Door Riemer Reinsma
We kunnen er, wat mij betreft, nooit te veel van hebben: van die boeken over spreekwoorden uit verre landen. Een exotische wereld doemt voor je op, met uitheemse planten, dieren, spijzen en zo meer. En dan de merkwaardige paradox: ondanks die grote verschillen in vorm, door de afwijkende culturele achtergrond, is de betekenis van de spreekwoorden vaak universeel. Zo heeft het huiselijk klinkend Nederlandse gezegde ‘De beste breister laat wel eens een steek vallen’ in Japan de tegenhanger ‘Zelfs Boeddha leest wel eens de Heilige Schrift fout’. Strekking: iedereen maakt wel eens een fout.
De jongste aanwinst is Tien op een ezel. Berbers spreekwoordenboek van Mohammed Benzakour. Het boek laat zien dat de culturele achtergrond van sommige spreekwoorden volstrekt onbegrijpelijk kan zijn als ze niet nader toegelicht worden. Neem het spreekwoord dat ook de titel is van het hier besproken boek. De volledige versie, zo begrijp ik uit het Woord Vooraf, luidt ‘Hij ziet er tien op een ezel”. Tien wat? Vogels? Kruiken? Meloenen? Dat wist schrijver Benzakour zelf aanvankelijk óók niet, maar zijn vader wist hem te vertellen dat het gaat om tien berijders. Tien man op één ezel kan natuurlijk niet, de uitdrukking beschrijft een hallucinatie. Ze is het Berberse equivalent van het Nederlandse “hij ziet ze vliegen”.
Het is niet zo gek dat ook een geboren Berber als Benzakour de culturele achtergrond van sommige Berberspreekwoorden niet kende. Als je een gemiddelde Nederlander zou vragen wat de achtergrond is van “hij ziet ze vliegen”, zou ook hij met de mond vol tanden staan. Vogels? Insecten? Geen idee. Het Berberspreekwoord is trouwens treffender dan het Nederlandse. Van Dale’s Groot Uitdrukkingenboek meldt dat ze verwijst naar “wezens die door de lucht vliegen”. Maar ja, zoals gezegd: dat kunnen ook bijvoorbeeld vogels zijn – en dan hoeft het dus niet per se om een zinsbegoocheling te gaan.
Benzakours boek bevat veertien thematische hoofdstukken, met vaak mooie, cryptische titels als “Hond & Leeuw”, “Moeder & Hand”, “Kat & Blind”, “God & Tuinbonen”. Ze worden voorafgegaan door inleidende hoofstukken over onder meer de Berbertaal en het bijbehorende schrift. De schrijver heeft het begrip “spreekwoord” ruim opgevat: niet alleen traditionele wijsheden in de vorm van zinnen die min of meer onveranderlijk zijn (‘De appel valt niet ver van de boom’, ‘De leugen regeert’), maar ook bijvoorbeeld uitdrukkingen zoals ‘hij ziet ze vliegen’, waarbij allerlei variaties mogelijk zijn (zij ziet ze vliegen, ik denk dat hij ze ziet vliegen, enzovoort). De lemma’s zijn in het Berbers (getranscribeerd), daarna volgt een zo letterlijk mogelijke Nederlandse vertaling, dan een toelichting, en ten slotte –als die bestaat – een equivalente uitdrukking in het Nederlands.
Hoewel je het niet zou verwachten verraden sommige Berberspreekwoorden, net als Nederlandse, de invloed van de klassieke Griekse cultuur. Neem het spreekwoord “Als de jakhals niet bij de (tros) druiven kan, zegt-ie ‘ze zijn zuur’”, dat onmiskenbaar naar de bekende fabel van Aesopus verwijst, al is de vos nu een jakhals. Aardig is ook dat de druiven in een andere versie van het Berberspreekwoord zijn vervangen door een sinaasappel.
Om zijn spreekwoorden bij elkaar te sprokkelen reisde de Benzakour jarenlang met bus, taxi en vooral ezel langs vele dorpen en negorijen in de Rif, “en telkens stelde ik dezelfde, simpele vraag: kent u misschien een oud spreekwoord?” Romantischer kan taalonderzoek niet zijn.
Mohammed Benzakour. 10 op een ezel. Berbers spreekwoordenboek. Amsterdam: Amber-Anthos, 2018. Bestelinformatie bij de uitgever.
Rob Alberts zegt
En in de nieuwe straattaal ontstaan weer heel andere nieuwe uitdrukkingen.
Vrolijke groet,
Wouter van der Land zegt
“Om zijn spreekwoorden bij elkaar te sprokkelen reisde de Benzakour jarenlang met bus, taxi en vooral ezel langs vele dorpen en negorijen in de Rif”
Dank voor de tip, ik heb dit boek vorig jaar gemist en ga denk ik ook het woord ‘jakhals’ vaker gebruiken. Maar ik geloof er geen biet van (is daar een Berberse variant van?) dat Benzakour jaren onderzoek voor dit boek heeft gedaan. Hij ging lijkt mij gewoon jaarlijks op familiebezoek en nam dan een moleskine mee. Maar het maakt niet uit hoe een Kameel een valk vangt en geschater komt uit een verlaten huis – dit moet een heerlijk boek zijn.