De Multatulileescursus (68)
– We zouden nu bijna aan het einde van onze leescursus moeten zijn, toch? Over iets meer dan een maand vieren we de tweehonderdste geboortedag van Multatuli.
– Maar we hebben nog zoveel te lezen! Zelfs als we nu de Volledige Werken snel zouden lezen, haalden we het net niet: er liggen nog vijf delen te wachten. En dat nog even los van alles wat we nog óver Multatuli zouden lezen.
– Ja, en dan heeft de DBNL onlangs heel veel jaargangen van Over Multatuli online gezet. En als het goed is komt er die website aan van Krijn ter Braak.
– Goed, we gaan nog even door. Om te beginnen dan dus het nieuwe nummer van het Multatuli Jaarboek.
– Waarin opvalt dat wij zorgvuldig worden verzwegen! Dat blad heeft een rubriek over Multatuli in de media, maar er wordt met geen woord gerept over ons! Terwijl wij toch heel 2019 bezig zijn geweest.
– Een grote schande, inderdaad. Ik word er verdrietig van, zou de grote man zeggen. Terwijl Neerlandistiek wel wordt genoemd, dus we zijn hier kennelijk wel degelijk in de media.
– We doen het dus allemaal voor niets. Ook wel een geruststellende gedachte. In ieder geval heb ik er geen seconde minder om genoten van het Multatuli Jaarboek.
– Er zijn wel heel veel artikelen die niet zozeer over Multatuli gaan als wel over allerlei mannen om hem heen zoals Ablaing, De Geyter en Huisman.
– En Nonnie, al was zij dan geen man.
– Toch smul ik daarvan. Multatuli was geen mens, maar een prisma op zijn hele tijd.
– Het meest heb ik genoten van de artikelen rond de opening van het Multatuli Museum in Lebak, vorig jaar. Klaartje Groot, de redacteur van het Multatuli Jaarboek én beheerder van het Multatuli-Huis in Amsterdam, vertelt over haar reis naar Lebak:
De dag voor de opening leidde Ubai mij rond door het plaatsje. We gingen op weg naar de plek waar het huis van Douwes Dekker had gestaan. Plotseling stonden we op een begraafplaats en Ubai leidde me naar een graf: ‘Karta Natta Negara’! Wat was dat scary… het voelde alsof ik plotseling oog in oog stond met de beruchte regent die de voorganger van Max Havelaar vergiftigd zou hebben.
– En dan zijn er de toespraken van de academici Oleh Saras Dewi en Peter Carey bij die opening.
– Waren dat inderdaad toespraken?
– Het hadden toespraken hebben kunnen zijn. Beide zien de schrijver als een bron van inspiratie voor het heden. Carey heeft het vooral over Max Havelaar, het is niet duidelijk dat hij iets anders van de schrijver kent, en over de strijd tegen corruptie die volgens hem in Indonesië nog steeds hard nodig is. Hij schetst daarbij overigens een eigenaardig beeld van Multatuli:
A wife-beater, gambler and drunkard, it is doubtful that he had in mind what he would later become – a gravedigger of Dutch colonialim.
– Ja, dat lijkt me, afgezien van dat gambler, allemaal nu niet echt bewezen. Vreemd dat zulke beweringen zo in een tijdschrift dat toch gewijd is aan de Multatuli-studie kunnen worden opgenomen.
– Ja, in die zin is wat Saras Dewi te berde brengt, interessanter. Zij geeft een – helaas veel te korte – schets van de manier waarop Multatuli generaties van Indonesiërs geïnspireerd heeft:
Multatuli’s strijd tegen overheersing inspireerde ook een belangrijke Indonesische vrouwelijke persoonlijkheid, namelijk Kartini. Zij schreef aan haar correspondentievriendin Stella dat ze heel graag Multatuli’s werk las. Natuurlijk had dit een grote invloed op de ontwikkeling van haar ideeën over de gelijkheid van vrouwen, vooral met betrekking tot toegang tot het onderwijs. Katrini hield ook van de Minnebrieven van Multatuli en ze las meer dan eens zijn poëzie.
– Ik had dus nog nooit van die Katrini gehoord.
– Bewijs te meer dat we nog lang niet klaar zijn met onze Multatulileescursus!
– Volgende week deel 21!
Laat een reactie achter