Dame met hoed
Zij is allang niet meer alleen
onder die hoed –
ieder man plotseling weduwnaar
op het San Marco.
zulk duifgrijs staat haar goed
als alle lange
superieure wezens, zie maar –
’t wiekt af en aan
van schaduwige hand naar hals
felrose stippen,
onaangedaan de mond,
aars van een duif heur lippen.
Wilfred Smit
uit: Verzamelde gedichten (1971)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Wim Voskuilen zegt
Dit gedicht staat in Franje (1963) – Smit schrapte het in Verzamelde gedichten. In het Verzameld werk worden de vier afwijkende regels geciteerd uit de eerste versie in Vrij Nederland, 21, 14 (1960). Je kunt zo die tekst reconstrueren. Als de oude jaargangen van Vrij Nederland beschikbaar komen via Delpher kunnen we nagaan of de leestekens nog moeten worden aangepast.
Dame met hoed
Zij is allang niet meer alleen
onder die hoed –
ieder man plotseling weduwnaar
op het San Marco.
en duifgrijs staat haar goed als
alle lange, superieure wezens –
zie maar, zegt hij
tegen de schuchtere naast hem:
’t wiekt af en aan
van schaduwige hand naar hals
felrose stippen,
onaangedaan de mond,
aars van een duif heur lippen.