• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Iedere poging om eenvoudiger en natuurlijker te worden, wordt eerst bejegend met geschreeuw over gezochtheid

26 oktober 2019 door Marc van Oostendorp Reageer

De Multatulileescursus (55)

– Als je Een zaaier van Carel Vosmaer leest, begrijp je wel ongeveer wat Multatuli bedoelde als hij klaagde dat hij niet goed gelezen werd.

– Maar over Vosmaer had hij toch geen klachten? Hij…

– Nee, dat maakt het eigenlijk des te erger. Vosmaer was hem natuurlijk gunstig gezind…

– … hij was denk ik de eerste die een uitgebreidere studie aan zijn werk wijdde?

– … en bovendien was hij inmiddels een persoonlijke vriend. Maar het is allemaal van een zeer laag niveau. Hij komt nauwelijks aan een serieuze analyse toe omdat hij het zo druk heeft met omstandig verklaren hoe geweldig het allemaal is:

Met een enkel woord weet de dichter de fijnste snaren van de ziel te doen trillen, het geheele gemoed in beweging te brengen

– Ja, Een zaaier is meer een reclamebrochure. Zo worden ze tegenwoordig niet meer geschreven, een moderne criticus wil toch niet zo jubelen.

– De uitzondering in onze hedendaagse letteren is misschien Maarten ’t Hart?

– Ja, die wil ook wel eens jubelen. Zij het dan net weer niet over Multatuli.

– Ik ben het helemaal niet met jullie eens. Vosmaer is af en toe juist behoorlijk kritisch. En hij analyseert dat de stukken ervan af vliegen. Over zijn stijl:

’t Is anders als Sterne, als Börne, als Heine, als Montaigne. Soms, door de lichtheid en snelheid der bewegingen, het overspringen op onderwerpen, heeft het iets van een fransche causerie, maar ’t is een geharnaste causerie; ze doet wel eens denken aan Heine, dan weer door de in fijnheden spelemeiende bigarures aan Tristram Shandy; dan weer is er oostersche poëzie als die van ’t Hooglied of toorn als van Jesajas. Ja, van Jesajas en andere hebreeuwsche dichters; heeft iemand wel ooit opgemerkt welke verwantschap er bestaat tusschen de kleur, den zinbouw, de beelden der schoonste stukken uit de bijbelsche litteratuur en die van Multatuli?

– Vooral die laatste vergelijking is interessant. Is er inderdaad, ook in de 150 jaar sinds Vosmaer dit schreef, weleens uitgebreide studie gedaan van de verwantschap tussen de bijbelse taal en de stijl van Multatuli?

– Hij heeft in ieder geval zelf een aantal keren positieve dingen over de bijbel gezegd als literair werk. Een belangrijke opmerking lijkt me bijvoorbeeld deze:

In den bybel, die zoveel heerlyke modellen bevat van alle soorten van litteratuur – het geestige vooral niet uitgesloten – komt geen enkel gezegde voor dat door dubbelzinnigheid tot lachen opwekt. De oorzaak ligt in de oprechtheid waarmee daarin alles by den naam genoemd wordt. De naieve schryvers maakten van den byslaap zo min ’n mysterie als van eten en drinken.

– De bijbel als een vorm van ‘naieve’ literatuur die daarom aantrekkelijk is. Er wordt tenminste niet ‘mooi’ geschreven en de schrijver schrijft wat hij bedoelt. Die verwantschap gaat wel wat verder dan de ’tale kanaäns’ waar sommige Nederlandse schrijvers mee worden geassocieerd….

– Zoals Maarten ’t Hart!

– Het gaat niet zozeer om het overnemen van woorden of uitdrukkingen uit de bijbel, maar zoals Vosmaer zegt, om ‘kleur, zinsbouw, beelden’.

– Of zoals hij over Vorstenschool zegt:

Zijne taal is natuurlijk, vrij, maar ze is daarbij artistiek en verheven; ze is hoog gestemd zonder bombast, ze heeft onderscheiding zonder gemaaktheid en is los zonder platheid.

– Dit is misschien wel een van de raadsels van Multatuli’s stijl: dat hij voor zijn tijd zo zeldzaam dicht bij de spreektaal stond, maar daarbij nooit tot geleuter verviel.

– Vosmaer wist zichzelf bovendien zelf ook elegant uit te drukken. Bijvoorbeeld waar hij de breedte van Multatuli’s palet beschreef:

Diezelfde hand, die soms schrijft zoo fijn en gevoelig als de teederste vrouwehand, zwaait hier vaster noch en met noch sterker en gelijkmatiger macht over de taal den geesel van satire en sarkasme.

– Ah, alweer dat wijzen op Multatuli’s vrouwelijke kant! Hadden we daar vorige week niet ook een voorbeeld van? Toen was het Multatuli zelf die erover begon.

– In een brief die hij niet lang schreef nadat Vosmaers brochure verschenen was.

– Aan het begin heeft hij bovendien een analyse van iets heel anders, namelijk van de vraag hoe het komt dat het werk van Multatuli zo lang genegeerd is. Het komt volgens hem doordat mensen het niet kunnen plaatsen:

De toewijding aan alles wat schoon, goed en waar is, wordt alleen goedgekeurd als het de dingen geldt die eerst als zoodanig zijn gequalificeerd door de lieden die zich het monopolie daarvan hebben veroverd.

– Met name die ‘bijbelse’ eenvoud werd door mensen niet herkend:

Maar iedere poging om eenvoudiger en natuurlijker te worden, wordt eerst bejegend met geschreeuw over gezochtheid. De jonge moeder van onzen tijd, vooral tien, twintig jaren geleden, die haar kind wiesch met koud water en ’t hoofd niet prangde in mutsen, die ’t zooveel mogelijk de leden bloot en vrij liet, kreeg den roep van wreedheid en geaffekteerdheid ten dank voor die weldaden

– Ook dat is mooi gezegd. Maar het verklaart niet waarom Multatuli’s werk met uitzondering van Max Havelaar eigenlijk nooit echt goed gelezen lijkt te zijn. Je kunt toch niet zeggen dat wij 150 jaar na dato nog steeds niet gewend zijn aan zijn vorm van natuurlijkheid?

– Nee, maar het blijft wel lastig om dat werk in een genre onder te brengen. Het is zo nadrukkelijk van alles door mekaar. Max Havelaar was dan tenminste nog een roman; en daar blijkt dan ook misschien wel 80% van alle Multatuli-literatuur over te gaan. Dat heeft niets met de inherente kwaliteit van dat boek in vergelijking met andere boeken van dezelfde schrijver te maken.

– Daar wijst Vosmaer ook op, al lijkt hij ook daar een oorzaak te zien in de stijl:

Hoe sterk reeds het woord van den Havelaar is, zijn letters zijn maar kinderhanepooten bij de ongehoord stoute en vaste karakters, bij het vlammenschrift van later. Reeds de Minnebrieven zijn veel sterker; de eerste Ideën evenzeer; de 3e en latere bundels, de Millioenen Studiën, – daarin is de denkerdichter in zijn volle kracht. En daarin is hij volkomen natuurlijk. De speelsche luim, de snijdende kontrasten der ironie, de teedere gevoeligheid, de mikroskopische analise, de snelle wendingen en overgangen, dat alles is de man zelf

– Ok, ik geef het toe, interessante observatie. Naarmate Multatuli’s stijl beter werd, werd hij minder te pruimen.

– Mooi, dan gaan we ons daar volgende week weer verder aan laven: de brieven uit 1875!

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Carel Vosmaer, De Multatulileesclub, Multatuli

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d