Die bloedrode lichtvlek – misschien de maan.
Dan heeft een zandstorm haar afgeduisterd,
Maar als die vlek de zon is, moet alles vergaan.
Er wordt niet meer gesproken, wel gefluisterd.
Enkelen zoeken de weg langs de kerk
Waar twee monsters rukken, reuzensterk,
Tuimelend aan een metalen keten,
Met razend gebrul. Ik had nooit geweten
Dat zo woeste dieren daar lagen gekluisterd.
Hendrik de Vries (1896-1989)
uit: Verspreide gedichten (1942)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
AV DRepe (@kneistonie) zegt
Nog steeds niet vaak herkend *voor wat het is/moest verdwijnen*, zelfs niet door tijdgenoten.