Droom
De tanden in ’t habijt en dan schuimbekken,
en twee uur lang kakelen, kraaien, krijsen,
paars worden in ’t gezicht, de indruk wekken
dat er iets mis is met de godsbewijzen,
een vurenhouten preek doormidden zagen,
een duif apocalyptisch zien verbranden,
schelden, bloedspuwen, emmeren en klagen,
ontwaken als pastoor ten plattelande.
Alain Teister (1932-1979)
uit: De huisgod spreekt (1964)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter