Uit Xenomorf, de debuutbundel van Jens Meijen (Vlaanderens eerste ‘Jonge dichter des vaderlands’).
Zuurtegraad van een autobatterij
Er bestaan koeien met ramen in hun buik
je kan de alchemie in hun magen zien:
het salpeterzuur, buskruit, bliksemstralen.
Ik wil mijn gezicht ertegen drukken.
Als we ramen gebruiken om mensen te maken
kunnen we jagen met de scherven van een spiegel
gedachten zien kronkelen door de nerven
en muurgaten afspannen met huid.
Glas is minder doordringbaar
dan de dieren die we mens noemen
en toch zo transparant als je gedachten —
ik zie ze overal, mensen van splinterglas,
mensen van bellenblaas, mensen van marktwaarde.
Een menselijke dij houdt vijf maanden lang een geur vast:
versgemaaid gras, kokosnootshampoo, limoenbalsem.
Mijn galblaas is een luchtballon
en ik heb watervrees. Malawi niets meer dan een mooie naam
en ik heb watervrees. Nooit een punt van homeostase
en ik heb watervrees. Balans van vloeistoffen, energie, chakra’s.
Zo vaak met jou door deze kamers
dat je vervat bent in het bewegen,
dat ik je lichaam herhaal
wanneer je er niet bent.
Moe is dit hoofd.
Hoe lang al zijn deze botten
versgeblazen glas
lavendelwijn sijpelt neer
en nat dit weefsel, nat deze deuren
stenen groeien achter mijn ogen —
oogst ze, gebruik ze voor een beeldschoon huis.
Jens Meijen (1996)
uit: Xenomorf (2019)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter