Weer zie ik u …
Weer zie ik u, zoals wij samen gingen,
Dien middag na den regen, toen bewaasde
Sluiers nog om de doffe beuken hingen,
Naar ’t dampig weiland waar de paarden graasden.
Blaren nog lekkende van verse droppen
Hield gij behoedzaam in uw tengre handen,
Gij streelde zacht de speelse paarde-koppen.
En alzijds om u stil de wijde landen.
Toen straalde opeens de zon op gras en lover,
Van wild geluk vloeide mijn hart vol over.
Jo Landheer (1900-1986)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter