Door Guusje Jol
Onze zoon van bijna zeventien maanden gebruikt inmiddels een paar woordjes: die!, aaaai, oh-oh, ja en da(g). En mama en papa, maar dat zegt hij ook als hij naar stofzuigers/bekers/afstandsbedieningen/spiegels/trappen wijst. Natuurlijk zijn die woordjes fantastisch, maar wat ik nog leuker vind is hoe hij de paar woorden die hij kent strategisch inzet. En dan vooral die, aaaai en oh-oh.
Die
Die functioneert meestal als verzoek. Hij wijst naar een cracker/knuffelbeest/boekje/aardbei/beker met water/speen/telefoon en zegt die! En in veel gevallen levert dat op dat hij het betreffende voorwerp in handen krijgt.
Aaaai
Aaaai gebruikt hij als hij een knuffelbeest aait, dat levert meestal een hoop gelach en aaaaah op. Geen idee trouwens hoe hij aan dat woord komt. Mijn dagen gaan meestal voorbij zonder dat ik aaai zeg. Misschien iets van de kinderopvang? Hoe dan ook, hij zegt het óók als hij een knuffelbeest of z’n ouders op het hoofd mept. Daar wordt je als ouder niet vrolijk van. Van de andere kant: hij presenteert z’n eigen ‘liefkozingen’ in een zo zachtzinnig mogelijk daglicht en laat dus zeker taalvaardigheid zien, al is het maar met één woord.
Oh-oh
Nog duidelijker is het strategische element bij oh-oh. Hij gebruikt het soms in gevallen waarin hij per ongeluk iets laat vallen of wanneer hij iets omstoot. So far, so good.
Maar in andere gevallen strekt hij z’n hand met boterham met pindakaas (ik noem maar iets willekeurigs) uit, laat welbewust de boterham op de grond vallen, kijkt ons aan met grote verbaasde blauwe ogen en zegt: oh-ooooh! Hij doet het zo voorkomen alsof die boterham met pindakaas op de grond helemaal per ongeluk daar is gekomen. Met die onschuldige rol maximaliseert hij ook de kans dat wij opspringen en ‘m de boterham met pindakaas weer aangeven.
Onderhandelen
Nou zijn we ook niet helemaal gek. Dus we proberen ‘m duidelijk te maken dat ‘Nee vriend, niks oh-oh! Je liet het expres op de grond vallen. Daar is niks oh-oh aan!’. Niet dat we denken dat we ‘m daarmee iets nieuws vertellen. Hij lijkt heel goed in de smiezen te hebben wanneer oh-oh wel en niet van toepassing is. We onderhandelen over zijn voorstelling van zaken.
Ik kijk nu al uit naar de pubertijd.
DirkJan zegt
Waarschijnlijk is ‘oh-oh’ een universele uitdrukking van peuters, maar (of want) het zijn ook de meeste gebruikte woordjes in de Teletubbies. Nu zal deze kleine nog geen Teletubbies kennen, maar mogelijk oudere peuters en leidsters wel en heeft hij het van hen zo toch indirect van de tv-serie overgenomen? Vraagteken.
Ik kom er zijdelings op omdat ik onlangs een heel kort bericht las op een shownieuws- pagina waarin stond dat Amerikaanse ouders opmerkten dat hun kinderen met een Engels accent zijn gaan praten na het veelvuldig zien van de Engels kleutertekenfilmpjes van Peppa Pig. Er stond verder niets bij.
Dat is opmerkelijk omdat de taalwetenschap zegt dat je taalaccenten niet via media als televisie kan overnemen, dat kan alleen via direct interactief contact. Nu ken ik niet de details van die onderzoeken, maar misschien zijn hele kleine kinderen, in tegenstelling tot ouderen, nog wel vatbaar voor taalbeinvloeding van bijvoorbeeld televisie? Nog een vraagteken.