Door Jos Joosten
Vorige week was ik weer met onze eerstejaars Nederlands voor de (inmiddels jaarlijkse) excursie en workshop in het Literatuurmuseum in Den Haag. Steeds een boeiende en leerzame dag.
De vrije momenten besteed ik om wat rond te dwalen tussen de talloze portretten en vitrines met voorwerpen van alle slag uit de moderne Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Daarbij heb ik ook weer even mijn persoonlijke, wat weggestopte, favoriet bezocht die te vinden is in alle toiletten in het Museum. Bij gelegenheid heb ik directeur Aad Meinderts én hoofdconservator Bertram Mourits al eens geattendeerd op dit verborgen kleinood: de luchtverfrisser van het merk ‘Calmic’ die in elke WC van het Literatuurmuseum hangt.
In 1996 verscheen het debuut Welcome hygiene van de Vlaamse dichter Paul Bogaert. Een bijzondere bundel, met een paar wondermooie (‘Dek me toe’) en veel fascinerende, zelfs licht-mystieke gedichten. Welcome hygiene werd destijds goed ontvangen en Bogaert werd intussen een tamelijk gerenommeerd en bekroond dichter.
In de recensies stonden enkele critici stil bij de afdeling ‘Calm ic’, met het gelijknamige gedicht waarin in quasi-Middelnederlands het woordje ‘ík’ steeds als ‘ic’ gespeld wordt. Piet Gerbrandy stelde in de Volkskrant vast:
De spelling van ‘welcome’ in de titel van de bundel komt terug in het gedicht ‘Calm ic’, woorden die aan een middeleeuwse mysticus ontleend zouden kunnen zijn. Wie ‘ik’ als ‘ic’ spelt, ligt overhoop met zijn identiteit of met zijn tekstverwerker, of hij lijdt aan afasie:
Ic hoest.
Nooit krijg ic het losgeweekt
zodat ik verder kan.
Ic mag mijn mond niet open doen
of ti ti ti ti.
Zelf vermoedde ik in mijn bespreking destijds (in De Standaard) ook zo’n verwijzing naar Middelnederlandse teksten.
En dat verband kun je volgens mij, nog altijd, en op goede gronden, leggen.
Da’s nou het leuke van poëzie.
Maar ook waar is dat ik jaren later hoorde (ofwel van Paul Bogaert zelf of uit de tweede hand, dat weet ik niet meer) dat de directe inspiratiebron de sanitaire voorzieningen van het merk Calmic waren.
Ooooo ja.
Hygiene.
Misschien moet het Literatuurmuseum er op de wc’s een bordje bijschroeven. Of liever nog een reproductie van het gedicht. En in elk geval natuurlijk één Calmic-luchtverfrisser als relatiegeschenk cadeau doen aan de collega’s van het Vlaamse Letterenhuis.
Foto: Jos Joosten
Bert Mostert zegt
Gun die luchtverfrissers hun eigen schoonheid, die hebben geen toelichtend/ illustrerend gedicht op een bordje nodig. Zo ook de brandmelders die van veel witte muren een kunstwerk maken.