Verwarwoordenboek Vervolg (154)
Door Jan Renkema
In het Verwarwoordenboek worden zo’n 500 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Talrijke lezers hebben woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek.
Mocht u ook een ‘verwarpaar’ behandeld willen zien, plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
vlieden / vlieten
De woorden overlappen deels, maar hebben ook een eigen betekenis.
vlieden snel vluchten, voorbijgaan
- Men moet voor den vijand vlieden, wanneer men weet dat men overwonnen zal worden.
vlieten stromen, voorbijgaan
- De waterplanten in het beekje wuifden in het vlietende water.
Het gaat hier om twee verouderde, meer literair-poëtische woorden: vlieden-vlood-gevloden en vlieten-vloot-gevloten. Wie gebruikt er nu nog gevloden, zoals in onze beroemde Statenvertaling: Ik roep Heer, in angst tot U gevloden? Of wie zingt nu nog een oud strijdlied: Het bloed voor ons gevloten, gaat in de zege niet teloor? De vorm gevloten vinden we trouwens nog wel terug als spelfout: De scheidsrechter had nog niet gevloten.
De overlappende betekenis ‘voorbijgaan’ vinden we terug in een gedicht van J.C. Bloem (met dank aan Rob Delvigne). Hier de eerste strofe uit zijn gedicht Insomnia:
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliet gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.
Over spelfouten gesproken: klopt dat wel die derde regel? Is vloot hier niet beter dan vlood? Gaat het hier om vlieden of om vlieten? De tekstbezorgers van Bloem kozen hier voor vlood. En zij hebben wel een punt. Want de dichter bedoelt hier, denk ik, dat het leven snel voorbijgaat, en dan denk je eerder aan vlieden (het ‘snelle’ van vluchten) dan aan het vlieten van het kalme vlietende water. Immers: Het leven vliedt als een schaduw heen. Zo kunnen we dankzij het lezen van Bloem ook nog een klein tempoverschil ervaren bij het woordpaar vlieden-vlieten in de betekenis ‘voorbijgaan’.
Afbeelding van GIPHY (uit ‘Solaris’, van Andrei Tarkovsky)
Gerrit van Uitert zegt
Het belangrijkste verschil tussen beide woorden is, lijkt mij, dat vlieten vanouds vooral “stromen, vloeien” betekent en gebruikt wordt (werd) voor vloeibare zaken; vlieden, dat vooral “vluchten” betekent, niet of zelden. Dit blijkt uit de gegeven voorbeelden en uit die het WNT geeft, maar komt hier onvoldoende tot uiting.
Martin zegt
‘Ik roep Heer, in angst tot U gevloden’ komt niet uit de Statenvertaling, maar uit de psalmberijming van 1773, psalm 141 vers 1.
‘k Roep, HEER, in angst tot U gevloden,
Ai, haast U tot mijn hulp en red;
Hoor naar de stem van mijn gebed,
Daar ik U aanroep in mijn noden.
In de Statenvertaling staat ‘HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep.’ De Statenvertaling gebruikt sowieso altijd de vorm ‘HEERE’, nooit ‘HEER’.
Rob Delvigne zegt
De eerste versie van dit gedicht heeft als r.3: ‘En het leven vliet zooals het vloot’. Daarna is het bij Bloem altijd: ‘En het leven vliet gelijk het vlood’. In de Verzamelde Gedichten hebben de editeurs Sötemann en Van Vliet Bloem verbeterd: ‘En het leven vliedt gelijk het vlood’.
Hoe dan ook, Bloem heeft geen taalgevoel.
Mient Adema zegt
Eerste en derde reactie bij elkaar genomen: wezenlijk kenmerk van het verschil tussen vlieten en vlieden is het al dan niet bewuste ervan: het eerste gaat vanzelf en het tweede na intern beraad. Bloem en zijn uitgever mogen zich vergissen. Van dat vlietende leven maak je makkelijk een vliedend leven, als je er even de personificatie onder schuift. Daar was hij toch ook dichter voor?
Harry Reintjes zegt
wellicht heeft bloem hier gedacht aan heraclitus’ Παντα ρει ουδεν μενει, waarbij in de filosofie het letterlijke “stromen” overgaat in het figuurlijke “voorbijgaan” i.e. vlieten wordt vlieden.