Stille slooten
Onder de wilgeboomen
heb ik het water stil gezien.
Schaduw is langs gekomen,
van een kapel* misschien.
Achter de grijze takken
strekte de verre lucht heel blauw.
Droomend lagen de vlakken
groen kroos in het watergrauw.
En de begrasde kanten
schenen geweldig hoog to gaan :
schuchtere waterplanten
scholen er tegenaan.
Zoo vond ik stille slooten
vol van bedaarden zonneschijn
en heb de rust genooten
van hun gelukkig zijn.
Jan Prins (1876-1948)
uit: Tochten (1911)
* kapel = vlinder
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
yoshiyahu zegt
Ik dacht dat een kapel een vlinder was. Het WNT (onder KAPEL III) bevestigt dat.