En – nog ontbreekt er iets – ’t heil is nog onvolkomen!
Wat doet het hart der Vrouw van zaal’ger toekomst droomen?
Wat is het, dat haar vleit, terwijl haar boezem hijgt?
ô Heilig voorgevoel! .. Zij wenscht, zij bloost en… zwijgt.
Haar’ wenschen zijn vervuld – ze is Moeder! – Opgetogen
Van blijdschap, ziet zij nu haar’ waarde als mensch verhoogen.
Ach! zoo de God der liefde onze aardsche liefde loont,
Dan is ’t, als Hij den echt met lieve kind’ren kroont;
Wat heil ook hier beneên den sterveling bejegen’ –
Dit is het ideaal van d’ allergrootsten zegen;
De liefde zij de bron van zuiv’re zaligheên,
De vrucht dier liefde smelt en Man en Vrouw tot één,
Hun wezen, bloed en ziel zijn nu niet meer gescheiden,
Het kind is beider beeld – ’t bloed en de ziel van beiden!
H.A. Spandaw (1777-1855)
uit: De vrouwen (1807)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter