Door Viorica Van der Roest
Nu het nieuwe jaar en het nieuwe decennium nog vers zijn, een belangrijke vraag, althans, als je om taal geeft: hoe noemen we dit jaar en hoe gaan we verwijzen naar de jaren die volgen? Sinds op 1 januari 2000 bleek dat de wereld niet vergaan was door het millenniumprobleem en we weer opgewekt verder konden leven, waren Nederlanders denk ik vrij unaniem in hoe ze het jaar noemden. Tweeduizend. Het is natuurlijk ook wel bijzonder om zo’n kroonjaar mee te maken; een voorrecht dat alleen de mensen van rond het jaar 1000 met ons delen, en het duurt nog 980 jaar voordat er weer nieuwe leden bij ons exclusieve clubje komen (ik ben een optimist dus ik ga ervan uit dat mensen tegen die tijd nog niet de wereld hebben opgeblazen). Daarna bleef het ‘tweeduizend’ met welk jaar er dan ook nog verder bij opgeteld moest worden.
Tot voor kort bleef ik bij het uitspreken van jaartallen volkomen vanzelfsprekend tweeduizend-iets zeggen, bijvoorbeeld tweeduizendacht, tweeduizendnegentien, tweeduizendvijftig. Maar de laatste maanden, toen ik steeds vaker iets moest zeggen over het jaar dat nu net begonnen is, merkte ik opeens de neiging op om het te hebben over twintigtwintig. Nou kan dat natuurlijk best zo zijn omdat je op Amerikaanse – en in mindere mate Engelse – televisiezenders steeds vaker mensen (mijn indruk is dat het vooral politici zijn) hoort praten over twentytwenty. Dat is in het Engels extra leuk omdat je daar natuurlijk ook al heel lang de uitdrukking hebt ‘hindsight is twenty twenty.’ Niet dat je moet hopen dat er aan 2020 iets zal zijn waar Amerikanen of Engelsen achteraf van gaan zeggen ‘hadden we dat maar anders gedaan’ (alhoewel, Brexit en de verkiezingen in de Verenigde Staten in november zouden goede kandidaten kunnen worden). Maar het bekt gewoon lekker, en is al een vast onderdeel van de taal (ik heb me laten vertellen dat de term twenty twenty iets met oogmetingen te maken heeft, maar het woord zal vaker gebruikt worden in de context van die uitdrukking).
Maargoed, hoe het ook precies gebeurd is, mijn hersenen hebben blijkbaar besloten dat twintigtwintig nu acceptabel is, waar twintignegentien dat niet was, want ik ben nooit op het idee gekomen om dat zo te noemen. Twintigtwintig is ook qua lengte net wat efficiënter om te zeggen, iets waar de taalgebieden in onze hersenen erg veel om geven. En waarom zou je het eigenlijk niet zeggen, want we hebben het ook over negentientwintig of achttienveertien, bijvoorbeeld. Trouwens, als je het hebt over het jaar 610, is het toch weer logischer om zeshonderd-en-tien te zeggen, want anders krijg je zestien en dat zorgt voor verwarring met het jaar 16. Maar zoiets is er met 2020, of met 2035, of met 2457, om maar wat te noemen, niet aan de hand.
Nu dacht ik dat ik vast niet de enige ben die op dit punt plotseling een nieuwe mogelijkheid voor uitspraak overweegt, want zulke dingen gebeuren meestal bij meerdere mensen tegelijk. En inderdaad, de kranten stonden er op de laatste dagen van 2019 vol van. Het Parool meent een nieuw schisma in de nederlandse samenleving te hebben ontdekt, en onze hoogst eigen hoofdredacteur verklaarde in NRC dat de twintig-iets-variant missschien wel nooit de overhand zal krijgen. Taaladvies.net vindt het allebei goed, in ieder geval. Maar, zoals ook uit het artikel in NRC blijkt, is het niet makkelijk om via taalonderzoek een indruk te krijgen hoe wijdverbreid het verschijnsel al is. Dat is sowieso lastig met geschreven taal, want we schrijven jaartallen natuurlijk met cijfers, niet met letters. Het verschijnsel in gesproken taal onderzoeken lijkt me beter, maar dat is waarschijnlijk erg arbeidsintensief. Er zijn wel verschillende enquetes gehouden (die worden uitgebreid besproken in de artikelen in NRC en het Parool; een voorbeeld is de recente van het Genootschap Onze Taal). Ik heb de laatste weken in ieder geval, bij wijze van steekproef, goed opgelet iedere keer dat het jaar 2020 ter sprake kwam. Niemand van de mensen in mijn omgeving (de mensen die ik gesproken heb hadden een leeftijd van 6 tot en met 78 jaar en waren ongeveer gelijk verdeeld over beide seksen) heeft twintigtwintig gezegd. Als ik het zelf zei, heb ik echter ook geen geschokte reacties geregistreerd bij mijn gesprekspartners.
Het is natuurlijk nog steeds niet erg wetenschappelijk verantwoord om conclusies te verbinden aan een onderzoekje onder Neerlandistiek-lezers, maar de groep potentiële respondenten is dan in ieder geval groter dan mijn directe omgeving, plus, ik ben gewoon nieuwsgierig! Dus: hoe noemt u het nieuwe jaar? En als u tot nu toe nog in het tweeduizend-en-iets-paradigma hebt gefuctioneerd, zou u twintigtwintig overwegen?
Trouwens: gelukkig twintigtwintig/tweeduizendentwintig (doorhalen wat niet uw voorkeur heeft) gewenst!!
Foto: Viorica Van der Roest
Hans Beukers zegt
Dit probleem heb ik nieuwjaarsnacht na een glas champagne besproken met de buren. Men was unaniem en soms zelfs stellig in de voorkeur voor een voorspoedig en vooral gezond tweeduizendtwintig, hetgeen ik u ook toewens.
Joop van der Tuin zegt
In ambtelijke taal: tweeduizend-en-twintig; in spreektaal: twintig-twintig. Vergelijk (een eeuw terug):
In ambtelijke taal: negentienhonderd-en-twintig; in spreektaal: negentien-twintig.
Jacques Antichambre zegt
Ik heb in de kerstnacht een votiefkaars opgestoken voor ’twintigtwintig’ . Het is mijn vurige wens dat de twintig-iets-variant dit jaar eindelijk zal nederdalen.
Frans zegt
In Antwerpen zijn de postcodes twintigvijftig, twintigzestig, enz. In Nederland zou ik die als tweeduizendvijftig uitspreken.
Erik Bouwknegt zegt
Ik, Nederlander, zou juist altijd postcodes uitspreken als twee getallen van twee cijfers, of een enkele keer als vier losse cijfers (in situaties waar ik de letters uitspreek volgens een telefoon-alfabet of het NAVO-alfabet). Ik heb in mijn leven o.a. gewoond op vierennegentig-eenennegentig, tweeëntwintig-nul-een, drieëntwintig-elf, en woon nu op vierennegentig-nul-drie.
Frans zegt
Voor zover ik weet zegt mijn moeder dat ze is opgegroeid in drieduizend tweeënzeventig. (Als je naar het adres zou vragen. 😉 ) Ik zal het voor de zekerheid nog eens navragen. Zelf heb ik in Nederland nooit in of in de buurt van x0xx gewoond.
Ik neem aan dat je bedoelt dat je dertig-tweeenzeventig zou zeggen, en bv. eenendertig-nul-nul i.p.v. eenendertighonderd, maar de gegeven voorbeelden zijn natuurlijk weinig opzienbarend.
Erik Bouwknegt zegt
Ah zo, ik had niet begrepen dat het je specifiek om x0xx ging. Dan wordt het voor mij ook spekuleren, want ook ik heb nooit te x0xx XX gewoond, maar ik zal mijn zus eens naar haar postcode vragen, die woont wel x0xx, en aannemende dat die hierin vergelijkbaar spreekt als ik, ben ik dan benieuwd hoe ze het zegt.
Frans zegt
Mijn moeders antwoord was drieduizend.
Het is me kort nadat ik voor het eerst 2060 als twintig-zestig hoorde opgevallen dat ik die uitspraak vrijwel direct onbewust had overgenomen, althans voor het domein van postcodes in België/Antwerpen. Maar dankzij Antwerpen 2018 en 2020 klinkt die uitspraak mij al lang niet meer vreemd in de oren, ook al worden jaartallen ook in België (op basis van mijn n=weinig + het nieuws en reclame) gewoonlijk als tweeduizend twintig uitgesproken.
P.S. Hierbij een vrij willekeurig videoresultaat waarin de uitspraak 2020 te horen is: https://www.youtube.com/watch?v=dRXKSkQRQJw
Ron Reijnders zegt
vreemd dat je dat in NL anders zou doen ; in NL postcode altijd in 2 keer 2 tallen n.m.m.
Frans zegt
Zo heb ik een postcode nooit geïnterpreteerd. Ik woonde in het jaar negentien zoveelennegentig in de postcode zeventien zoveelennegentig XX. Ik heb daar nooit een fundamenteel verschil tussen gezien. Het wordt immers geschreven als 179x, niet als 17 9x of 17-9x.
Je zou dus best zeventienhonderd zoveelennegentig kunnen zeggen, maar bij een postcode of een jaartal is er geen disambiguatie vereist. Bij een normaal getal zou er bv. spraakverwarring tussen 19,90 en 1990 kunnen ontstaan.
Peter Debrabandere zegt
Er is toch nog een essentieel verschil tussen negentientwintig of achttienveertien en twintigtwintig. De volledige vorm van negentientwintig is negentienhonderd twintig. De volledige vorm van twintig twintig is tweeduizend twintig en niet twintighonderd twintig. Dat twintigtwintig op hetzelfde neerkomt als negentientwintig, klopt dus niet.
Ikzelf hou het op tweeduizend twintig. Ik heb zo’n beetje het gevoel dat het gebruik van twintigtwintig bij sommigen/velen (?) ingegeven is door de drang om modieus, hip, trendy te doen, om op te vallen. En bij anderen door de drang om te laten zien dat ze mee zijn met die trend.
Opzettelijk afwijken van de norm (om op te vallen) is vandaag normaal geworden. Niemand kijkt er nog van op.
Viorica Van der Roest zegt
Wat betreft het eerste punt: toch is er denk ik hetzelfde talige mechanisme werkzaam wanneer je negentienhonderdtwintig afkort tot negentientwintig en tweeduizendtwintig tot twintigtwintig. Het gaat er niet om of dat getalsmatig logisch is (natuurlijk zegt niemand ’twintighonderd’ tegen 2000), maar of het logisch voelt om uit te spreken wanneer je het over die jáártallen hebt. Voor jaartallen (en trouwens ook postcodes, factuurnummers etc.) gelden sowieso andere regels dan voor getallen en is er meer vrijheid om de onderdelen van elkaar los te koppelen in de uitspraak dan bij getallen. Stel dat je een reeks getallen moet voorlezen aan iemand, dan zou je voor 1920 ook niet ‘negentientwintig’ zeggen, maar, voluit, ‘negentienhonderdtwintig’, om verwarring met ‘negentien, twintig’ te voorkomen.
Wat betreft het tweede punt: die indruk deel ik niet.
Peter Debrabandere zegt
Het procedé is natuurlijk wel volstrekt hetzelfde als je uitgaat van de geschreven cijfers van 1920 en 2020. Lees de jaartallen in groepjes van twee en je krijgt “negentien twintig” en “twintig twintig”. Dan is van het weglaten van “honderd” bij 1920 geen sprake. Misschien moeten we het zo bekijken. Misschien is het verkeerd om uit te gaan van “negentienhonderd twintig” en “tweeduizend twintig”.
Frans Daems zegt
Ik ervaar intuïtief zowel negentientwintig als twintigtwintig beide als het resultaat van een weglating van honderd: negentienhonderdtwuintig en twintighonderdtwintig, dus als een perfect parallelle structuur. Twintigtwintig dus niet als een omvorming van tweeduizend twintig.
Peter Debrabandere zegt
U hoeft uiteraard mijn indruk niet te delen. Verderop in deze gedachtewisseling verwijst Robert Chamalaun naar een stukje van Marc van Oostendorp uit 2012 (http://nederl.blogspot.com/2012/01/col-hoe-uw-taal-gaat-veranderen.html). Ook uit dat stukje kan je afleiden dat de introductie van “twenty twelve” in het Engelse taalgebied iets te maken heeft met opvallen of speciaal doen. Ik citeer: “Er komen namelijk twee evenementen aan waarvan de organisatoren er allebei voor gekozen hebben voor de vorm met ’twenty’: de Olympische Spelen in Londen en de Amerikaanse presidentsverkiezingen, of in ieder geval het campagneteam van president Obama. Deze zullen de boodschap met twenty met zoveel kracht de wereld inslingeren, dat mensen het vanzelf gaan overnemen.” “Ervoor gekozen hebben”. Een bewuste keuze dus om speciaal te doen, een marketingtrucje. Als zoiets eenmaal gelanceerd is, wordt het makkelijk overgenomen. Wie het overneemt, heeft in dan wellicht niet in de gaten dat hij iets overneemt. Mijn bewering dat taalgebruikers bewust willen laten zien dat ze mee zijn met een trend, is dan wat overdreven. Toegegeven.
Viorica Van der Roest zegt
Dat spoort met mijn waarneming dat het vooral politici zijn die de twintig-variant (Nederlandstalig) en de twenty-variant (Engelstalig) enthousiast hebben omarmd.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Ik zeg al jaren (óók) twintig-zoveel en ik stel nu vast dat ik blijkbaar nog steeds niet ben opgevallen (Frans Debranbandere). Interessanter is wellicht dat ik een paar jaar geleden ook Willem-Alexander twintig-achttien hoorde zeggen. (Kan ook -zestien of -zeventien geweest zijn, dat weet ik niet meer.). Ik zal beide vormen willekeurig door elkaar blijven gebruiken.
Peter Debrabandere zegt
Het is inderdaad interessant om te achterhalen of er vóór het jaar 2020 al voorbeelden zijn van bijvoorbeeld “twintig zes” (2006) of “twintig dertien” (2013). Misschien neemt de frequentie van die spreekwijze toe sinds 2020, precies doordat “twintig twintig” speciaal klinkt. Dan zal het misschien toch wel iets te maken hebben met een drang om speciaal te doen.
Overigens ben ik niet Frans, maar wel Peter Debrabandere. Frans is mijn vader.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Sorry Peter. En dat terwijl wij elkaar wel eens gesproken hebben!
Peter Debrabandere zegt
Niet erg hoor! 😉
Rob Delvigne zegt
Als je het kan hebben over ‘de zomer van 67′, waarom hebben we dan vanaf nu niet over ’twintig’, ‘eenentwintig’ etc.?
Peter Debrabandere zegt
Dat is een terecht vraag. Dat we nu niet spreken over “het jaar twintig” of over “twintig” heeft misschien iets te maken met een mogelijke verwarring met hetzelfde jaar van de vorige eeuw. Natuurlijk kun je je dan afvragen waarom men in de 20e eeuw niet op dezelfde manier vreesde verwarring te scheppen met het jaar twintig van de 19e eeuw. Zou het kunnen dat we nu makkelijker nog over de jaren twintig van de vorige eeuw spreken, dan we in de 20e eeuw over de jaren twintig van de 19e eeuw spraken? En dat verwarring in deze tijd makkelijker is? Ik denk hierbij ook aan het gebruik van sommigen om bij “in de jaren tachtig” de woorden “van de vorige eeuw” toe te voegen, alsof je het anders over de jaren tachtig van de 21e eeuw zou kunnen hebben.
Rob Delvigne zegt
Ik ben geboren in 48. Niemand heeft me ooit gevraagd of dat 1848 of 1948 was.
Manfred (@mterburg) zegt
Het onwennige komt mede door de woordherhaling: twintig twintig. Volgend jaar is dat over, dan klinkt twintig eenentwintig vanzelfsprekend.
Robert Chamalaun zegt
Interessant stukje, maar Marc van Oostendorp voorspelde twintig-zoveel al in 2012. Zie http://nederl.blogspot.com/2012/01/col-hoe-uw-taal-gaat-veranderen.html
DirkJan zegt
Ik vind het modieus om het nu over twintigtwintig te hebben en ik weet niet of het algemeen wordt en het zich ook de komende jaren voortzet en uitbreidt met het benoemen van 2021 met twintigeenentwintig. En gaan mensen in retrospectief ook jaartallen als 2005 en 2012 twintigvijf en twintigtwaalf hernoemen? Dat je nu twintigtwintig hoort zal er ook mee te maken hebben dat het om twee dezelfde allitererende woorden gaat, twintig-twintig. Ik ben niet zo trendgevoelig en houd het voorlopig op tweeduitzendtwintig.
Henk Smout zegt
Voorspellen blijft gokken, blijven opletten is geboden.
RTL-nieuws van half acht had het twee keer over groen Nederland in eenentwintigtwintig.
Marcel Meijer Hof zegt
Kijk, dit is een leuke: eenentwintigtwintig – 2120 laat zich in mijn beleving licht verwarren met 2021. Daar zit toch 99 tussen. Ik sluit mij aan bij DirkJan; tweeduizendtwintig. De andere variant klinkt mij ietwat commercieel in de oortjes, vergelijk coca-cola (die van die plastieken flesjes en blikjes in het struweel en langs de straatkant) of kitkat chocoladereepjes met dito makel (yogoyogo is ook een heel fijne).
Daarbij, mijn statusgevoeligheid zegt mij dat tweeduizend-zoveel veuls deftiger klinkt, omdat men net even meer moeite doet om alles correct en volledig uit te spreken. Met snelle jongens en meisjes heb ik sowieso niet zoveel op.
Een gelukkig, beschaafd en vuurwerkvrij tweeduizendtwintig ‹ in good spirit › .
Henk Smout zegt
“Twintigtwintig” (Mieke op Radio 1 vijf minuten geleden)
Henk Smout zegt
Daarna zegt Mieke van der Weij ook “eenentwintigtwintig”.
Bas Jongenelen zegt
Zou er ook een verband zijn tussen friet / patat en twintigtwintig / tweeduizendtwintig?
Irina zegt
Ik zeg tweeduizendtwintig maar sluit niet uit dat ik halverwege de jaren twintig overga op twintigzoveel.Toch is dat vreemd, we noemen het jaar van het grote schisma ook duizendvierenvijftig, niet tienvierenvijftig!
Viorica Van der Roest zegt
Daar had ik ook over nagedacht, maar ik denk dat we dat ook doen omdat we het dan hebben over een moment in een ver verleden. We worden alleen met jaartallen met duizend-iets geconfronteerd als we het over de elfde eeuw hebben, en dat gebeurt niet heel vaak. De jaartallen van je eigen eeuw komen juist veel voor in het dagelijks spraakgebruik en in het publieke domein, bijvoorbeeld bij het plannen van werk, bij kabinetsplannen die gepresenteerd worden enz. Dan treden er vermoedelijk andere talige processen op dan bij het praten over geschiedenis, waardoor een kortere/efficiëntere vorm ineens misschien wel acceptabel lijkt.
Frans Daems zegt
Toch gebruiken we bij het spreken vaak / meestal de korte vorm voor historische data als: de Val van Antwerpen in vijftienvijfentachtig, de Franse Revolutie van zeventiennegenentachtig, de Belgische Opstand van achttiendertig.
Marcel Plaatsman zegt
Mijn vrouw is opticien en zodoende vertrouwd met oogmetingen. Ze spreekt daarbij van “visus”, dat is wat je maximaal kunt zien (al dan niet met behulp van een bril). Als je 100% van het gemiddelde gezichtsvermogen haalt, heb je visus 1.0. In het Engels heet dat “twenty-twenty”, bij twenty-twenty hindsight heb je dus je maximale gezichtsvermogen achteraf. Overigens kun je ook een hogere visus hebben dan 1.0, dan zie je bovengemiddeld. Ik heb bijvoorbeeld een visus van 1.5, zonder bril – aan mij heeft m’n vrouw dus geen goede klant.
Zelf zeg ik tegen het jaartal tweeduizendtwintig. Twintigtwintig vind ik wel sympathiek, maar het komt ook wat gekunsteld over. Ik vind het eerder passen in een ironische stijl, het is dan een taalspel zoals “horecum” of “klemtóón”.
2120 spreek ik wel uit als eenentwintigtwintig, verkort voor eenentwintighonderdtwintig.
Mient Adema zegt
Er is nu al veel over dat 2020 gezegd en geschreven, maar elke uitlating erover lijkt wel weer een andere op te roepen. Dat je 2120 als eenentwintig twintig uitspreekt, lijkt me nogal logisch, omdat je duizendtallen die met een volle eeuw gepaard gaan niet als zodanig uitspreekt: de reformatie was niet in duizend vijf(honderd)zeventien maar in vijftien(honderd)zeventien. Jaartallen verliezen dat “honderd” overigens gemakkelijk, terwijl getallen, niet zijnde jaartallen, dat toch wel nodig hebben.
Je kunt alleen niet zeggen dat twintig twintig uit dat eenentwintig twintig is geboren. Die analogie sneuvelt op de eeuw. Bij 20 uit de 21e eeuw heb je een keus tussen twintig en tweeduizend, maar waarom zou je in de loop van die eerste eeuw (die toch duidelijk met tweeduizend begon) wisselen? Stel je nu eens voor dat we de 21e eeuw met twintig laten beginnen in onze uitspraak voor de eeuw en de rest van het jaartal voor 20 twarrelig noemen. Wat kiezen we dan, twintig twarrelig of tweeduizend twarrelig?
Juist, we blijven gewoon tweeduizend twarrelig zeggen.
Twintig twintig is voor grapjanussen en olijkerds. Maar ze zijn best te gedogen.
Peter Nieuwenhuijsen zegt
Dit grenst aan majesteitsschennis! (Hierboven schreef ik namelijk al: “dat ik een paar jaar geleden ook Willem-Alexander twintig-achttien hoorde zeggen.”
Mient Adema zegt
Zo zie je maar wanneer je een beetje dom kunt zijn. Ik zal nóg eens een waterdicht betoog afsteken… 🙂
Peter-Arno Coppen zegt
De uitspraak ’twintigtwintig’ zou na verloop van tijd ook waarschijnlijker kunnen worden als een soort “spellinguitspraak”. Ik merk nu al bij het typen dat je bij die tweenul – tweenul ook een soort rijm in de beweging ervaart. Als ik het al typend ook hardop zou moeten zeggen, geloof ik dat ik meer geneigd ben tot ’twintig-twintig’. Maar ik heb elders al eens opgemerkt dat ik “maar wat ga doen”. Ik ga me in ieder geval niks voornemen.
Ron Reijnders zegt
20 20 of 2 1000 20 ; laat iedereen lekker zijn keuze maken en laten we het als volwaardig en gelijkwaardig aan elkaar stellen
Chris de Vries zegt
Ik vermoed dat de keus voor twintig-twintig of tweeduizend-twintig meer ingegeven wordt door de (taal)vaardigheid m.b.t. getallen van de spreker dan dat er andere redenen zijn. Ik meen te weten dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat hoe hoger opgeleid iemand is, hoe meer hij/zij in staat is complexere getallen in zijn geheel uit te spreken in plaats van korte combinaties van getallen.
Hoe het ook zij, een ieder een goed jaar toegewenst.
Alma Korteweg zegt
Ik zeg 20-20, terwijl ik, als ingenieur, ook tweeduizend goed snap en met mijn gevoel voor taal ook nog prima uit kan spreken (heb bovendien bachelor taalkunde) 😉
Harry Reintjes zegt
uit ervaring weet ik dat je bij het uitspreken van getallen vaak omzichtig te werk moet gaan. voor mijn werk had ik een code nodig, 20030a. ik kende die uit mijn hoofd. soms echter, hadden collega’s die ook nodig en ik gaf die dan: tweehonderd dertig a. ’s avonds: je hebt me de verkeerde code gegeven. heb je m opgeschreven? ja, kijk maar 230a