Een editie van de nooit eerder gepubliceerde oorlogsdagboeken van August Vermeylen (1939-1944).
‘Ik word vandaag 67 en vind daarin een aanleiding om weer een dagboek te houden’, noteert August Vermeylen op 12 september 1939. Dat deze Vlaamse schrijver, kunsthistoricus en politicus niet alleen essays en romans heeft geschreven, maar ook een verwoed dagboekschrijver is geweest, weten weinigen.
Dit is de allereerste uitgave van de drie schriftjes die de periode van de Tweede Wereldoorlog bestrijken. Ze werpen een licht op Vermeylens schrijverschap, zijn professionele netwerk, zijn omgang met vrienden en vriendinnen en het dagelijkse leven tijdens de bezetting. Bovendien geven ze een inkijk in de gedachtewereld van een artistieke geest en leidende intellectueel. Ze zijn helder en snedig geformuleerd, uitdagend en soms ontroerend.
Deze egodocumenten zijn van groot belang voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis en de politiek-culturele geschiedenis van België.
Over de auteurs
Ruben Mantels (1979) is historicus. Hij werkt bij Universiteit Gent (Boekentoren) en bij archief- en documentatiecentrum Liberas, en publiceert over cultuurgeschiedenis in de negentiende en twintigste eeuw.
Hans Vandevoorde (1960) doceert Nederlandse literatuur aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij werkt aan een biografie van August Vermeylen en publiceert over literatuur en cultuur van de negentiende eeuw tot vandaag.
Ruben Mantels, Hans Vandevoorde, and Janna Aerts. ‘Ik denk nog het best met een pen in de hand’ Het dagboek 1939-1944 van August Vermeylen. Leuven: Leuven University Press, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter