Verwarwoordenboek Vervolg (139)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
beek / rivier
De woorden verschillen in betekenis.
beek ondiepe, smalle, natuurlijke waterstroom, riviertje
Heel jammer dat ze dit mooie beekje hebben verlegd en gekanaliseerd.
rivier natuurlijke waterstroom
Men zegt dat rivieren altijd in zee uitmonden, maar dat geldt slechts indirect voor zijrivieren.
Een goed criterium voor het onderscheid lijkt ‘doorwaadbaarheid’. Een beek is helemaal doorwaadbaar, een rivier hooguit gedeeltelijk. Het betekenisaspect ‘natuurlijk’ onderscheidt beide woorden van kanaal, gracht, sloot en duinrel of spreng. Voor de liefhebbers: een duinrel is een kanaaltje in een duinlandschap voor de afvoer van omhooggekomen grondwater, in dit geval kwelwater. Een spreng heeft dezelfde functie als een duinrel, maar dan in een landschap zonder duinen (bijvoorbeeld de Veluwe).
Bron afbeelding: Wikimedia
Rob Duijf zegt
‘Een spreng heeft dezelfde functie als een duinrel, maar dan in een landschap zonder duinen (bijvoorbeeld de Veluwe).’
Dat is niet helemaal juist. De Veluwe is wel degelijk een landschap met duinen. Duinen worden op natuurlijke wijze door de wind gevormd en dat gebeurt niet alleen langs de kust, maar ook langs rivieren en op het land.
In het geval van de Veluwe zijn die duinen gevormd door het dekzand, dat in de voorlaatste en laatste ijstijd door de wind in de luwte achter de stuwwallen werd neergelegd. In de loop der tijd zijn die duinen vastgelegd door vegetatie. Door overmatige houtkap en het afplaggen van heide kon het zand opnieuw gaan stuiven. Op verschillende plaatsen op de Veluwe vinden we nog ‘levend stuifzand’, waar de wind vrij spel heeft en steeds nieuwe duinen vormt. Het bijzondere biotopen met een microklimaat. Overigens vinden we die stuifgebieden niet alleen op de Veluwe. Denk bijvoorbeeld aan de Korte en Lange Duinen bij Soest in Utrecht en de Loonse en Drunense Duinen in Noord-Brabant.
Waar een duinrel wordt gevoed door natuurlijk kwelwater, wordt een spreng gevormd door grondwater, dat in een ‘sprengkop’ wordt aangegraven. De stuwwallen op bijvoorbeeld de Veluwe zijn tijdens de voorlaatste ijstijd zo’n 150.000 jaar geleden door gletsjers opgestuwd, een proces dat meerdere fasen kende. Daardoor is in de ondergrond een gelaagdheid ontstaan als in een spekkoek, met lagen keileem dat door de gletsjers werd achtergelaten. Keileem laat geen water door. Boven zo’n laag kan dus een grondwaterspiegel ontstaan. Via een gegraven spreng voerde men dat water vroeger af, bijvoorbeeld om er watermolens mee aan te drijven of fonteinen te laten spuiten op de talrijke buitenplaatsen, zoals paleis Het Loo in Apeldoorn.
Jan Renkema zegt
Dank! Zo grondig had ik het niet kunnen uitzoeken.
Bas D zegt
Verzoek voor de volgende editie: systeem vs. stelsel. Het Afrikaans vertaalt het Engelse system consequent als stelsel, maar in het Nederlands zijn de twee woorden niet altijd uitwisselbaar.
Jan Renkema zegt
Dank. Ik voeg het paar toe aan de 150 wachtende verwarparen. Dit wordt een lastige!
Rob Alberts zegt
Over de correcte naamgeving van natuurlijke en kunstmatige waterlopen kan een boek geschreven worden.
Met de Klimaatcrisis en de daarbij komende verdroging in Nederland komt gelukkig steeds meer aandacht voor zoetwaterstromen in ons land.
Stille groet,