Door Jona Lendering

Een tijdje geleden blogde ik over een bezoekje aan Keulen, waarbij ik in de Große Witschgasse vergeefs had gezocht naar het gedenksteentje op het geboortehuis van Joost van den Vondel. Ik schreef:
De moderne straat herinnerde ik me goed. De seksbioscopen in de omgeving herinnerde ik me eveneens goed. De nabijheid van de Rijn herinnerde ik me eveneens correct. Maar die gevelsteen? Niets.
Speelt mijn geheugen me parten? Het zou kunnen. Ik ben vierenvijftig. Heb ik slecht gekeken in een drukke straat? Kan ook. Of is die gevelsteen verwijderd? Het zou ook kunnen. Ging het om het huis dat in verbouwing was? Ik weet het niet maar in elk geval hoort er op die plek gewoon een gevelsteen te zijn, klaar.
Gisteren was ik opnieuw in Keulen en ik sliep in een hotel op loopafstand van de Große Witschgasse. Dus ik ben er nog even langs gewandeld alvorens aan de Rijn neer te strijken voor een schnitzel en een Apfelschorle. Ik kan u geruststellen: het huis dat in verbouwing was, is voltooid en het gedenksteentje is opnieuw zichtbaar.
Dit bericht verscheen gisteren op De Mainzer Beobachter.
Ha, die plaquette ken ik. Ik kan er aan toevoegen dat in het Kölinisches Stadtmuseum op de bovenverdieping aandacht aan Vondel wordt besteed. De moeite!
Leuk dat het tegelijkertijd een gevelsteen voor de aanduiding van het huis is; ‘Zur Viole’ staat in bijna even grote letters als de naam van de dichter. Er zal een uithangteken (gevelsteen of uithangbord) met een viool en misschien het onderschrift ‘Zur Viole’ zijn geweest. Is het bekend of er vioolbouwers hebben gewoond? Nederlandse vioolbouwers hebben nog vaak zo’n uithangteken, een fraaie is die vabn Bouwman in Den Haag:
https://indebuurt.nl/denhaag/wp-content/uploads/2018/10/willem-bouman-zn.jpg
nagedachte: of ging het hier om het bloemetje viool?
Met googelen vind ik in een voetnoot:
“Tegenwoordig Grosse Witschgasse in het huis „zur Fyolen”. Fyole is hier volgens Leendertsz niet de naam van het muziekinstrument, maar die van de bloem hetgeen zou blijken uit de passage in „Olijftack aan Gustaaf Adolf.” en den „Geboortklock”:
Komt, Nymphen, breyd een’ stool.
Van bloemen hem, die ’t licht eerst sagh in een’ viool.”
http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/vondel/wordleve.html