Door Henk Wolf
‘Naar ploeg en koestal vluchtte uw taal’, schrijft Piet Paaltjens in zijn gedicht De Friesche poëet. De taal waar hij het over heeft, is het Fries. Oebele Vries heeft de zin gebruikt als titel van een boek, met als ondertitel ‘De verdringing van het Fries als schrijftaal door het Nederlands (tot 1580)’. Die titel zegt bijna alles: in de tijd van een mensenleven, grofweg tussen 1500 en 1580 maakte het Fries als algemene schriftelijke omgangstaal plaats voor het Hollands (en later het Standaardnederlands). Dat begon op kleine schaal in de ambtenarij. Stap voor stap werd het Fries vervolgens uit het schriftelijke domein weggedrukt.
Het mondelinge domein volgde en in de achttiende eeuw was het Fries vermoedelijk grotendeels uit het openbare stadsleven verdrongen. De ploeg en de koestal staan bij Haverschmidt symbool voor het platteland als laatste domein waar het Fries (mondeling) bleef voortbestaan, maar ze hadden evengoed kunnen staan voor het gezin, waar het in een minderheid van de gevallen tot in onze tijd een verborgen bestaan leidt, ook in de steden.
Dankzij de Friese beweging heeft het Fries in de steden, in het openbare gebruik en op schrift sinds de negentiende eeuw enig terrein teruggewonnen, maar het Fries is nog steeds de uitzondering, terwijl het Nederlands de regel is. En die regel wordt voortdurend verdedigd met uitspraken als ‘iedereen moet het kunnen verstaan’, ‘we wonen allemaal in Nederland’, ‘er zijn ook mensen bij die niet uit Friesland komen’. Niet iedereen kan het zo verwoorden, maar de idee achter die uitspraken is dat het Nederlands binnen de landsgrenzen de taal voor iedereen zou zijn en het Fries een zogenaamde etnische taal – een term die uitdrukt dat een taal wordt gezien als uitsluitend voor leden van een groep, in dit geval een groep waarvan het lidmaatschap erfelijk is. Niet dat dat de werkelijkheid goed beschrijft: van de ongeveer 470 duizend mensen in Friesland die redelijk tot zeer goed Fries spreken, heeft een derde die taal buitenshuis geleerd.
Nederlands als etnische taal in Nederland
De idee bestaat echter: het Nederlands zou de taal voor iedereen in Nederland zijn. Maar die idee botst met wat de Universiteit Twente bestaat. In het belang van inclusie wil die organisatie juist dat er zoveel mogelijk Engels wordt gesproken. Zo staat er in de taalgedragscode onder meer:
Inclusion is the guiding principle in communication on campus. When communicating with non-Dutch employees or students, the official language is English. In the case of communication between Dutch employees or students only, the choice of language is left to those present.
Formal communication with students and staff takes place is in English.
The language of the meeting is based on the principle of inclusiveness: if a non-Dutch person is present, the language of the meeting is English. If the language of the meeting is Dutch, the decisions must be drawn up in English.
Het Nederlands, door de Friezen als universele taal van Nederland aangewezen, wordt door de UT als etnische taal aangemerkt: geschikt voor de leden van de groep geboren Nederlanders, maar niet voor algemeen gebruik.
Inclusiviteit
Inclusiviteit is een modewoord. Het houdt ongeveer in dat zoveel mogelijk mensen het leven en werken mogelijk wordt gemaakt en dat is natuurlijk een mooi idee. In de praktijk betekent het echter ook dat het verrichten van bepaalde inspanningen als strijdig met die inclusiviteit wordt gezien. Soms terecht: je kunt natuurlijk niet van een blinde verwachten dat ie een PowerPoint-presentatie afdraait op een standaard-smartboard. En soms onterecht: het leren van een etnische taal wordt als een te grote inspanning beschouwd. Dat was in Friesland deels al het geval voor het Fries, en in Twente voor het Twents, nu is het in Twente ook het geval voor het Nederlands.
Het omgekeerde geldt niet. De Fries of Twent die het Nederlands niet goed beheerst, moet dat bijspijkeren. En over de Nederlandstalige die het Engels niet goed machtig is, schrijft de UT:
Er is afgesproken dat vanaf 1 januari 2020 dat ook alle formele besluiten en (voor zover mogelijk) alle onderliggende documenten in ieder geval ook in het Engels beschikbaar worden, zodat iedereen bij de UT besluitvorming goed kan volgen en kan meepraten.
Medewerkers die hier moeite mee hebben krijgen extra begeleiding en training.
Helemaal vrijblijvend zijn die eisen niet:
De Nederlandse en Engelse taalvaardigheid van medewerkers moet passend zijn bij de taken waarmee medewerkers zijn belast. Aan de Engelse taalvaardigheid zijn per functieprofiel minimumeisen vastgesteld die variëren tussen B1 en C1 volgens Europees referentiekader.
Het Engelse taalvaardigheidsniveau wordt aangetoond middels een taalvaardigheidstoets of erkend certificaat.
Met het oog op het bevorderen van integratie in de Nederlandse samenleving worden vast aangestelde, internationale medewerkers bovendien actief aangemoedigd en gefaciliteerd om Nederlands te leren
Strenge eisen voor de beheersing van de ‘universele taal’, vrijblijvende aanmoediging waar het de beheersing van de ‘etnische taal’ betreft – voor wie zich geregeld met de kerndoelen voor de vakken Fries en Nederlands en met taalbeleid bezighoudt, klinkt het heel bekend.
En in een vraag-en-antwoordlijstje staat bij de mogelijke tegenwerping ‘I am too busy to write a document in English’:
Writing documents in English costs more time, especially in the beginning. There are many tools available to help you write in English. Please read the information on the Tools and support page.
Volgens de lijn der verwachting staat er nergens dat mensen die het schrijven in het Nederlands lastig vinden, zich die moeite maar moeten getroosten en dat ze daarbij gebruik kunnen maken van allerlei hulpmiddelen.
Etniciteit
De kijk van de UT op het Nederlands als etnische taal blijkt niet alleen uit de behandeling van het Engels als ‘universeel’, maar ook uit de directe één-op-éénkoppeling tussen taal en nationaliteit. Zo schrijft de universiteit:
Inclusion is the guiding principle in communication on campus. When communicating with non-Dutch employees or students, the official language is English.
The language of the meeting is based on the principle of inclusiveness: if a non-Dutch person is present, the language of the meeting is English.
Inboorlingachtiger kun je het Nederlands eigenlijk niet voorstellen. Dat het Nederlands ook de taal is van ruim de helft van de Belgen, van de grote meerderheid van de Surinamers en van heel erg veel buitenlanders die in Nederland, België en Suriname wonen, wordt simpelweg vergeten. Een Nederlander, een Vlaming, een in Nederland opgegroeide Turk en een goed ingeburgerde Duitser die deze regel naar de letter zouden volgen, zouden zich gedwongen voelen in het Engels te vergaderen of elkaar Engelstalige mailtjes te sturen.
Rechten
Commissaris van de Koning in Friesland Arno Brok zei in 2018 dat het gebruik van het Fries in Friesland “een fundamenteel recht” is en minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren zei: “Iedereen die dat wil, moet zich in Friesland in het Fries kunnen uitdrukken.” Dat sluit aan bij een Fries discours waarin het als onrecht wordt beschouwd als mensen worden gedwongen een vreemde taal te spreken. Het Fries heeft voor het onder druk spreken van een vreemde taal zelfs een apart werkwoord: jin ferbrekke.
De Friese beweging heeft sinds de jaren vijftig juridische bescherming afgedwongen van het recht van Friezen om zich niet te ferbrekken, dus om in Friesland in allerlei situaties Fries te spreken. Het recht om in de rechtbank Fries te gebruiken is bij de buitenwacht waarschijnlijk het bekendst, maar het bestaat ook in democratische gremia als gemeenteraden. Het bijbehorende discours is in de rest van Nederland niet zo bekend, maar een Friese beweger die een Baskische of Vlaamse of Welshe beweger tegenkomt, heeft meteen een gemeenschappelijk referentiekader, want ook in de streken waar die mensen vandaan komen, werd de druk gevoeld het recht op het gebruik van de eigen taal juridisch te bevechten.
Framing
Wat de Universiteit Twente momenteel doet is door Engelstalig onderwijs aan te bieden uitsluitend studenten aan te trekken die het Engels redelijk machtig zijn. Uiteraard ontstaat er dan een situatie waarin een groot deel van de studentenpopulatie het Engels als gemeenschappelijke taal gebruikt. Zou de universiteit uitsluitend Duitstalige of Franstalige colleges gaan aanbieden, dan zou de dominante taal van de studenten onderling Duits of Frans worden. Dat is zelfselectie. Nu presenteert de UT het Engels als een vanzelfsprekend onderdeel van het “opleiden tot burgers van een internationale gemeenschap” en het “voor[…]bereiden op een carrière in een internationaal werkveld in de techniek of een aanverwant (toepassings-)gebied”. Het recht van die zelfgevormde Engelstalige populatie om zich de moeite van het leren van het Nederlands te besparen wordt aannemelijk gemaakt door een frame dat in Nederland voorheen alleen voor kleine talen als het Fries werd gebruikt: dat van de etnische taal. Dat is retoriek en die retoriek verdient weerwoord.
De situatie is in het Nederlandse taalgebied niet zonder precedent. Terwijl in de Friese steden van de zestiende eeuw het Nederlands het Fries naar ploeg en koestal verdrong, deed het Frans dat met het Nederlands in het Brussel van de negentiende en twintigste eeuw, waar het Nederlands een stuk minder universeel is dan het Frans. Het resultaat is een dominant Franstalig Brussel, waarin de Vlaming zich al lang niet meer thuisvoelt.
Het Twents is in Twente al lang naar ploeg en koestal gevlucht. Het Nederlands moet die vlucht niet volgen. Een bewindspersoon die het recht om in Twente Nederlands te spreken verdedigt, is misschien niet zo’n slecht idee. To plough and cow stable both your languages fled is geen titel van een studie waar Nederlandstaligen naar uit hoeven kijken.
Marcel Meijer Hof zegt
Geachte heer Wolf,
Recentelijk werd hier ten stede voorgesteld om het Universteitsbestuur van ‹ the University of Twente › een nieuwjaarsgroet te sturen namens de gezamenlijke cultuurhistorische organisaties. De daarin verpakte boodschap: Nederlands dient de voertaal te blijven. Het is er (nog) niet van gekomen. Wel verscheen zeer recent een artikel in het plaatselijk suffertje, een aflegger van het AD, waarin het verplicht gebruik van het Engels werd gezien als vooruitgang. Da’s nou weer jammer voor de vele Duitstalige studenten en een gemiste kans, dacht ik nog. Het wachten is nog op de eveneens in Enschede gevestigde Hogeschool Saxxion om het lichtend voorbeeld te gaan volgen – lang kan het niet meer duren.
Omdat ower de kwestie het letste woord nog net is sproken, wil ik Uw artikel delen met de initiatiefnemers van de voorgenomen nieuwjaarswens – vanzelfsprekend onder vermelding van Uw naam. Indien U hiertegen bezwoar hef, verzoek ik U vriendelijk mij dit spoedig te laten wetten via onderstoand mailadres. Mogelijke vragen Uwerzijds kunt U doar ok stell’n.
Good goan,
Marcel Meijer Hof
Henk Wolf zegt
Gean jo gong, Hof, it is iepenbier, dat doch dermei wat jo goed taliket.
Freonlike groetnis – Henk Wolf
Bessel Dekker zegt
Misschien is het van enig belang om na te gaan wat de UT eigenlijk onder Engels verstáát. Een paar minuten bladeren door haar website levert de volgende juweeltjes op:
I am not sure if my English is sufficient enough (Tja, wanneer is iets eigenlijk voldoende genoeg?)
Please, contact your secretary/language contact person for information how to use this service. (De houten komma.)
Not meeting the minimal language proficiency requirement is not a reason for discharge. (Nee, hoe moet je die afscheiding dan ook voor je zien?)
Yola zegt
En in het artikel geciteerd “Writing documents in English costs more time…”.
De minachting voor taal bij bestuurders in het onderwijs is onthutsend. Ooit had men voor het schrijven van tekst in een vreemde taal een native speaker met een zekere opleiding op dat vlak ingeschakeld. Nu is het “sufficient enough” als de lezer ondanks klungelige formuleringen kan bedenken wat waarschijnlijk bedoeld wordt.
Dat zegt alles over hun idee van communicatie en daarmee ook van het overbrengen en ontwikkelen van kennis.
Ik heb Engels gestudeerd, en ben dus dubbel geërgerd: door de desinteresse voor mijn moedertaal het Nederlands, en de nonchalance waarmee wordt gedacht over het beheersen van een vreemde taal op een niveau dat voldoet voor een academische studie.
Wim van Winsen zegt
No problem, the direction of the university will see a lot through the fingers, Yola! Let’s get the “Twentexit” done! …….. 🙁
Bessel Dekker zegt
We gaan nog een stapje verder. Wie niet aan de taaleisen voldoet (of vreest er niet aan te voldoen), kan cursussen volgen. Het Training Centre biedt daartoe diverse mogelijkheden aan, beschreven in taal die soms ook wel wat bevreemdend aandoet:
This training will be paid from central funds.
Registration employees
Service departments will be charged with the course price, so you do not pay yourself.
Toegegeven, de gedrukte flyers zien er beter uit (“Have a look in our flyer” luidt de montere oproep).
Het wordt misschien flauw om op alle slakken hier zout te gaan leggen, dus ik zal ophouden. Maar de UP zelf heeft zich in een glazen huisje geplaatst, dus een verdwaalde steen hier en daar valt te verwachten.
Harry Reintjes zegt
NIEUW in Nederland!! Universiteit Twente geeft uitburgeringscursussen aan hen wier Engelse taalvaardigheid niet toereikend?? is. Teleurgestelde, verdrietige, boze emoji’s.
Gabriëlle Berning zegt
Hoe diep zijn ze gezonken in mijn voormalige woonplaats …
Hier in Nijmegen word ik gelukkig nog niet aangesproken op mijn harde Twentse -g- !
Harry Reintjes zegt
Ik zie (en hoor) de engels(amerikaans)talige studenten nog gniffelen bij de abominabele uitspraak van het Engels van hun professoren. Aai sink set it is u ferrie bed aaidie. Buitenlandse studenten zijn maar wat graag bereid het Nederlands machtig te worden.
Harry Reintjes zegt
zichzelf te includeren
Wim van Winsen zegt
We can all speak a nice little word over the border…….;-) De managementkaste van de Universiteit Twente maakt zichzelf belachelijk.
Anoniem zegt
Cow stable is geen correct Engels, het woord stable wordt gebruikt voor een paardenstal. Cowshed is hier de juiste vertaling
Bessel Dekker zegt
Dat klopt helemaal, maar ik dacht (terecht of ten onrechte) dat Henk Wolf daarmee nu juist een pointe wilde maken.
lottifuehrscheim zegt
In Nederland zijn koestallen over het algemeen te imposant om met ‘shed’ te kunnen aanduiden. Hoewel ook niet helemaal bevredigend geeft ‘barn’ hier toch wel een betere indruk van waar het om gaat, zeker omdat traditioneel het gebouw waarin in Nederland koeien waren gehuisvest ook diende als algemene bedrijfsruimte en opslagplaats.
Bessel Dekker zegt
Ik vraag me af of Piet Paaltjens inderdaad zo’n indrukwekkende koeienstal voor zich zag.
lottifuehrscheim zegt
Wel, het ging toch om een Friese stal? Friese koeienstallen zaten altijd in de grote boerderijschuur. En dat zijn gebouwen waar Engelstaligen geen ‘shed’ tegen zeggen. Ik ben daarover laatst nog gecorrigeerd bij een fotoverhaal waar ik met mijn Engels zo’n schuur een ‘shed’ noemde.
lottifuehrscheim zegt
Dit gaat toch niet over Twente, maar over de Universiteit Twente? Voormalig Technische Universiteit? Dus harde wetenschap en geen woordspelletjes? Daarvoor is de taal Engels, zoals vroeger de academische taal Latijn was. Het gaat over grensoverschrijdende kennis, en geen hond buiten ons taalgebied kent Nederlands.
Verder kan ik het wel waarderen dat de Randstad nu ook maar een provincie blijkt in het grotere verband. Dat is even slikken, maar alle andere gewesten zijn hen generaties geleden al voorgegaan. Het valt best mee hoor, alleen een beetje trots inslikken.
Marcel Meijer Hof zegt
Ja, mevrouw Fuerscheim, dit gaat over voorheen de Technische Hogeschool Twente. Het was nog een dubbeltje op z’n kant of het was Zwolle geworden. Maar Enschede is als stad groter en kreeg destijds te kampen met ernstige economische problemen na de teloorgang van de textielindustrie die, voor de oorlog, zorgde voor 20% van het BNP.
Hieronder een gedeelte uit het relaas van een gepensioneerd stedenbouwkundige van de Gemeente Enschede en voormalig statenlid:
“De Universiteit Twente (UT) staat op dit moment volop in de belangstelling door een keuze om het engels als voertaal voor “te schrijven. De negatieve reacties overheersen.
“Om niet te zeggen, dat men zich naar buiten toe, volstrekt belachelijk heeft gemaakt.
“Voor mij aanleiding om eens dieper in de cultuurhistorische achtergrond van de ontwikkeling van de UT te duiken. “Tenslotte trok het experiment met het campusmodel juist vooral veel positieve aandacht. En werd de UT voor de “ontwikkeling van Twente van eminent belang gezien. In de praktijk trok de UT vooral zijn eigen lijnen en kwam van een “uitwisseling en stimulans van de regio weinig terecht. Nog steeds is immers de klacht, dat de meesten na hun studie uit de “regio vertrekken.
“Sterker, de UT was voor de gemeente Enschede naast het vliegveld een tweede ‘No Go Area’. […]
“De UT heeft door de keuze van het engels de neiging zich nog verder af te zonderen van haar omgeving. Van de Twentse “samenleving in het algemeen en de stad Enschede in het bijzonder.”
Weet U, mevrouw Fuerscheim, ik ben een geboren Amsterdammer uit Amsterdamse ouders. Ik heb ook een Universitaire opleiding genoten, te Nijmegen en ik ken toevallig ook de Technische Universiteit Delft nog als TH – met een wonderschone hortus en belangwekkende tropische kassen. Ik vind het waanzin dat ik een proefschrift over Vondel of Couperus in het Engels zou dienen te schrijven !
De houding van de ‹ University of Twente › komt op mij nogal aanmatigend over. Ik ben benieuwd in welke taal de lezingen van Studium Generale – eh, excuus, General Studies, van nu af aan worden gehouden. Misschien moet ik maar met een spandoekje in het auditorium gaan zitten, waarop een pleidooi voor het Nedersaksisch. Daarmee zijn de vele Duitse studenten beter bediend en in iets mindere mate Deense en Scandinavische, hoewel deze laatste twee regio’s een beter Engels beheersen dan het eikenhouten Engels van meeste onzer bewindslieden.
Op deze website kunt U menig stijlbloempje van nabij bewonderen: http://www.utwente.nl èn vindt U de vijf samenstellende faculteiten op een rijtje – het is niet alles Beta wat het carillon van Gerrit Rietveld laat klinken [ beiaardier kunt U er ook nog worden ].
Overigens ben ik mij ervan bewust dat voor deze discussie hier niet helemaal het juiste platform wordt gebezigd, waarvoor mijn excuses.
Met vriendelijke groet,
Marcel Meijer Hof
lottifuehrscheim zegt
Als u voor uw heemkunde clubje een opstel wilt schrijven over die aardige dichter of romancier uit uw provincie, dan moet u dat proefschrift in het Nederlands schrijven. Als u denkt dat Vondel of Couperus iets betekend hebben buiten onze lokale subcultuur, dan kunt u het beter in het Engels doen.
Harry Reintjes zegt
steenkolen-Engels, brexit-Engels, of multicultureel cultuurloos Amerikaans?
Bessel Dekker zegt
Dit soort neerbuigendheid (“clubje”, “lokale subcultuur”) doet de discussie geen goed. Er komen hier schijntegenstellingen aan de oppervlakte drijven, en daaraan hebben we niets.
1. Het gaat niet om een contrast tussen Randstad en overige delen van Nederland: een discussie als deze valt ook voor andere universiteiten te houden.
2. Het gaat niet om een tegenstelling tussen Engels en Nederlands: Engels is uiteraard op zijn plaats in internationale publicaties (alsof iemand dat ontkend heeft!), maar dat zegt niets over Engels als voertaal. Het zegt ook niets over het onderwerp van die publicaties.
3. Engels is even uiteraard op zijn plaats in bepaalde colleges. Ik heb er weinig in het Nederlands gehad; niet gek, gezien de opleiding die ik kreeg. Bij andere kan het echter contraproductief zijn, en niemand zit op versimpeling te wachten.
4. Het gebruik van het Engels kan in sommige gevallen tot exclusiviteit leiden: studenten die de taal niet ab initio erg machtig zijn, maar wel anderszins goed onderlegd zijn, kunnen te kort komen.
Harry Reintjes zegt
toch heeft het wel wat. we hebben al giethoorn, het venetië van het noorden en daar komt nu bij: enschede, het oxford aan de dinkel/ het cambridge aan de regge/ het oxbridge tussen regge en dinkel met als lijflied (in het engels uiteraard, deinse kan toch geen goedkeuring meer geven) het twents volkslied. 😉 😉 😉
Henk zegt
De keuze voor het Engels is vaak ook een keuze tegen meertaligheid. Tot aan de formele verengelsing was er op universiteiten volgens mij niemand die bezwaar maakte tegen gastdocenten die in hun onderwijs het Engels gebruikten – of het Duits of het Frans. Collegestof kon in allerlei talen worden voorgeschreven en bij formeel Nederlandstalige opleidingen (zoals de onze) is dat nog steeds het geval. Collega’s gebruiken tijdens overleggen allerlei talen door elkaar en als ik kijk naar de mails die ik alleen gisteren al ontvangen of verzonden heb, dan worden daarin vijf verschillende talen gebruikt. Opgelegde Engelstaligheid – of wat voor eentaligheid ook maar – maakt aan die natuurlijke taalverscheidenheid een einde.
L.M.Vencken zegt
Wetenschappelijk onderwijs geven in the King’s English is maar voor enkele docenten haalbaar. Dus luisteren studenten uit Nederland, Duitsland, Denemarken en andere landen naar een van de varianten van steenkoolengels. Docenten die geboren en getogen zijn in Engels sprekende landen zullen hun taalgebruik moeten vereenvoudigen om voor alle toehoorders begrijpelijke colleges te geven. Voor studenten die Engels onvoldoende begrijpen zijn lessen in correct Engels op wetenschappelijk niveau nauwelijks te volgen. Studenten die wel native speaker zijn zullen verveeld zijn over het gehaspel met Engels van de hierboven als eersten genoemde docenten. Proficiat Universiteit van Twente !
Helga Vande Voorde zegt
“De situatie is in het Nederlandse taalgebied niet zonder precedent. Terwijl in de Friese steden van de zestiende eeuw het Nederlands het Fries naar ploeg en koestal verdrong, deed het Frans dat met het Nederlands in het Brussel van de negentiende en twintigste eeuw, waar het Nederlands een stuk minder universeel is dan het Frans. Het resultaat is een dominant Franstalig Brussel, waarin de Vlaming zich al lang niet meer thuisvoelt.”
Het Brabantse Brussel was tot na 1900 in meerderheid Nederlandstalig (vaak meer dan ‘Vlaamse’ steden als bv. Gent). Nu is er – door de grote verscheidenheid – geen dominante taal meer in Brussel, dus ook niet het Frans. Meer en meer dient het Engels in de praktijk als lingua franca voor gemengde contacten. En als Nederlandstalige/Vlaming voel ik me – en velen met mij – in Brussel thuis !
Anoniem zegt
De grote achteruitgang van het Nederlands als spreektaal in het Brussel van de twintigste eeuw is voorafgegaan door het grotendeels verdwijnen van het Nederlands uit het openbare schriftelijke domein in de stad in de negentiende eeuw. Dat is in grote lijnen dezelfde ontwikkeling die eerder in de Friese steden zichtbaar was met het Fries.
Eind 20e eeuw was het Frans de onomstreden dominante taal in Brussel. Die dominantie is in de 21e eeuw wel wat afgenomen – en ook in hoog tempo – maar het Frans is nog steeds de met afstand de meest gebruikte en meest beheerste taal in Brussel en functioneert nog steeds als voornaamste lingua franca tussen taalgroepen. Op tien Brusselaars beheersen er bijna negen het Frans, drie het Engels en krapaan twee het Nederlands. Dat blijkt uit Taalbarometer 4 (2018). De taalbarometers uit deze eeuw en andere publicaties van Rudi Janssens laten ook zien dat maar een klein deel van de Brusselaars die van huis uit niet-Nederlandstalig zijn het Nederlands leren, terwijl de overgrote meerderheid van de niet-Franstaligen goed Frans heeft geleerd. Ook laten ze zien dat het voor veel moedertaalsprekers van het Nederlands een gewoon patroon is om op het Frans over te schakelen tegenover een Franstalige ambtenaar.
Rudi Janssens heeft in 2007 ook de perceptie van Brussel onderzocht bij Vlamingen die van en naar Brussel verhuizen. Die was niet zo positief en taal was bij veel uitwijkelingen een reden om Brussel voor Vlaanderen te verruilen – ook een reden trouwens die ik veel hoor van Friezen die na een paar jaar in Leeuwarden of Groningen te hebben gewoond (weer) op het Friese platteland te gaan wonen.
Daar sluit bij aan dat één Franstalige Brusselaar op drie vindt dat ‘néerlandophone’ een woord is met een negatieve bijklank (Taalbarometer 4, 2018) en dat veel meer Vlamingen dan Brusselaars en Walen zich in Brussel onveilig voelen (peiling HLN 2017).
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Om nou te doen alsof Leeuwarden en Groningen in dit opzicht hetzelfde zijn, dat vind ik wel een tikje overdreven.
Anoniem zegt
Een kwalijke zaak die tegen die mijn inziens ook indruist tegen het Europees Handvest voor Minderheidstalen, welke notabene regionale talen zoals het Nedersaksisch (Twents) moet beschermen/bevorderen. De soep wordt echter doorgaans niet zo heet gegeten en de regels bieden nog altijd de ruimte om Nederlands, danwel het Fries of Twents lokaal te bezigen.
Echter, ik wil u allen graag wijzen op nog striktere omgangsregels die de studie “Computer Science” heeft opgesteld in zowel de Bachelor en Master:
https://www.utwente.nl/en/csc/rules/language-code-of-conduct-cs/
“English should be the spoken language in all teaching-related situations, regardless of the composition of the group (with or without teachers or TA’s, with or without international students”
Nu is deze nog vrijblijvend door het gebruik van het woordje “should”. Echter, mocht deze regel om, ten alle tijde, Engels als voertaal te gebruiken binnen deze studie (of bij uitbreiding over de gehele universiteit), dan zou dat erg schadelijk zijn.
In mijn ogen is dit een vorm van onderdrukking jegens minderheidstalen, en dan in het bijzonder het Twents, maar ook het Fries. Dit gaat in tegen het Handvest voor Minderheidstalen in mijn ogen en dan wel:
“het wegnemen van alle ongerechtvaardigde vormen van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur betreffende het gebruik van een regionale taal of taal van een minderheid waarmee wordt beoogd de instandhouding of ontwikkeling van een zodanige taal te ontmoedigen of in gevaar te brengen.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Handvest_voor_regionale_talen_of_talen_van_minderheden
En is mijn inziens in strijd met bepalingen in artikel 13.1 uit dat Handvest:
https://wetten.overheid.nl/BWBV0001223/1998-03-01
Ik weet niet in hoeverre artikel 13.1.b in geldt (ik heb tegenstrijdigheden gevonden), 13.1.c wordt echter wel uitgevoerd, maar is minder bindend in deze. Ik ben echter geen meester in de rechten…
https://dingtiid.frl/wp-content/uploads/2018/12/Nederlandse-samenvatting-rapport-De-implementatie-van-het-Europees-Handvest-voor-Regionale-en-Minderheidstalen-in-Nederland-sinds-de-ratificatie-in-1996.pdf
Maar wellicht de sterkste redenatie hiertegen is artikel 27 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten:
https://wetten.overheid.nl/BWBV0001017/1979-03-11
“In Staten waar zich etnische, godsdienstige of linguïstische minderheden bevinden, mag aan personen die tot die minderheden behoren niet het recht worden ontzegd, in gemeenschap met de andere leden van hun groep, hun eigen cultuur te beleven, hun eigen godsdienst te belijden en in de praktijk toe te passen, of zich van hun eigen taal te bedienen.”
Indien alle leden van een groep studenten/docenten/assistenten “Computer Science” eveneens toebehoren tot een dergelijke minderheidstaalsprekers (zijnde Friezen of Tukkers bijvoorbeeld) zouden zij op basis van IVBPR artikel 27 zich van deze minderheidstaal mogen bedienen. En daarmee maakt de gestelde regel in mijn ogen inbreuk op dit grondrecht. Klopt deze redenering? Of kent iemand toevallig uitzonderingen aangezien de UT zich beroept op de (te betwisten) uitzondering voor het toestaan van een andere taal binnen de WHW.
Sowieso geeft deze casus nog vreemde gevallen. Allereerst wordt het gebruik van een minderheidstaal impliciet verboden door het gebod op het gebruik van Engels. Daarnaast is Engels eveneens niet de lokale (meerderheids)taal. De bescherming van minderheidstalen wordt normaliter opgesteld vanuit de gedachte dat deze door de landelijke taal wordt verdrongen, in ons geval dus het Nederlands. Om te voldoen aan de bepalingen in IVBPR art. 27 zou de opleiding “Computer Sciende” dus een uitzonderingsclausule voor het toestaan van minderheidstalen kunnen inbouwen. Een dergelijke wijziging zou vervolgens kunnen worden aangemerkt als discriminatie door alle overigen. Want waarom zouden zij, i.t.t. bijvoorbeeld Friezen en Tukkers, wel onderling Engels moeten spreken?