onveranderd
- woorden worden aanelkaar geschreven: seggic
- er worden grammaticale wendingen uit het Latijn overgenomen
- sommige woorden komen rechtstreeks uit het Latijn
- soms zijn onze huidige voorvoegsels er nog niet
Als voorbeeldzinnetje legde Heymans de studenten voorts een regel voor uit ‘Karel en de Elegast’:
Nu moechdi hoeren sine talen!
Volgens de overlevering vertaalde een clevere student de zin aldus, zeer rap aan de hand van de vijf regels:
- Nu = Nu
- moechdi = aanelkaar geschreven: mag hij
- hoeren = accusativus van richting
- sine = Latijn: zonder
- talen = betalen.
Willem Kuiper zegt
Uit welke editie citeerde Heymans? Heb even de synoptische editie van Duinhoven geraadpleegd en daar staat: Nu moechdi horen sine tale, met “hooren” als variant in twee andere redacties, maar nergens “hoeren” … Kortom, een anekdote met heel korte beentjes.
Peter-Arno Coppen zegt
Misschien deze editie, Willem?
Peter-Arno Coppen zegt
Of deze misschien?
Harry Reintjes zegt
korte beentjes, maar wel leuk. meer, meer, meer. bijv. van foutieve vertalingen van 17de-eeuwers m.n. hun latijnse constructies. heb leuke voorbij zien komen, maar geheugen laat me in de steek. wie?
Willem Kuiper zegt
Tijdens mijn middelbare schooltijd (jaren ’60 vorige eeuw) had je bloemlezingen met dit soort grappige vertalingen, en volgens mijn geheugen zat de naam John O’ Mill daar (ook) aan vast. A careful mother — een kar vol modder.
Harry Reintjes zegt
ja, die bijvoorbeeld. of deze, uit mijn gymnasiumtijd (zelfs de pater die lesgaf durfde te gniffelen): mater mea sus mala est. al naar gelang de interpunctie/pauzes: mijn moeder is een slecht varken/moeder, het varken eet mijn appels op.
Henk Smout zegt
In de klas van een pater gehoord: hij zwemt zeer dikwijls = saepissime nat = ze pissen me nat.
En van W.A. Mozart ‘lectu mihi ars’ = ik vind lezen moeilijk, maar een groot deel van het Duitse publiek hoorde …
M. Helder zegt
Ik snap de Latijnse zin niet. Wat moet de vertaling zijn?
Henk Smout zegt
Welke Latijnse zin bedoelt u?
Die van Harry Reintjes of de twee van mij?
Van alle drie worden Nederlandse vertalingen geboden.
Die van Mozart kan letterlijker worden weergegeven met ‘lezen is voor mij een kunst’.
Maar al dat Duitse publiek verstaat: Leck’ du mich am Arsch.
Moet ik daarvan – hoewel geen Latijn – soms ook de vertaling voorkauwen?
DirkJan zegt
@henksmout Wat een onaangename toon slaat u aan en u geeft bovendien geen antwoord op de begrijpelijke vraag, Het gaat natuurlijk om de onduidelijkheid van de zin, die sowieso al moet zijn: Mea mater sus est mal. Mijn moeder is een slecht varken. Door interpunctie verandert de zin: Mea, mater, sus est mal. Ga, noeder, het varken eet appels.
@mhelder En u gaf zelf nog een onduidelijk voorbeeld zonder toelichting, u schreef: Domine seditamentis astuentis pactum. Het gaat om de zin, Sidi tamentis, astundis pactem. De vertaling is: Zie die tamme eend eens, als het de jouwe is, pak hem.
(allemaal zo te googelen)
Willem Kuiper zegt
Inderdaad, in beide edities staat “hoeren”, ten onrechte, want dat staat niet in de rijmincunabel A. Zie ook de editie Jonckbloet 1841, raadpleegbaar in de DBNL, keurig “horen”. De editie Roemans en Van Assche (Wereldbibliotheek) leest ook onjuist “hoeren”. Maar Rombauts (Klassieken Nederlandse Letterkunde) heeft correct “horen”. Zelfs de verguisde H. Adema leest “horen”. Edities dienen met zorg gekozen te worden. Ook in Nijmegen ;<)
josjoosten zegt
Een anekdote met heel erg zéér korte beentjes – mijn oprechte excuses daarvoor. Zelf betwijfel ik overigens of er de accusativus van richting wel bestaat.
En zo is het altijd wat.
Willem Kuiper zegt
Inderdaad, want ook “talen” in het zinnetje van Heymans klopt niet. De incunabel leest ’tale’: Nv moechdi horen sine tale (KB Den Haag 169 G 63, fol. 22 verso) Helaas nog niet gedigitaliseerd, en dat vind ik veel erger dan dat Heymans ofwel slecht citeerde dan wel een ondeugdelijke editie gebruikte. Herstel! Een zoektocht leidde mij via omwegen naar een digitale reproductie van de Rijmincunabel A. Hierover binnenkort meer.
Renaat Gaspar zegt
In de reeks “Hè opa, toe! Vertel nog eens van vroeger…” past ook deze jeugdherinnering. Ze was destijds een welkome afwisseling van de eindeloze reeks parasangen.
Tijdens graafwerkzaamheden op een weiland van boer Swinkels in het Brabantse Nuenen (of St.Oederode, daar wil ik af wezen) is een één-orig stuk vaatwerk gevonden met het volgende raadselachtige opschrift:
DITIS NEPIS POTENTIS NEGROTE.
Geleerde classici zijn er slechts na langdurige bestudering van deze tekst achter gekomen wat deze woorden betekenen.
Het bleek voor hen de meest ultieme, zelfs de meest sublieme vorm van potjeslatijn te zijn.
Harry Reintjes zegt
potjesengels/frans: je t’adore= shut the door
Harry Reintjes zegt
en natuurlijk al die van toon hermans: un oeuf is un oeuf/enough is enough. soeur/sir. non=nee=soeur. ik liep door parijs avec deux franc seize/deux francaises
M. Helder zegt
Jaren geleden hoorde ik de volgende: Domine seditamentis astuentis pactum.
En w.b. vertalingen: Der Zug donnerte vorüber – De zeug donderde voorover.
Anders wat: ik kende de uitdrukking ‘met korte beentjes’ niet. Die hou ik erin! Maar waar komt hij vandaan?
Willem Kuiper zegt
Die ‘korte beentjes’ zijn een citaat van Louis Paul Boon. Boon besprak ook wel eens een boek in zijn (Gentse) krant ‘Het volk’. Vond hij een boek maar zo-zo dan gaf hij het als beoordeling: geniaal, maar met te korte beentjes. Die uitdrukking is ook de titel geworden van een boek van hem met daarin een selectie uit zijn recensies.
https://www.boekmeter.nl/book/66329
M. Helder zegt
Ah, dank!
Jos Joosten zegt
Ach, als ik me dan ook een kleine correctie vanuit mijn expertise mag veroorloven: Boon schreef uiteraard niet voor de katholieke krant ‘Het Volk’, maar was kunstredacteur bij het socialistische dagblad ‘Vooruit’ in Gent (voorganger van de huidige ‘Morgen’). ‘Geniaal maar met te korte beentjes’ was de titel van een reeks(je) langere kritieken die hij publiceerde in het (liberale) maandblad ‘De Vlaamse Gids’.
Willem Kuiper zegt
Touché. Komt ervan als je uit je hoofd citeert.