• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Twee buren, twee culturen?

15 september 2019 door Redactie Neerlandistiek Reageer

Door Mathijs Sanders

Ehrenfesthuis, Leiden.
Bron: Wikipedia

Wat vermag de studie van literatuur in een tijd waarin de Geesteswetenschappen zwaarder onder druk staan dan ooit tevoren en waarin kennisgebieden door politieke krachten uit elkaar worden gedreven? Een recente Nederlandse roman laat zien hoe wetenschappers zich inzetten voor een creatief samenspel van uiteenlopende disciplines. Literatuur en literatuurwetenschap kunnen daar een bemiddelende rol bij spelen.

De mooiste hoofdstukken van de sprookjesachtige roman De vrolijke verrijzenis van Arago van Tomas Lieske spelen zich af in Leiden rond het jaar 1922. Na een reeks wonderbaarlijke omzwervingen in het grensgebied van Oostenrijk en Italië wordt de vijftienjarige wees Lise samen met haar pleegmoeder Simone Werner en de vos Arago – die na een aanrijding in de Dolomieten op wonderbaarlijk uit de dood is opgestaan – opgenomen in het huis van de Nederlandse natuurkundige Paul Ehrenfest. In die levendige en liefdevolle sociale omgeving maakt zij kennis met vooraanstaande natuurkundigen als Niels Bohr en Willem de Sitter. In de open sfeer van het Ehrenfesthuis wordt Lise spelenderwijs betrokken bij vrije uitwisseling van ideeën over uiteenlopende onderwerpen als de kwantummechanica, de kosmologie, de wiskunde en de Nederlandse taal. Het gezelschap vormt een kleine Republiek der Letteren, een intellectuele ruimte waar kennis wordt gedeeld, de scheidslijnen tussen verbeelding en wetenschap niet scherp getrokken worden en fanatisme uit den boze is. De wetenschappers zijn overtuigd van de betrekkelijkheid van hun ideeën en van de kracht van de verbeelding. Hun intellectuele bevlogenheid krijgt vorm in levendige conversaties, waar ook kinderen in worden betrokken.  Kinderen – zo luidt de onuitgesproken opvatting – beschikken immers over de gave van de verwondering, over het vermogen om te begrijpen wat zij niet kunnen verklaren. Lise leert van de wetenschappers dat mensen zich niet moeten laten begrenzen door wat geldt als zekere kennis. In het Ehrenfesthuis aan de Leidse Witte Rozenstraat werden volgens de verteller geen meningen opgedrongen, ‘er werd uitgelegd waarom de een er zus over dacht en de ander zo.’

De vrolijke verrijzenis van Arago is onder veel meer ook een historische roman, waarin een episode uit de geschiedenis van de natuurwetenschappen wordt opgeroepen. Het verhaal gaat over de menselijke kant van het wetenschappelijke bedrijf, dat anno 1922 nog niet werkelijk een bedrijf was. Zo kan het gebeuren dat Willem de Sitter op een maandag samen met Lise een schaatstocht maakt over de Wijde Aa. Hij verdomt het namelijk om na voltooiing van zijn verslag van de Sterrewacht, ‘met alle cijfers en alle prestaties keurig vermeld’, ook nog eens allerlei formulieren met dezelfde gegevens in te vullen voor de curatoren van de universiteit. Willem de Sitter – zowel het romanpersonage als de historische persoon (1872-1934) – is een intrigerende figuur. Voor hem staan er geen schotten tussen zijn eigen domein – de wiskunde, de hemelmechanica – en andere kennisgebieden, zoals die welke zich buigen over de menselijke ziel, de taal en de kunsten. Voor de wetenschappers in De vrolijke verrijzenis van Arago telt het onderscheid tussen de ‘twee culturen’ die C.P. Snow in 1959 onderscheidde – het onderscheid tussen de sciences en de humanities – niet. 

Dat brengt mij bij de Nederlandse neoliberale onderwijspolitiek, die na de aanbevelingen van de Commissie Van Rijn, enthousiast ontvangen door minister Ingrid van Engelshoven, in een volgende fase is beland. Het voorstel en voornemen om de bèta-technische universiteiten een forse financiële impuls te geven ten koste van de algemene universiteiten zal vooral de Geesteswetenschappen hard raken. De geringschatting van de letteren door politieke bewindslieden kent een lange traditie, maar door de giftige cocktail van populisme, internationaal consumentisme en cynisch liberalisme zijn we het nieuwe academische jaar begonnen met een strop om de nek. De politieke lobby vanuit de Geesteswetenschappen heeft weinig effect gesorteerd. Een ontwikkelde culturele smaak levert nu eenmaal geen stemmen op. Of een diepgaande kennis van de kwantumfysica dat wel doet is overigens maar zeer de vraag. Willen we als wetenschappelijke cultuur het hoofd boven water houden, dan moeten we schouder aan schouder weerstand bieden tegen het huidige politieke klimaat. Beter dan naar Willem Otterspeer, die in zijn pamflet Weg met de wetenschap (2015) stelde dat natuurwetenschap en universiteit elkaar niet verdragen, luisteren we naar de wijze woorden van Marleen Kamperman, hoogleraar Scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, die in de Volkskrant (26 maart 2019) protesteerde tegen de afbraak van de alfawetenschappen:

Een samenleving waar alleen geld is voor nanotechnologie, waar iedereen die een beetje kan nadenken rocket scientist moet worden, is een samenleving op weg naar faillissement. Vol slimme rekenaars zonder cultureel besef, zonder historisch besef, zonder filosofische basis. Geen idee van de wereld buiten hun laboratorium, buiten hun computerschermen. Bovendien niet in staat om de resultaten van hun onderzoek begrijpelijk op te schrijven.

Het is een passage die niet had misstaan in De vrolijke verrijzenis van Arago. 

Solidariteit tussen wetenschapsgebieden is harder nodig dan ooit. Wat de roman van Tomas Lieske zo ontroerend maakt is dat wetenschappers als De Sitter en Bohr zich met evenveel belangstelling buigen over de omloopbanen van de manen van Jupiter als over de vraag naar de functie van imaginaire getallen of naar het bestaan van beschermengelen. In een tijd van politieke polarisatie is het belangrijk om de eenheid van de wetenschappen en hun dienstbaarheid aan de samenleving te benadrukken. 

Het zal u niet verbazen dat mijn verhaal uitloopt op een pleidooi voor de vitale aanwezigheid van literatuur en literatuurbeschouwing binnen de universiteit. Literatuur is namelijk bij uitstek het brandpunt van ongedeelde kennis. Als weinig andere genres is de roman in staat om uiteenlopende stemmen en visies tot klinken te brengen en om dat wat niet bestaat tot levend bestaan te denken door middel van ons voorstellingsvermogen. Zo laat De vrolijke verrijzenis van Arago zien hoe natuurwetenschappen en wijsbegeerte tijdens het interbellum samenhingen, hoe het denken het niet kan stellen zonder taal, hoe mogelijkheidszin een denkstijl werd en hoe er kan worden nagedacht over de grenzen van het weten.Voor natuurwetenschappers kan het lezen van die roman een verrijkende ervaring zijn, niet alleen omdat het boek een intrigerende episode uit de geschiedenis van de natuurwetenschappen oproept, maar ook omdat het de kracht van de verbeelding toont en de waarde van de verwondering. 

Letterkundigen zijn verbinders tussen teksten en lezers; hun belangstelling geldt al lang niet meer uitsluitend dé betekenis van dé tekst, maar de veelsoortige affectieve, cognitieve, intellectuele en sociale relaties die mensen aangaan met literatuur. Zij bestuderen niet wat literatuur is, maar wat literatuur doet. Zij dragen zorg voor de overdracht en duiding van teksten in een maatschappelijke context. Het is hun taak om het gesprek over literatuur en wetenschap op gang te houden, zowel binnen als buiten de collegezalen. Wetenschap is een huis met vele kamers, zo luidt de gemeenplaats. Laten we de deuren van dat huis wijd openzetten en iedereen welkom heten. 

‘Kom binnen, kom binnen. Dag lieve Simone. Jij bent Lise. Dag Lise. Ik ben blij dat je er bent.’ Lise voelt hoe hij haar hand grijpt en hoe hij haar dansend door de gang naar een kamer voert. Lise en ik horen allebei hoe ergens bij de buitendeur haar aanvankelijke beeld van professor neef Paul lachend en opgelucht in scherven valt. 

Deze tekst is de bewerking van een lezing, gehouden tijdens het Letterenfestival van de Rijksuniversiteit Groningen op zaterdag 14 september 2019. Met dank aan Janine R. Mooij en Marieke Winkler voor hun aanmoedigingen en commentaar.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: letterkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Tom Graftdijk • De electrische stoel (1)

politici met hun handen op één
verschrikkelijke buik verspreiden
de publieke geheimen waar ik
geen weet van heb

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OPSTAAN BIJ RADIO

Waterhoogten in de ochtend
maken kamers vol van kou,
waterkou en blauwe luchten,
was en val, ik was mij gauw.

Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1805 Joan van Bolhuis
1907 Jacob Drewes
1908 Wytze Hellinga
1933 Johan Mönnink
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d