Verwarwoordenboek Vervolg (130)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
worm / wurm
De woorden hebben dezelfde betekenis, maar niet elke wurm is een worm.
worm diertje met rond, lang, buigzaam en samentrekbaar lichaam
Een worm werd ook wel ‘levend ploegje’ genoemd omdat hij zoveel aarde kan omwoelen.
wurm worm; klein hulpeloos, vertederend schepsel
Toen we thuiskwamen van vakantie, krioelden de wurmen over het aanrecht.
Gossie, wat een wurmpje, je dochter, superleuk mutsje!
De variatie -or/-ur komt wel vaker voor. Bij dorp-durp is de u-vorm dialectisch gebleven, maar we kennen in de standaardtaal ook slorpen-slurpen en plork-plurk. Het lijkt vrije variatie, hooguit is hier de vorm met -or iets ouderwetser. Bij worm-wurm lijkt worm te winnen in de betekenis ‘diertje’. Misschien omdat wurm nog een betekenis heeft of als dialect wordt gezien. In samenstellingen is de variatie niet zo sterk. Niemand zegt glimwurm, lintwurm, paalwurm of wurmvormig aanhangsel. Wel is er variatie in bijvoorbeeld oorw?rm en regenw?rm. In figuurlijk taalgebruik heeft -ur de overhand: boekenwurm. Wat worm-wurm al niet oproept! Nee, Wormerveer heeft er niets mee te maken. Dit woord schijnt te komen van ‘Wier’ (verhoging) en ‘mer’ (meer), dus een veerpont naar een verhoging in het water. En wat heeft het werkwoord wurmen met wurm te maken?
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Laten we niet vergeten dat ‘wurm’ in de betekenis ‘klein schepsel’ onzijdig is.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Dat het ‘wor’ van Wormer te maken zou hebben met een wier, dat ga ik niet zo een twee drie geloven. In het Plaatsnamenboek van Van Berkel en Samplonius is het een ‘were’, een oeverversteviging.