Het kipje
Het witte kipje
op ’t zwarte wegje
het witte kipje
met kroontje rood.
Het witte kipje
met pootjes, geele,
dat liep daar in
de zon te spelen,
de wei was groene
en blinkende de sloot
het witte kipje
met kroontje rood.
Het kleine kipje
op ’t zwarte wegje
dat dook het kopje
dat dook de staart,
dat liep en fladderde
met sprong en tripje,
dat peutte snaveltje
in zwarte aard.
Het witte kipje
op ’t zwarte wegje
dat dee zoo raar
dat dee zoo mal:
het leek of ’t vroolijk was
om ’t groene hegje
het leek of ’t vroolijk was
om niemendal.
Het witte kipje
op ’t zwarte wegje
dat had ’n bloemetje
dat had de zon,
dat had van bijtje
’n lieflijk zoemetje
dat droeg ’n fijne
zonjapon.
S. Bonn (1881-1930)
uit: Jonge mei (1924)
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter