Ik ben zo iemand die geen idee heeft wie Ruud de Wild is. Of in ieder geval, die dat idee niet had, tot hij het gloednieuwe Songbook van Ruud de Wild las. Nu weet ik het wel: een man van 51 die dj is geweest en dus meent dat hij kan schilderen en overal verstand van heeft.
Het maakt niet uit: het Songbook van Ruud de Wild is een heel boek geworden, dat iedereen moet kopen die geïnteresseerd is in de Nederlandse cultuur, omdat het een ondergewaardeerd aspect van die cultuur beschrijft: de liedcultuur. Het boek behoorde bij een tentoonstelling die nu in Den Haag zou worden gehouden en die nu waarschijnlijk tot oktober wordt uitgesteld. Want het Songbook van Ruud de Wild gaat over heel veel aspecten van het lied: niet alleen over wat liederen uit de Top-2ooo, maar over de hele geschiedenis van het lied, van de middeleeuwen tot nu. En dan over de teksten én de muziek én de manier waarop beiden verspreid raakten door de tijd.
Dit alles komt niet doordat Ruud de Wild nu zo geleerd is geworden, maar doordat hij gekoppeld is aan de twee beste coauteurs die je kunt hebben over dit onderwerp: de grote specialiste op het gebied van het lied, Martine de Bruin, en dé man die het oude boek het allerbest over het voetlicht weet te brengen, de boekhistoricus Garrelt Verhoeven.
Het boek is daarmee een eigenaardig amalgaam van een egotrip van Ruud de Wild (“Mijn werk als schilder zal voor velen van jullie veel minder bekend zijn dan mijn dagelijkse radiowerk. Begrijpelijk natuurlijk, maar voor mij persoonlijk is mijn werk als schilder misschien wel belangrijker. Het houdt me in evenwicht.”) met een heel helder geschreven naslagwerk over het Nederlandse lied – waarschijnlijk het beste overzicht dat we op dit moment hebben. In opeenvolgende hoofdstukken worden onder andere liefdesliederen, kerkelijke liederen, feestliederen, kinderliedjes, zeemansliederen, moordballaden, oranjeliederen, spotliedjes, cabaretnummers en levensliederen behandeld. Het uitgangspunt is daarbij meestal een modern nummer dat vervolgens in een degelijk historisch perspectief wordt geplaatst.
Doordat het boek heel fraai geïllustreerd is, is het ook een lust voor het oog. In het nawoord maken De Bruin en Verhoeven er gewag van dat er nog steeds geen uitvoerige Geschiedenis van het Nederlandse lied is. Uitgevers! Als we uit deze crisis zijn, geef De Bruin en Verhoeven dan de opdracht voor zo’n geschiedenis, en laat Ruud de Wild daar dan het omslag voor schilderen.
Ruud de Wild, Martine de Bruin & Garrelt Verhoeven. Songbook van Ruud de Wild. Reis naar de oorsprong van het Nederlandse lied. Walburgpers, 2020. Bestelinformatie bij de uitgever.
DirkJan zegt
Op Twitter noemt u Ruud de Wild als kunstenaar een amateur en arrogant. Maar ik neem aan dat hij voor dit boek gevraagd is. Ik snap niet dat een geleerde taalkundige die altijd zegt dat hij geen verstand van kunst en geschiedenis heeft deze radiomaker en schilder moet afbranden. Over arrogantie gesproken.
Marc van Oostendorp zegt
“Mijn werk als schilder zal voor velen van jullie veel minder bekend zijn dan mijn dagelijkse radiowerk. Begrijpelijk natuurlijk, maar voor mij persoonlijk is mijn werk als schilder misschien wel belangrijker. Het houdt me in evenwicht.”
Ronald V. zegt
Ik heb even snel op internet het schilderwerk van de heer De Wild bekeken. Schilderkunst beoordelen via internet is een haast ondoenlijk werkje. Maar toch durf ik de hypothese te lanceren dat het werk van De Wild het net niet is. Het mist, zou je kunnen zeggen, de X-factor, de poëziefactor zo men wil. Maar misschien zit ik er naast en is De Wild echt beter dan Jeroen Krabbé en Brood. Misschien krijgt De Wild als de coronacrisis voorbij is, een expo in de Fundatie te Zwolle, dat tenslotte ook ruim baan gaf aan Nick en Simon, over wie Katinka Polderman (af en toe een aardige liedmaakster) zo haar mening heeft. Maar toch, De Wild lijkt wel te streven naar kunst die het oog behaagt. Dit in tegenstelling tot de aanstaande bruidegom van Sylvie Meis.
Jan van de Laar zegt
Ruud de Wild stond naast Pim Fortuyn toen die werd vermoord. Die laatste naam doet misschien wel een belletje rinkelen?
Ronald V. zegt
Songbook … Volgens mij leven we in Nederland en gaat het om de Nederlandse liedcultuur in Nederlandse taal. Dus de titel “Liedboek” zou veel en veel beter zijn geweest. Maar helaas, de huidige cultuur in Nederland kan het blijkbaar niet zonder het platte populisme. En dus werd er een plaatjesdraaiende BN’er opgeduikeld en een Engelse titel gejat. Als eenvoudige onbekende Nederlander van nederige komaf doch met enige, zij het schoorvoetende, intellectuele interesses voel ik me een tikkeltje besodemieterd. Had het boek desnoods “Dutch Songbook” genoemd. Of misschien ietwat beter “A Dutch Songbook”.
Jan van de Laar zegt
Mensen beknotten in de manier waarop ze zich willen uitdrukken is de onverdraagzaamheid ten top.
Ronald V. zegt
Als men het Nederlandse lied wil eren, doe dat dan op een serieuze wijze zonder populistische ruis. Dus enige intolerantie jegens populisme, of het nu links dan wel rechts is, is zo gek nog niet. Maar blijkbaar dachten de samenstellers: laten we een BN’er strikken om ons boekwerk een gezellige verpakking te geven zodat het wellicht beter verkocht wordt. BN’ers zijn in, ook bij nieuwsnapraatprogramma’s als Jinek. Ruud de Wild als gast bij de opvolgers van Pauw? Eidoch, zo ver is het nog niet gekomen. Maar BN’ers zouden veel meer afgezeikt moeten worden. 🙂 Kom nou gauw, alsof hun scheten beter ruiken dan de mijne. Zou Multatuli misschien gezegd kunnen hebben.