Letten op het belendende perceel (2)
Door Siemon Reker
Duidelijk is niet direct over het hoofd te zien voor wie Nederlands leert. Even tellen? Het woord staat meer dan 3500 maal genoteerd in de Handelingen gerekend over het hele kalenderjaar 2019 waarin verslagen van alle plenaire vergaderingen van de Tweede Kamer verzameld zijn. Maar duidelijk is een woord zonder meer, sprekers m/v vinden dat te kaal en grijpen niet zelden naar een nadere toelichting in de vorm van een bijwoord dat in die verslagen vooral links ervan opgeschreven staat. Dat kan een nadrukkelijke onderstreping betreffen (helemaal duidelijk, echt duidelijk, volstrekt duidelijk, fundamenteel duidelijk) maar ook veel voorzichtiger: ietsje duidelijk, behoorlijk duidelijk, een tikje duidelijk, een beetje duidelijk. Ook een volledige ontkenning kan natuurlijk voorkomen (niet duidelijk, niks duidelijk).
Taalverandering kunnen we simpel op het spoor komen, door in vergelijking met 2019 te kijken naar de combinaties van X + duidelijk in de Handelingen van een jaar of 70 geleden. Heel wat woorden vinden we zowel toen als nu, maar er zijn er ook die destijds door de stenografen genoteerd zijn en nu niet: gans, ietwat, beslist, positief, volmaakt, domweg zijn wat voorbeelden die ik bij de ruim 3500 stuks in 2019 niet direct zag maar vroeger dus wel.
Volmaakt komt in 2019 zeker nog voor (12x) maar niet meer als onderstrepend bijwoord. Daar lijkt een zekere taalverandering betrapt. Gans is ook zo’n onderstreper in laten we zeggen het jaar 1950 maar niet meer in 2019 – het komt zelfs helemaal niet meer voor in de Handelingen van het voorbije kalenderjaar, behalve dan als diernaam.
En heel klein is het verschilletje heel (nu) tegenover geheel (toen), of niks (nu) versus vooral niets (toen). Let op het voorbehoud “vooral”! Zoeken naar frequent voorkomende woorden in dergelijke grote bestanden (een kalenderjaar als 2019 heeft zomaar een 9 miljoen woorden als we alle Handelingen van dat kalenderjaar optellen, eigenlijk exact zoveel als 2018) is niet zo simpel als het misschien lijkt en bovendien, wat zegt één jaar? Maar toch, ik denk dat we trends in het veranderen van het Nederlands langs die weg kunnen opsporen. Gewoon een kwestie van het wegen van de taal in de Handelingen op een goudschaaltje. Neem nu het volgende woord: volgende aflevering.
Afbeelding: Siemon Reker; t’Goutsmits Keur Huys. lijkt voor onze ogen niet alleen een apostrof aan de verkeerde zijde te hebben maar vooral een overtollig lidwoord zoals wanneer (ik noem iets persoonlijks) Dat gezegd hebbend…. het Siemons boek genoemd zou worden.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Siemon Reker
lottifuehrscheim zegt
Een deel van die verschillen zal in een sterker verschil tussen spreektaal en schrijftaal liggen, waarbij men zich in de Tweede Kamer wat meer aan de schrijftaal probeerde te houden.
Ik heb als kind tenminste geleerd dat ik ‘niks’ wel mocht zeggen – en dat deed naar mijn idee iedereen – maar dat ik ‘niets’ moest schrijven. Geheel tegenover heel zal wel net zoiets zijn. ‘Parlementaire taal’ is niet voor niets nog steeds een begrip.