Hoe is het toch mogelijk dat jonge kinderen zo gemakkelijk taal leren? Het is een vraag die veel mensen zich stellen als ze veel met zulke kinderen omgaan. Een sluitend wetenschappelijk antwoord is er nog niet, maar een ding lijkt duidelijk: kinderen passen statistiek toe, maar gaan ook uit van hypothesen over wat waarschijnlijk is. Ze zijn dus taalwetenschappers in de dop.
Dit is deel 8 in een serie video’s over hoofdstukken van het boek Human Language onder redactie van Peter Hagoort.
- Bekijk deze video op YouTube
- Peter Hagoort (red.) Human Language. From Genes and Brains to Behavior. Cambridge, Mass; The MIT Press, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
M.J.Smit zegt
Van mijn twaalfde tot mijn twee-en-twintigste heb ik in Australië gewoond, waar ik tweetalig ben opgegroeid. Daar heb ik een meisje gekend dat nog maar net leerde praten. Haar moeder was Franstalig, vader Nederlands, omgeving Engels. Haar eerste taal leerde ze overigens in Birma, zoals dat land toen heette. Het kind leek te denken, dat ieder mens zijn eigen taal had. Hoe het kon dat zij ze allemaal verstond was voor haar nog geen probleem. Ze sprak ze allemaal. Helaas ben ik naar Nederland gegaan en heb/ben het kind totaal uit het oog verloren.
Henk Smout zegt
Taalwetenschap is niet hetzelfde als het praktisch aanleren van een taal. Wel is het beheersen van ten minste één taal een voorwaarde voor het bedrijven van taalwetenschap.