Door Viorica Van der Roest
Heeft u zich weleens afgevraagd hoe zwaar een wolk is? Ik niet, maar mijn interesse voor het onderwerp werd gewekt omdat iemand anders dat blijkbaar had gevraagd aan de wetenschapsredacteur van Trouw, Robert Visscher. In de Tijd van afgelopen zaterdag (ik loop een beetje achter met de weekendbijlagen van de kranten, dus excuses voor het gebrek aan actualiteit) geeft hij op bladzijde 34 antwoord op deze vraag: een gemiddelde wolk weegt blijkbaar 500 miljoen gram, oftewel 500.000 kilo. Dat is best veel. En dat roept een nieuwe vraag op, die Robert Visscher dan ook stelt:
Wat er dus licht uitziet en boven ons hoofd zweeft is eigenlijk bijzonder zwaar. Hoe kan dat?
Nou, dat wilde ik nu ook wel weten! Ik las dus snel verder. Maar het antwoord verbaasde me enigszins:
Wolken ontstaan omdat het water uit rivieren, meren en oceanen verdampt. Dit wordt zo warm dat het gas wordt. Daardoor stijgt het. Hoger in de lucht wordt het weer kouder, waardoor zich weer druppels vormen en deze samen een wolk worden. Langzaamaan worden de druppeltjes groter en zwaarder en gaan ze samen totdat ze zo zwaar worden dat ze uit de wolk vallen. Zodat het gaat regenen en je buiten dus nat wordt zonder regenpak of paraplu.
Einde citaat en einde artikel. (Ik zou daarbij trouwens willen opmerken dat je ook mét regenpak of paraplu nat wordt, alleen een stuk minder ingrijpend voor kleding, huid en haar.)
Bent u nu net zo teleurgesteld over dit antwoord als ik? Dit is het standaardverhaal over regenwolken dat ik – net als ongetwijfeld iedereen in Nederland – op de basisschool bij de aardrijkskundeles geleerd heb. Op de middelbare school werd het verhaal nog wat uitgebreid met regenzijdes en loefzijdes van bergen enzo. Maar hoe in hemelsnaam (pun intended) verklaart dat nu dat die wolk van 500.000 kilo niet zomaar naar beneden valt, vóórdat die druppels samengaan, vóórdat het gaat regenen? (want dan valt hij natuurlijk wel.) Daar krijg je zo helemaal geen antwoord op, en dat was de vraag. Ik heb wel vermoedens (lucht tussen die waterdeeltjes bijvoorbeeld? Opwaartse druk van de lucht onder de wolk?) maar ik had gehoopt dat het me ging worden uitgelegd door iemand die zulke dingen Echt Weet. Of uitzoekt voor zijn artikeltje, mocht hij het niet weten.
Zouden nu veel mensen genoegen hebben genomen met dit antwoord en blijmoedig verder hebben gelezen? Die vraag kwam bij me op door een stuk van Karel van het Reve dat ik pas gelezen heb, getiteld Wat je ook vaak hoort is dat je de feiten niet begrijpen kunt als je de achtergronden niet kent.* Hij heeft het daarin over “de menselijke neiging om een zaak voor ‘begrepen’ te houden als men één stapje teruggedaan heeft op de ‘waarom’-ladder.” Want, zegt hij, “als iemand zegt: A is het geval, en dat komt door B, dan vraagt niemand waardoor B nu weer komt, want dan blijf je aan de gang.” Mensen zitten volgens Van het Reve helemaal niet te wachten op eindeloze uitleg; ze willen een “verklarend gordijn, dat opgehangen wordt tussen de feiten die zij kennen en de feiten die zij niet kennen. En dat gordijn heet ‘achtergronden’.”
Als voorbeeld van een dergelijk gordijn uit het verleden noemt hij dan een theorie die stamt uit de tijd dat mensen nog dachten dat de aarde plat was, en zich afvroegen waar deze op rustte. Hij verbaast zich erover dat één eeuwenlang geaccepteerde verklaring voor het niet in de oneindige diepte storten van de aarde was dat deze rustte op drie walvissen. Want waar rustten die beesten dan op hun beurt weer op? Die walvissen, concludeert Karel van het Reve, waren de ‘achtergronden’ van hun tijd.
De werking van het ontstaan van wolken lijkt me als antwoord op de (door de journalist zelf gestelde!) vraag, oftewel het stapje terug op de waarom-ladder, behoorlijk off point. Als Robert Visscher had gezegd dat die wolk van 500.000 kilo niet naar beneden valt omdat hij op drie walvissen rust, dan zou de lezer net zo weinig verklaring hebben gekregen als nu het geval is, maar dan was er tenminste nog wel de illúsie van een antwoord geweest.
* Geschreven onder pseudoniem Henk Broekhuis, en onder andere verschenen in het Verzameld werk deel 4.
Illustratie: Dwergteckel, Wikimedia
Weia Reinboud zegt
Volgende laag: een wolk is geen ding van zoveel kilo, een wolk is een enorme verzameling van heel kleine waterdruppetjes die zo klein zijn dat ze heel erg langzaam vallen. Volgende laag: de lucht stroomt horizontaal langs de aarde, als een druppeltje heel langzaam valt en na tientallen kilometers pas beneden is, dan kun je dat niet zien. Volgende laag: de lucht stroomt niet helemaal horizontaal maar er zijn heel kleine op- en neerwaartse bewegingen, golven. Volgende laag: in een geringe opwaartse beweging wordt de valbeweging van druppeltjes tegengegaan of zelfs omgekeerd, een zomerse stapelwolk kan je snel omhoog zien vliegen, in een heel langzame opwaartse stroming gaat een druppel, dus de wolk, horizontaal, die valt niet meer. Bij een neerwaartse beweging vallen druppeltjes extra snel, die worden warmer, verdampen, de wolk lost op. Dit verklaart waarom het zo vaak gebeurt dat er losse wolken zijn tussen blauw, je ziet daaraan waar het op- en neerwaarts golft. Binnen een wolk is dat ook het geval, zo’n ding beweegt niet als een geheel, het is een enorm gedoe van op- en neerwaartse beweginkjes en dus ook een gedoe van verdampen (neerwaarts) en weer condenseren (opwaarts).
Zo goed?
Je wilt nu natuurlijk weten waarom kleine dingetjes langzamer vallen dan grote? En waarom de lucht bij de aarde warmer is dan hogerop?
Groeten van een bèta met ook interesse in taal.
Viorica Van der Roest zegt
Precies, zo’n uitleg van iemand die zulke dingen Echt Weet bedoelde ik. Bedankt voor de verheldering! (interessant trouwens, er valt meer over wolken te weten dan ik dacht)
Manfred (@mterburg) zegt
Die drie walvissen drijven dus op die wolk van 500 ton. En die wolk valt niet naar beneden omdat anders de walvissen ook zouden vallen. QED
DirkJan zegt
Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de wolken zo snel
Misschien dat ’t een les aan de mens is
Die hem leert hoe fictief een grens is
Of misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel
Daarom zijn de wolken zo snel
Jules de Corte