De Multatulileescursus (57)
– We zouden deze week nog eens terugkomen op stukken uit 1875, en met name de recensies van Vorstenschool die hier zijn afgedrukt.
– Ja, zoals er indertijd kennelijk in de krant ook allerlei artikels verschenen over dat Multatuli mogelijk de repetities zou bijwonen, en dat hij indertijd de repetities had bijgewoond, en dat de eerste voorstelling misschien in Utrecht zou plaatsvinden, maar misschien ook niet, enzovoort.
– Ja, we hebben al gezien dat Multatuli Vorstenschool schreef met onder andere de bedoeling om het stilzwijgen dat er over zijn werk heerste te doorbreken. Wat dat betreft was de opzet geslaagd.
– Wat waren die recensies bovendien uitvoerig! De prestaties van iedere acteur worden tot in detail besproken.
– Wat ik grappig vond is dat ook de rest van de avond wordt toegelicht, zoals op welke momenten het publiek precies een staande ovatie uitvoerde. Ik heb de indruk dat de meeste recensenten tegenwoordig liever doen alsof er helemaal geen publiek was.
– Zoals jij geloof ik vorige week zei gaven de recensenten trouwens Multatuli gelijk: de meesten vonden Mina Krüseman erg tegenvallen.
– Maar er was toch ook wel kritiek op het stuk zelf, en met name op haar rol, koningin Louise, die grotendeels bestaat uit het houden van lange toespraken. Dat is ook wel lastig goed te doen.
– Ja, er worden heel verstandige dingen gezegd in sommige van die recensies. Bijvoorbeeld dat de schrijver te weinig afstand houdt tot koningin Louise. Dat het te duidelijk is dat haar gedachten zijn eigen gedachten zijn en hij haar daardoor niet goed van buiten kan bekijken. Dat dit een groot manco is van het stuk.
– Waar staat dat?
– Er is een recensie in het Algemeen Handelsblad waarin erop wordt gewezen dat de koning – een rol waarvan Multatuli zelf beweerde dat hij een beetje mislukt was omdat die koning zo’n grote draai maakt, van een totale losbol naar iemand die inziet dat een vorst verstandig moet zijn – eigenlijk juist beter is dan de rol van de koningin:
Naar ons gevoelen is deze goedhartige koning, dwalende uit gebrek aan opvoeding, maar altijd vatbaar voor goede indrukken en ten slotte met de beste voornemens bezield, oneindig gemakkelijker te redden, dan deze koningin, eeuwig bespiegelende, alles afkeurende, rusteloos van het eene onderwerp op het andere springende. Bij haar hoort men steeds ‘het klepperen van den molen, maar ziet geen meel’.
En dan later:
Vorstenschool echter zou eerst dan wezenlijk een vorstenschool zijn, indien niet alleen de koning werd gevoerd tot de koningin, maar ook de koningin tot den koning; indien zij, hoe dan ook, leerde begrijpen, dat zij met hare opvattingen even ver van de wijs was, als hij met zijne zotte liefhebberijen. Zulk eene oplossing ware te vinden en te verkrijgen geweest, door de ervaringen der koningin in het vierde bedrijf. Maar ze was niet te vinden en zal door Multatuli niet gevonden worden, tenzij de dichter zich weet te verheffen boven zijn creatie.
– Het voorjaar van 1875 moet sowieso een verwarrende periode zijn geweest voor Multatuli. Aan de ene kant werden hem, blijkens die recensies, voortdurend echte en zilveren lauwerenkransen toegeworpen; aan de andere kant kreeg hij te maken met zeer felle kritiek.
– Nou, de meeste van die recensies zijn toch heel schappelijk.
– Ik doelde nu even op Onkruid onder de tarwe van Van Vloten.
– Dat hebben we nauwelijks kunnen lezen.
– Nee, dat is een van de rare keuzes die Stuiveling als redacteur van de Volledige Werken maakte: wel elke snipper in de krant over van alles en nog wat rondom de al dan niet vermeende ziekte van een van de acteurs in Vorstenschool, maar uit die brochure van Van Vloten, die note bene helemaal over Multatuli ging, worden alleen maar een paar fragmenten geciteerd. Zonder dat zelfs maar duidelijk wordt gemaakt waarom alleen die fragmenten!
– Nou lusten de honden ook geen brood van die fragmenten. Wat was die hooggeleerde Van Vloten onder de gordel! Als op 1 april het bericht in een krant staat dat Douwes Dekker met Schepel getrouwd is schrijft hij:
Zulk een nieuwtje op den 1en April! Wanneer de een of ander spotboef het had verzonnen, om er zijn landgenoten meê beet te nemen, het kon niet fraayer. Doch het was niet verzonnen; het was de meest plat-prozaïsche, doch daarom niet minder vermakelijke waarheid. De baronnesse van Wijnbergen, sedert verscheiden jaren vrijwillige weduwe van haar met juff. Schepel niet minder vrijwillig buiten huwelijk verbonden man, met wien zij, in zijn onbeheerschte ‘ongewoonheid’, zoo ‘gelukkig’ getrouwd was (gelijk hij zelf ’t ons betuigde), legt het tijdelijke af; en manlief, die het tot dusver met die juffrouw zoo gemakkelijk buiten dat huwelijk had weten te stellen, zonder zich om zijn ‘gelukkige’ vrouw en hulpbehoevende kinderen anders te bekommeren, dan dat hij er sentimenteele brieven aan en over schreef, en aan ’t publiek te lezen gaf; manlief vindt zich nu op eenmaal geroepen, die juffrouw niet minder ‘gelukkig’ te maken, dan zijn overleden baronnes het steeds met hem geweest is, verbindt zich met haar in ’t huwelijk, doch doet dat – om er al ’t potsierlijke toch goed van te laten uitkomen – op den van ouds voor alle menschelijke grollen en grappen opzettelijk bestemden 1en Aprildag; – vermakelijker kon het niet.
– Zulk soort opmerkingen vind je tegenwoordig alleen op de sociale media, niet in enige gedrukte krant of tijdschrift. Zeker niet over schrijvers.
– Ja, en vervolgens verschijnen er in datzelfde tijdschrift, Onze Tolk, dan weer stukken tegen Van Vloten. Bijvoorbeeld van een redacteur van het blad die opmerkt dat je misschien in het publieke debat wel iets mag zeggen over Douwes Dekkers relatie met Tine, omdat de schrijver daar zelf van alles over beweerd heeft, maar niet over die met Mimi, omdat hij die zelf buiten dat domein heeft gelaten.
– De dames in kwestie hadden er kennelijk sowieso niks over te zeggen.
– Ja, men gaat nog steeds verder in de verdediging van Multatuli. Bijvoorbeeld door erop te wijzen dat het misschien niet zo nobel van hem was om met iemand anders te gaan samenwonen terwijl hij nog met Tine getrouwd was, maar dat dit nieuwe huwelijk toch wel liet zien dat hij niet zomaar van de een naar de andere fladderde:
maar naar mijne meening pleit dit tweede huwelijk van M. evenzeer voor zijn karakter als zijne behandeling van Tine er tegen getuigde
– Maar wij kunnen hier wel heel kritisch over doen, ondertussen zitten wij als lezers natuurlijk ook nog steeds te roddelen over alle wederwaardigheden van Douwes Dekker.
– Ja, omdat hij er zelf over begonnen was!
– Ik wilde voorstellen om volgende week de biografie van Mina Kruseman door Annet Mooij eens te bespreken. Die vrouw begint me toch steeds meer te fascineren. Ook omdat ook zij in deze periode steeds meer in het openbaar op Multatuli’s privé-leven begint te schimpen.
Afbeelding: Johannes van Vloten. Bron: DBNL
Jona Lendering zegt
Ik voeg even toe: Mooijs biografie van Kruseman heet “Branie” en is nog leverbaar.