Door Marten van der Meulen
Een van de casus die ik onderzoek in het kader van mijn proefschrift is de kwestie ‘een aantal mensen is/zijn’. De laatste dagen heb ik flink wat data doorgespit, en dat heeft mij in ieder geval wat nieuwe inzichten gegeven. Meervoud of enkelvoud, dat gaat namelijk helemaal niet alleen maar over het werkwoord, maar ook over iets anders. En juist dat andere aspect laat heel duidelijk zien: ‘een aantal mensen’ is meervoud.
Regels
De traditionele interpretatie zegt dat ‘aantal’ het hoofd van de zelfstandig naamwoordgroep is. Aantal staat in het enkelvoud, en dus moet een opvolgend werkwoord ook in het enkelvoud staan. Dat levert dit soort zinnen op:
- Een aantal mensen is gekomen.
- Een aantal mensen las mijn blogpost.
Zoals gebruikelijk zijn niet alle taaladviseurs het met elkaar eens. Sommigen (Pak 2003, Heerink 2006, Timmers 2007) keuren de meervoudsvorm nog altijd af. Velen echter rekenen allebei goed, maar nuanceren dat wel vaak door te zeggen dat de nadruk bij een meervoudig werkwoord ligt op het ‘meervoudig karakter’ of iets dergelijks. Ik vraag me af in hoeverre mensen dit verschil echt ervaren. Het lijkt mij waarschijnlijker dat dit weer een voorbeeld is waarbij taalberegelaars bestaande vrije variatie tóch op de een of andere manier aan banden proberen te leggen.
Variatie in het werkwoord
Taaladvies bestaat niet als er geen variatie is, en inderdaad zien we ook bij aantal ook variatie in het gebruik. Sommige mensen schrijven zinnen waar een zelfstandignaamwoordgroep met ‘aantal’ onderwerp is, maar waarbij toch een meervoudsvorm van het werkwoord gebruikt. Zie bijvoorbeeld de volgende zinnen (die uit het Corpus Gesproken Nederlands komen):
- dat vinden een aantal belangenorganisaties waaronder de ANWB
- een aantal Joegoslaven melden zich nu aan
Let wel: deze variatie lijkt (voorlopig) alleen voor te komen bij onbepaalde lidwoorden: wanneer er sprake is van ‘het aantal’ komt er geen variatie voor. Nou ja, geen: er zijn wel een paar voorbeelden te vinden (er is een paar voorbeelden?), zoals het volgende, maar zulke voorbeelden zijn zeer marginaal (minder dan 1% van mijn data):
- zijn ‘t aantal vluchtelingen zeker met een uh een zeven acht miljoen gestegen
Ik laat die gevallen verder buiten beschouwing en richt me alleen op gevallen waar aantal onbepaald is. Op basis van die data is direct duidelijk dat het meervoudige werkwoord veel gebruikelijker is.
Kijken we bovendien nog naar een ander geval van congruentie, dan wordt duidelijk dat het meervoudige gevoel echt de gebruiksnorm is.
Betrekkelijk voornaamwoord
Die andere manier van congruentie bestaat uit het gebruik van betrekkelijke voornaamwoorden. Je kunt bij een zelfstandig naamwoord eenvoudig een betrekkelijke bijzin plaatsen:
- De man die ik gisteren zag danst nu op straat.
Dit kan natuurlijk ook bij zelfstandignaamwoordgroepen met aantal. Maar dan is de vraag, welk betrekkelijk voornaamwoord we gebruiken: enkelvoudig dat (aantal is immers onzijdig) of meervoudig die?
- je hebt toch een bepaald aantal weken dat je kan.
- maar je ziet een aantal dingen die je herkennen zult
Dit is ook voor taaladviseurs een lastige kwestie. Er is geen grammaticale reden om nu te zeggen dat aantal opeens níet het hoofd van de naamgroep is. Op basis daarvan zou je dus dat moeten gebruiken. Maar daar worden uitzonderingen op gemaakt: volgens Tiggeler (2001) ‘gaat het om het woord dat in het meervoud staat’. Dat kan wel zo zijn, maar het blijft een beetje hypocriet. Ook hier hebben we volgens mij te maken met gebruik dat zo ver is gevorderd, dat taalberegelaars een extra regel verzinnen om met de variatie om te gaan. Zie bv. ook het gebruik van wat en dat.
Hoe dan ook, wanneer we kijken naar het gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord bij onbepaald aantal, dan zien we een versterkte weergave van de bovenstaande grafiek: meervoud heerst.Als we overigens kijken naar betrekkelijke voornaamwoorden én werkwoorden vinden we opvallende voorbeelden. Zeker in het formelere register komt er een aantal zinnen voor waarbij de bijzin in het meervoud staat, en de hoofdzin vervolgens in het enkelvoud:
- Een aantal dichters die bij Wel publiceerden, is later overgestapt naar een grote uitgeverij.
Het vreemdste voorbeeld is het volgende:
- ’t aantal mensen dat Sterrenkunde gaan studeren is uh is niet uh minimaal uh zeg maar
Hier schiet de enkelvoudige en meervoudige interpretatie heen en weer als de klanken van een hyperventilerende doedelzakspeler. Eerst zien we een enkelvoudig betrekkelijk voornaamwoord (dat), vervolgens in dezelfde betrekkelijke bijzin een meervoudig werkwoord (gaan), en vervolgens in de hoofdzin weer een enkelvoudig werkwoord (is)!
Multidimensionale norm
Kortom: wanneer we kijken naar het gesproken taalgebruik, dan zien we dat aantal vooral als meervoudsvorm wordt opgevat. Nu is dat een beetje flauw, kun je zeggen. Het meeste taaladvies richt zich immers, al dan niet expliciet, op geschreven taal. Toch stel ik daar zo langzamerhand mijn vraagtekens bij. Bij heel/hele bijvoorbeeld wordt in 16 taaladviesboeken zeven keer ook advies gegeven over gesproken taal. En bij als/dan gaat dat nog veel verder. Het is dus zeker acceptabel ook naar gesproken taal te kijken als het om taaladvies gaat.
Er is natuurlijk nog wel meer over de kwestie te vertellen. Je kunt dus kijken naar formeler taalgebruik, en je kunt kijken naar andere aspecten van de taalnorm. Ik heb daar recentelijk een nieuwe manier voor bedacht, maar daar ga ik nu nog even niet op in. Op de Moving Humanities conference in Nijmegen (24 oktober) vertel ik er wel meer over, tenminste, over de kwestie heel/hele. Wie meer over aantal wil weten, die is van harte uitgenodigd langs te komen bij het Forum for Germanic Language Studies Conference 2020 in Bristol op 9 januari.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Marten van der Meulen.
Joke van Overbruggen van Overbruggen zegt
een aantal mensen:
aantal is enkelvoud
mensen is meervoud
een aantal mensen is meervoud
de vraag is: wat is meer fout?
ik eet drop graag zonder zout
Hans zegt
Interessant verhaal, Marten. Ik dacht eerlijk gezegd dat dit onderwerp zo langzamerhand wel was afgekaart (vgl. ook de taalprof van woensdag 29 november 2006 (!)
“Mensen, luister nou naar de taalprof: een aantal mensen is een meervoudige woordgroep, net als een paar mensen, een heleboel mensen, een stuk of twintig mensen, een dikke honderd mensen. Het is volkomen normaal om te zeggen Een aantal mensen gaven elkaar een hand, en elkaar kan alleen verwijzen naar een meervoud. Ook is Een aantal mensen die ik ken een goede woordgroep, en aantal zou het betrekkelijk voornaamwoord dat vereisen.”) maar jij kijkt er nog eens nauwkeurig naar. Ik zou nog wel een aantal vragen (meervoud!) hebben maar je teaser aan het einde is ook duidelijk.
Wat me – vergeef het me – evenwel onduidelijk blijft, is wat je precieze doel is na alles wat al over dit delicate onderwerp geschreven is, zoals het geciteerde van de taalprof. Is het ook je vraag: waaróm gebruiken mensen het meervoud bij een aantal en is dit geval los te zien en te analyseren van andere aanduidingen als een heleboel, een zooitje, een groep etc. Waar denk je nog achter te kunnen komen? Gaat het puur om taaladvies? Hoe dan ook: veel succes en hou ons lezers op de hoogte!
msvandermeulen zegt
Beste Hans, ik las je reactie met veel verbazing. Misschien is het een retorisch middel dat ik niet begrijp, maar je kunt toch moeilijk zeggen dat twee blogposts van de Taalprof “de zaak afkaarten”. Natuurlijk, zoals hij ook zegt, is er veel over geschreven in taaladviesboeken en dergelijke, maar voor zover ik weet heeft niemand gekeken wat mensen nou daadwerkelijk doen.Mocht je wel wetenschappelijke literatuur over deze kwestie kennen, dan houd ik me meer dan aanbevolen (ik ken eigenlijk alleen Bennis & Hinskens 2014). Voor wat ik er verder mee wil doen verwijs ik graag naar mijn website, waar ik meer uitleg over mijn promotieonderzoek.
Hans zegt
Excuus voor de verbazing, ik wilde niet vreemder overkomen dan ik wellicht ben… Natuurlijk zijn die blogs niet het laatste woord maar ik dacht dat ze wel tamelijk uitputtend het thema behandelden (in alle bescheidenheid vind ik dat stiekem nog steeds, maar dat terzijde).
Maar je geeft en passent wel antwoord op mijn vraag: je bent dus bezig te kijken naar wat er daadwerkelijk gebeurt in de voorkomende gevallen. Dat is zeker iets nieuws en voegt wat relevants toe – misschien had ik nog een keer beter moeten lezen maar het was me de eerste keer niet duidelijk.
Nee, helaas ken ik geen nieuwe bronnen, daarvoor ben ik al veel te lang uit die wereld. Mocht ik iets tegenkomen, dan laat ik het uiteraard weten. Dank voor je antwoord, ik zal je website ook nog eens bekijken. Nog steeds: veel succes!