Oxytocine heet het knuffelhormoon. Het blijkt ook buitengewoon belangrijk om een goed gesprek te kunnen voeren. Dat vertelt ons mogelijk iets over de aard van menselijke communicatie.
Dit is deel 18 in een serie video’s over hoofdstukken van het boek Human Language onder redactie van Peter Hagoort.
- Bekijk deze video op YouTube
- Peter Hagoort (red.) Human Language. From Genes and Brains to Behavior. Cambridge, Mass; The MIT Press, 2019. Bestelinformatie bij de uitgever.
maanantai zegt
Was dat knuffelhormoon ook prevalent bij het samenstellen van de jury van ‘de grote poezieprijs’? Een naam die ik überhaupt niet kan uitspreken zonder met de tenen te knijpen. Iets minder hormonaal mag het van mij juist allemaal wel worden. Ik zou, om maar iets te noemen, mogelijke juryleden eerst testen op antidepressiva.
Ton van der Wouden zegt
Misschien is oxytocine een noodzakelijke voorwaarde voor allerlei soorten van sociaal gedrag zoals knuffelen en paarvorming, maar ik zie (https://en.wikipedia.org/wiki/Oxytocin) dat allerlei dieren zonder ons soort taal dat hormoon ook hebben, dus wat het nou precies met taal te maken heeft is me niet duidelijk
Marc van Oostendorp zegt
Volgens deze redenering is de relatie heel indirect: oxyticine zorgt voor het extreem sociale (en dus communicatieve) gedrag van de mens. In de wereld waarin we zitten in dit specifieke deel van Human Language (het deel dat geredigeerd is door Stephen Levinson) is taal niet veel meer dan een drager van dat grote communicatieve vermogen.