Ik blijf me verbazen over de reacties die er komen op de witte staking. Ik kan niet anders dan concluderen dat mensen verslaafd zijn aan de ratrace.
Ik heb er vorige week al over geschreven: de collega’s, van jong tot oud, die het heel erg vinden wat er allemaal gebeurt, maar die niet kunnen meestaken, “want daar hebben ze alleen zichzelf mee”. Voor je het weet, loop je eindeloos achter, en dat kun je je niet permitteren.
Want anders? Anders wordt je de toegang tot de tredmolen ontzegd.
Een argument dat dan in stelling wordt gebracht: dat ik gemakkelijk praten heb. Nu is zonder enige twijfel waar dat de situatie op dit moment beroerder is dan pakweg 20 jaar geleden: een jonge dertiger van nu moet harder werken dan ik toen moest.
Maar wat ook waar is: dat degenen die twintig jaar geleden jonge vijftigers waren in doorsnee minder hard moesten werken dan ik nu moet, en vooral veel minder onzinwerk moesten doen. Het is voor iedereen zwaarder geworden, en als het zo verder gaat, hebben de jonge dertigers het over twintig jaar zwaarder dan ik het nu heb.
Mij lijkt een aardige vuistregel dat de zwaarte van je werk aan de universiteit niet veel meer verandert na je dertigste. Het is dus zinloos om nu heel hard te gaan werken met de hoop dat het ooit wel goed komt. Vooral als nu niemand actie wil voeren niet: je laat ermee zien dat je het je allemaal laat welgevallen, dus waarom zouden de eisen ooit worden teruggeschroefd?
Maar dit alles geldt ook voor degenen die ouder zijn: het wordt voor niemand beter, het wordt voor iedereen slechter. En er gebeurt helemaal niets aan. He-le-maal niets.
Het is misschien niet leuk om actie te voeren, maar het moet echt gebeuren.
Luck van Leeuwen zegt
Het lastige is, dat het een soort cirkel lijkt te zijn, waarin men elkaar toch niet echt volledig kritisch lijkt aan durft te spreken. Ook ik heb enige twijfels om mijn mening te geven – ik ben als RMA-student later misschien ook wel weer afhankelijk van de mensen die ik dan, al dan niet indirect, zou bekritiseren. Ik let tijdens het schrijven van dit stukje dan ook ernstig op mijn woorden. Het zou zonde zijn als wetenschap bedrijven teveel een vorm van politiek wordt, waarin je meningen voor je houdt ten behoeve van je eigen carrièrepositie. Ik heb dat soort gevallen gezien. Wat is dan je toegevoegde waarde?
Hoe het ook zij: er zijn veel verschillende manieren om als neerlandicus betekenis te geven aan je werkende leven, de wetenschap is wat mij betreft niet een soort heilige graal waarmee je meer dan op andere plekken ‘echt’ iets kunt toevoegen. Als ambitieuze, op de wetenschap georiënteerde student moet je je ernstig afvragen of je in het huidige klimaat, waarop helaas veel aan te merken is – alleen al vanwege de arbeidsvoorwaarden – wil werken, wellicht vooral omdat (Melchior Vesters wees daar hier eerder op de website terecht al op) de norm lijkt te zijn dat de wetenschap de plek is waar je intellectueel het meest kun toevoegen, c.q. het instituut is met de meeste maatschappelijke status.
Wat voor mij persoonlijk lastig is, maar dat staat hier los van; ik weet niet meer waar ik me politiek gezien toe moet wenden. Deze kwesties zijn denk ik in de breedste zin te weinig geagendeerd op de politieke agenda. We moeten vóór de volgende verkiezingen heel hard aan de boom gaan schudden om ervoor te zorgen dat we niet alleen – oh ironie – Baudet aan onze zijde krijgen, maar ook andere partijen. Als we dat niet doen krijgt de géhele wetenschap, dus ook de promovendi die nu niet meedoen uit angst voor represailles, in de toekomst te maken met problemen die misschien nog wel groter zijn dan ze nu hebben, want het neoliberale beleid lijkt zeker nog niet aan zijn einde gekomen te zijn.
Melchior Vesters zegt
Hoi Luck, dank voor je steun. Even in omgekeerde volgorde:
1. Stemmen is makkelijk. Je kijkt ten eerste welke partij aansluit bij je waarden (en een visie heeft op het geheel; niet alleen in het onderwijs is er immers malaise), ten tweede of die partij geen slappe knieën heeft – of ook: een volstrekt gebrek aan moreel leiderschap – als ze eenmaal aan de macht zijn.
2. Mensen werkelijk kritisch aanspreken is moeilijker, dit geldt overigens in elke hiërarchische omgeving. Toch moet het gedaan worden, want ‘wie zwijgt, stemt toe’ (een Bots-liedje dat verplichte kost is voor mijn leerlingen). Voorwaarden: je moet weten waar je voor staat, goed in je feiten zitten, durven vasthouden en daarbij niet bang zijn voor conflicten. Je gaat geheid mensen tegenkomen die niet ontvankelijk zijn voor de rede, vast willen houden aan hun kleine stukje macht – en misschien kost je dat een baan – maar dezelfde opstelling levert je wel respect op bij goede mensen, en biedt op die manier weer kansen.
Kortom: vooral je mond open durven doen, want echt verandering van het verstikkende conservatisme/neoliberalisme komt alleen van onderop.
DirkJan zegt
Wat ik niet begrijp is dat er alleen tegen de overheid wordt geageerd en niet tegen de besturen van de afzonderlijke universiteiten. Overbelasting of onderbetaling zijn naar mijn idee in de eerste plaats arbeidsconflicten tussen werknemer en werkgever.