Door Marita Mathijsen
Kort na 1810 is er ergens in Nederland een tekening gemaakt van Hortense de Beauharnais, de “geweze koningin van Holland” zoals op het blaadje aan de muur staat. Hortense was van 1802 tot 1810 getrouwd met Lodewijk Napoleon, de eerste koning van Nederland. Voor, tijdens en na haar huwelijk had zij diverse minnaars. Misschien ook Napoleon, die in elk geval erg van de schone dame onder de indruk was, al was hij getrouwd met haar moeder. Hij arrangeerde het huwelijk van Hortense met zijn broer, om nageslacht te krijgen met dna van Bonaparte en Beauharnais, want met zijn Joséphine lukte dat niet. De afbeelding geeft weer hoe er over haar gedacht werd in Holland: een geile tante die erotische boeken leest en daarbij masturbeert. Haar blote achterkant wordt bespiedt door Napoleon, aan haar voeten ligt een kroelende krolse kat. Het haardvuur staat symbolisch voor de hete gevoelens die de lectuur opwekt.
Van de tekening is geen prent voor de verkoop gemaakt. Daar zouden problemen van gekomen zijn, waarschijnlijk. Zo kwam de bekende erotica-uitgever Moolenijzer in 1813 in de gevangenis, omdat hij op een veiling ‘voluptueuse liefhebberij-plaatjes en bijschriften’ opgekocht had en doorverkocht. Ook de koper moest het gevang in. Wat mij intrigeert op de tekening zijn de titels van de boeken.
In haar vrije hand heeft ze Therese Philosophe. Dit boek werd in 1748 geschreven. De hele titel luidt: Thérèse philosophe, ou mémoires pour servir à l’histoire du Père Dirrag et de Mademoiselle Éradice. Dat was een heel populaire roman over een meisje en haar vriendin Éradice, die opgroeien in een klooster waar ze kennismaken met de verlichte filosofie en daarna bij een Jezuïet seksuele educatie krijgen. Thérese krijgt vervolgens een relatie met een prostituée. Als een graaf haar als maîtresse wil, weigert ze seks met hem, bang als ze is voor zwangerschap. De graaf sluit een weddenschap af: als hij haar veertien dagen mag opsluiten in een kamer met erotische boeken en plaatjes, en ze dan niet masturbeert, dan accepteert hij haar als maîtresse zonder seks. Thérèse verliest. De tekening van Hortense is duidelijk geïnspireerd op dit boek. Wat ligt er verder nog? Op de grond een Nederlandse titel: Het Cabinet der Dames. Die titel heb ik niet in een catalogus terug kunnen vinden. Mogelijk is bedoeld Le cabinet morale et satirique des dames, een boek dat rond 1750 uitgekomen is, en waarvan volgens de WorldCat maar één exemplaar overgeleverd is in een bibliotheek. Een Nederlandse vertaling lijkt er niet te zijn. Maar het kan ook dat het dameskabinet, zoals veel pornografische edities, verdwenen is in haardvuren.
Op tafel ligt La pucelle d’Orléans, een lang gedicht van Voltaire uit 1753, in 1761 gedrukt in Nederland, een heldinnengedicht over Jeanne d’Arc vol pittige erotiek en blasfemie, en dan ook verboden en op de index geplaatst. Het boek kreeg flink wat drukken en werd in het Nederlands vertaald als De maagd van Orleans, boertig heldendicht in Nederduitsche verzen (1789).
Hortense leest dus pornografische geschriften van verlichte filosofen. De drie titels moeten dus zo rond 1810 op de leeslijst van dames met geheimen hebben gestaan. Meestal komen we weinig te weten over het leesvoer van vrouwen, en we weten in dit geval ook niet in hoeverre de tekenaar (of tekenaresse?) inzicht had in leesgewoontes met geheime boeken. Sommige titels van rond 1840 geven wel een beetje inzicht in wat heren die lichtzinnige boeken lazen in hun bezit hadden. Bij Klikspaan in Studenten-typen is dat de lichte erotiek of gewoon licht leesvoer van schrijvers als Paul de Kock, Charles de Bernard, George Sand en Alphonse Karr. Pittiger zijn de boeken die W. Jonckbloet noemt in zijn Physiologie van Den Haag uit 1843. En wat treffen we daar aan bij een advocaat van de Hoge Raad? Behalve Les mémoires du diable, Les mystères de Paris en Parent du châtelet de la prostitution dans la ville de Paris ook het handboek van Hortense: Thérèse philosophe. Een Haagse advocaat en een gewezen koningin lezen hetzelfde: bien étonnés de se trouver ensemble.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Marita Mathijsen.
Gerard van der Leeuw zegt
Ze kon gelukkig niet alleen masturberen, maar ook, best aardig componeren en schreef aardige leiders.
Sander zegt
Een lectuurkandidaat (1 vd 100) is ook Félicia ou Mes Fredaines van De Nerciat (1775), werd zeker gelezen in NL, regelmatig tegengekomen in loop der tijd in 19e eeuwse uitgaven in Nederlandse antiquarische partijen
AV DRepe (@kneistonie) zegt
De compositie geeft in het linkerdeel een min of meer rustig beeld ondanks de erotische implicaties, maar in het rechterdeel valt een groot aantal onharmonische afsnijdingen op. Zelfs het kussen ligt niet recht. Het kadermotief van de ook afweer afgesneden spiegel bestaat uit een geel met rood prikkertje. Ook de fertiele plant in een geelgerande pot is uit het volledige beeld afgesneden. Het tafeltje is een misbaksel en dat is niet toevallig. Hoe on-klassicistisch is dit alles…
Dat is gedaan om duidelijk te maken dat de zwangerschap een groot probleem *was*, en de oplossing vaak pijnlijk en zondig… de kat en de schoenen kondigen dit al een beetje aan.
Voor de kleuren geel en groen verwijs ik naar Herman Pleij.
Grijs en zwart hoeven die uitleg niet, meen ik.